ECLI:NL:OGHACMB:2024:127

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
SXM2023H00130
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep loonvordering werknemer tegen werkgever met betrekking tot vast salaris en provisie tijdens lockdown

In deze zaak gaat het om een loonvordering van [Geïntimeerde] tegen zijn werkgever, Sunny Food, in het kader van een hoger beroep. [Geïntimeerde] heeft als verkoper gewerkt voor Sunny Food en verzoekt betaling van achterstallig loon over de periode van maart tot en met juni 2020, waarin een lockdown van kracht was vanwege de Covid-19-pandemie. Het Gerecht in eerste aanleg heeft het verzoek toegewezen, waarop Sunny Food in hoger beroep is gegaan. Sunny Food betwist dat [Geïntimeerde] recht heeft op een vast salaris en stelt dat hij uitsluitend op provisiebasis werkte. Het Hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de stelling van [Geïntimeerde] dat hij ook een vast salaris ontving, onvoldoende gemotiveerd is betwist door Sunny Food. Het Hof oordeelt dat de uitzondering op de regel 'geen arbeid, geen loon' van toepassing is, omdat de omstandigheden van de lockdown meer in de risicosfeer van de werkgever lagen. De bestreden beschikking van het Gerecht wordt bevestigd, en Sunny Food wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

BURGERLIJKE ZAKEN OVER 2024
UITSPRAAK: 30 juli 2024 (bij vervroeging)
ZAAKNRS: SXM202300732 – SXM2023H00130
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
de naamloze vennootschap
TIENSOME ENTERPRISES N.V.h.o.d.n.
SUNNY FOOD,
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg verweerster, thans appellante,
gemachtigde: mr. S.J. Fox,
-tegen-
[GEÏNTIMEERDE],
wonend in Sint Maarten,
in eerste aanleg verzoeker, thans geïntimeerde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna (ook) worden aangeduid met Sunny Food en [Geïntimeerde].

1.De zaak in het kort

[Geïntimeerde] heeft gewerkt als verkoper in dienst van Sunny Food. [Geïntimeerde] verzoekt betaling van achterstallig loon, omdat hij niet betaald is over de periode dat een lockdown van kracht was. Het Gerecht heeft het verzoek toegewezen. Het Hof beoordeelt de zaak in hoger beroep opnieuw.

2.Het verloop van de procedure

2.1
Verwezen wordt naar de op 9 augustus 2023 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht). De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
2.2
Sunny Food is van die beschikking (hierna: de bestreden beschikking) in hoger beroep gekomen door indiening op 31 augustus 2023 van een geschrift genaamd “Statement of appeal”, op 21 september 2023 gevolgd door een gemotiveerd beroepschrift.
2.3
Op 15 januari 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens Sunny Food is verschenen [naam directeur], directeur, bijgestaan door de gemachtigde van Sunny Food. [Geïntimeerde] is in persoon verschenen. Bij die gelegenheid hebben partijen, [Geïntimeerde] onder overlegging van producties, hun standpunten nader toegelicht en vragen van het Hof beantwoord. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt. Na afloop van de behandeling is de zaak naar de rol verwezen om Sunny Food in de gelegenheid te stellen te reageren op de ter zitting ingediende producties van [Geïntimeerde].
2.4
Op de (digitale) rol van 20 februari 2024 heeft Sunny Food een akte uitlating producties, met producties, ingediend. Vervolgens heeft [Geïntimeerde] op de rol van 13 maart 2024 een antwoordakte, met een productie, ingediend. Sunny Food heeft bezwaar gemaakt tegen de productie van [Geïntimeerde].
2.5
Uitspraak is bepaald op heden.

