Uitspraak
SUNNY FOOD,
procederend in persoon.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een loonvordering van [Geïntimeerde] tegen zijn werkgever, Sunny Food, in het kader van een hoger beroep. [Geïntimeerde] heeft als verkoper gewerkt voor Sunny Food en verzoekt betaling van achterstallig loon over de periode van maart tot en met juni 2020, waarin een lockdown van kracht was vanwege de Covid-19-pandemie. Het Gerecht in eerste aanleg heeft het verzoek toegewezen, waarop Sunny Food in hoger beroep is gegaan. Sunny Food betwist dat [Geïntimeerde] recht heeft op een vast salaris en stelt dat hij uitsluitend op provisiebasis werkte. Het Hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de stelling van [Geïntimeerde] dat hij ook een vast salaris ontving, onvoldoende gemotiveerd is betwist door Sunny Food. Het Hof oordeelt dat de uitzondering op de regel 'geen arbeid, geen loon' van toepassing is, omdat de omstandigheden van de lockdown meer in de risicosfeer van de werkgever lagen. De bestreden beschikking van het Gerecht wordt bevestigd, en Sunny Food wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.