In deze zaak gaat het om een geschil tussen Delmar Marketing Ltd. en AEJ Holdings Ltd. over de eigendom en het gebruik van een strook grond gelegen aan de Simpson Bay in Sint Maarten. De partijen exploiteren horecagelegenheden op percelen die aan deze strook grenzen. Delmar, de appellante, is in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin werd geoordeeld dat AEJ op grond van verkrijgende verjaring eigenaar is van de betwiste strook grond. De procedure begon met een akte van appel op 29 augustus 2023, gevolgd door een memorie van grieven van Delmar op 10 oktober 2023, waarin zes grieven werden aangevoerd. AEJ heeft de grieven bestreden in een memorie van antwoord op 29 november 2023. De zaak is op 15 mei 2024 mondeling bepleit, waarna het Hof op 30 juli 2024 uitspraak deed.
Het Hof heeft vastgesteld dat de ruilovereenkomst tussen Pelican en Odessa in 2000 bindend was en dat AEJ, als rechtsopvolger van Odessa, het bezit van de strook grond heeft verkregen. Het Hof heeft de feiten vastgesteld en geoordeeld dat de verjaringstermijn van twintig jaar is verstreken, waardoor AEJ eigenaar is geworden van de strook grond. Het hoger beroep van Delmar is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.