3.De beoordeling

Laatste productie [Geïntimeerde]
3.1
Het Hof slaat geen acht op de bij de antwoordakte van [Geïntimeerde] gevoegde productie. Sunny Food heeft terecht bezwaar daartegen gemaakt. Ter zitting is inderdaad afgesproken dat [Geïntimeerde] bij diens antwoordakte geen producties meer mocht toevoegen en zulks is ook in het proces-verbaal vermeld.
Feiten
3.2
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.2.1
Sunny Food is een supermarkt en groothandel in levensmiddelen voor de bevoorrading van horeca en supermarkten.
3.2.2
Vanaf 16 juni 2016 is [Geïntimeerde] in dienst bij Sunny Food als verkoper. Volgens Sunny Food heeft [Geïntimeerde] geen vast salaris maar werkt hij 100% op provisiebasis. Volgens [Geïntimeerde] verdient hij een maandloon van NAf 1.530,53 bruto, te vermeerderen met provisie.
3.2.3
Vanaf maart 2020 betaalt Sunny Food niets meer aan [Geïntimeerde]. Op 3 juli 2020 zegt [Geïntimeerde] de arbeidsovereenkomst op.
3.2.4
Bij brieven van 22 november 2021 en 27 november 2022 verzoekt [Geïntimeerde]
Sunny Food het verschuldigde loon aan hem te betalen. Sunny Food is daarop niet tot betaling overgegaan.
Verzoek
3.3.1 [
Geïntimeerde] heeft verzocht om Sunny Food te veroordelen om zijn achterstallige brutoloon over de periode van maart tot en met juni 2020, zijnde NAf 6.122,12 (4 x 1.530,53) aan hem te betalen.
3.3.2 [
Geïntimeerde] legt daaraan ten grondslag dat hij op grond van de arbeidsovereenkomst recht heeft op loondoorbetaling, ook tijdens de periode dat in Sint Maarten een lockdown van kracht was ten gevolge van de Covid-19-pandemie. Daarom dient Sunny Food het loon aan [Geïntimeerde] door te betalen tot aan het einde van de arbeidsovereenkomst op 3 juli 2020.
Bestreden beslissing
3.4
Bij de bestreden beschikking heeft het Gerecht Sunny Food veroordeeld om NAf 6.122,12 aan [Geïntimeerde] te betalen.
Standpunt Sunny Food
3.5
In hoger beroep betoogt Sunny Food als volgt. [Geïntimeerde] was niet in loondienst maar werkte uitsluitend op provisiebasis. Hij werkte weinig uren voor Sunny Food als een soort freelancer, waardoor zijn provisies doorgaans laag waren. In de door [Geïntimeerde] in eerste aanleg overgelegde loonbrief aan WIB van 12 april 2018 staat alleen maar “salary” vermeld omdat [Geïntimeerde] dat nodig had voor de aanvraag van de lening bij de bank, en het genoemde bedrag is het gemiddelde van de door hem verdiende provisies. Vanaf maart 2020 was [Geïntimeerde] onbereikbaar; hij nam zijn telefoon niet op en beschikte niet over een bekend emailadres. Uit het “sales report” van Sunny Food over maart 2020 blijkt dat [Geïntimeerde] in het geheel geen verkopen realiseerde. Verband met lockdown(s) is er niet. Alleen van 5 april 2020 tot en met 17 april 2020 gold op Sint Maarten een totale lockdown, terwijl in het laatste deel van die periode een beperkte openstelling voor supermarkten als Sunny Food van kracht werd. Ook konden in perioden waarin meer of minder stringente lockdowns van kracht waren gewoon vanuit huis telefonisch of via e-mail verkopen gedaan worden, zoals de andere verkopers deden en door Sunny Food strikt werd aangeraden. Verder geldt dat [Geïntimeerde] pas recht heeft op zijn 3% provisie als hij zijn verkopen geïnd heeft. Op loonsubsidie van overheidswege kon Sunny Food geen beroep doen omdat supermarkten en levensmiddelengroothandels daarvan waren uitgesloten; ook op dat punt is de bestreden beschikking onjuist. Pas op 3 juli 2020 meldde [Geïntimeerde] zich weer. Gezien het voorgaande dient voor hem “geen arbeid geen loon” te gelden, aldus steeds Sunny Food.
Oordeel Hof
3.6
Het beroep is tevergeefs ingesteld. De door [Geïntimeerde] nader onderbouwde stelling dat hij (ook) een vast salaris ontving, is door Sunny Food ook in hoger beroep onvoldoende gemotiveerd betwist.
3.7
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft [Geïntimeerde] kopieën van veertien cheques en twee bankafschriften overgelegd waarbij op een van de laatste dagen van de maand telkens NAf 1.347,14 door Sunny Food aan hem werd betaald, op de bankafschriften onder vermelding van “salary”. Het bedrag van NAf 1.347,14 komt overeen met de post “salary net pay” op de door hem in eerste aanleg overgelegde loonstrook van december 2019. Op die loonstrook staat als bruto maandsalaris NAf 1.530,53 vermeld, overeenkomend met het door hem gevorderde bruto loon over vier maanden.
3.8
Het betoog van Sunny Food dat op de brief aan WIB van 12 april 2018 “salary” staat vermeld slechts ten behoeve van een door [Geïntimeerde] gewenste banklening maar dat de daarin genoemde NAf 1.347,14 in werkelijkheid het gemiddelde is van de door hem verdiende provisies, gaat gezien het voorgaande niet op. Veeleer is de brief een ondersteuning van de stelling van [Geïntimeerde] dat hij een vast salaris van NAf 1.530,53 bruto genoot.
3.9
Verder heeft [Geïntimeerde] ter terechtzitting in hoger beroep drie formulieren “professional travel proof” overgelegd, gedateerd 23 maart 2020, 13 april 2020 en 5 mei 2020, ondertekend door de directeur van Sunny Food, alsmede negen bestellijsten, op verschillende data in mei, juni en juli 2020 gemaild aan een emailadres toebehorend aan Juana Deleon, medewerkster van Sunny Food belast met het verwerken van de bestellingen, zo bleek ter zitting. Ook heeft [Geïntimeerde] een emailwisseling van 3/4 juli 2020 tussen hem en de directeur van Sunny Food overgelegd.
3.1
De blote stelling van Sunny Food dat de bestellijsten vals of vervalst zouden zijn, doet niet ter zake omdat [Geïntimeerde] geen provisie vordert. Uit de ingebrachte stukken blijkt voldoende dat het betoog van Sunny Food dat [Geïntimeerde] niet bereikbaar was omdat hij geen bekend emailadres had, niet opgaat. Daarenboven ontbreekt enige email van de kant van Sunny Food waarbij [Geïntimeerde] wordt opgeroepen te verschijnen of iets van zich te laten horen.
3.11
Gezien het verhandelde ter terechtzitting en de ingebrachte stukken houdt het Hof het ervoor dat er in de maanden maart 2020 tot en met juni 2020 sprake was van perioden met meer of minder bewegingsbeperkingen, waarop uitzonderingen mogelijk waren in sommige perioden voor sommige beroepen. Dit vindt steun in productie 5 van Sunny Food zelf (ingebracht ten betoge dat alleen van 5 t/m 7 april 2020 een totale lockdown gold). Ook wordt dit ondersteund door het betoog van Sunny Food dat de negen door [Geïntimeerde] ingebrachte bestellijsten demonstreren dat hij bijzonder weinig heeft gewerkt in die periode (wat gelet hierop verder ook zij van het eerdere betoog van Sunny Food dat [Geïntimeerde] geheel verdwenen was).
3.12
Wat er ook zij van het al dan niet of minder werken van [Geïntimeerde], in ieder geval geldt ten aanzien van diens vaste salariscomponent in dit geval niet het adagium “geen arbeid geen loon”, zoals betoogd door Sunny Food. In dit geval geldt namelijk de uitzondering op deze regel, inhoudend dat indien geen arbeid wordt verricht de werknemer zijn aanspraak op loon behoudt, indien hij de arbeid niet verricht wegens omstandigheden die in de verhouding tussen partijen meer in de risicosfeer van de werkgever dan in die van de werknemer liggen. Thans is deze uitzonderingsregel gecodificeerd in art. 7:628 lid 1 BW en onder het oude recht gold deze regel al tientallen jaren op grond van vaste rechtspraak.
3.13
Ten slotte doen de overwegingen van het Gerecht over het op slot zitten van Sint Maarten gedurende de hele periode van maart tot en met juni 2020 en het in aanmerking komen van Sunny Food voor loonsubsidie, waartegen Sunny Food zich in appel richt, niet af aan de juistheid van de beslissing van het Gerecht.
3.14
De slotsom luidt dat de bestreden beslissing zal worden bevestigd en dat Sunny Food, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het hoger beroep van [Geïntimeerde] zal worden veroordeeld.
BESLISSING:
Het Hof:
bevestigt de bestreden beschikking;
veroordeelt Sunny Food in de kosten van het hoger beroep, tot op heden begroot op nihil.
Aldus gegeven door mrs. E.M. van der Bunt, G.C.C. Lewin en E.W.A. Vonk, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten op 30 juli 2024 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.