ECLI:NL:OGHACMB:2024:124

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
SXM202400427
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige plaatsing op grond van de Landsverordening tot regeling van het toezicht op krankzinnigen

Op 4 april 2024 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een beschikking gegeven op het verzoek van de Procureur Generaal bij het Parket Procureur Generaal van Sint Maarten. Het verzoek betreft de voorlopige plaatsing van een betrokkene, geboren in 2001 te Bonaire en wonende te Sint Maarten, op grond van artikel 14 van de Landsverordening tot regeling van het toezicht op krankzinnigen (Lv GGZ). De Procureur Generaal heeft op 3 april 2024 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische verklaringen en documenten die de noodzaak van de voorlopige plaatsing onderbouwen.

Tijdens de zitting op 4 april 2024 zijn de betrokkene, de (waarnemend) procureur-generaal, een psychiater en een verpleegkundige gehoord. De betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis en middelenafhankelijkheid, wat leidt tot gevaar voor zichzelf en zijn omgeving. Hij heeft last van auditieve hallucinaties, angst en verwaarlozing van zijn persoonlijke hygiëne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorlopige plaatsing noodzakelijk is om de gezondheid en autonomie van de betrokkene te herstellen.

De beschikking tot voorlopige plaatsing is in overeenstemming met de wettelijke voorschriften van de Lv GGZ en kan maximaal 5 weken voortduren, ingaande op de datum van opname, 28 maart 2024. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de voorlopige plaatsing kan voortduren indien er voor het verstrijken van de termijn een verzoek tot machtiging tot voortgezet verblijf wordt ingediend. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G. Drenth, lid van het Hof, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Registratienummer: SXM202400427
Beschikking van 4 april 2024
op het verzoek van
de Procureur Generaal bij het Parket Procureur Generaal van Sint Maarten,
gevestigd in Sint Maarten,
verzoeker,
betreffende de voorlopige plaatsing op grond van artikel 14 van de Landsverordening tot regeling van het toezicht op krankzinnigen (hierna: de Lv GGZ), van
[naam],
geboren op geboren op [datum] 2001 te Bonaire,
wonende te Sint Maarten,
betrokkene.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 3 april 2024 een verzoekschrift ter griffie ingediend. Bij het verzoek zijn gevoegd:
- De medische verklaring van dr. Teixeira van 5 maart 2024, als bedoeld in artikel 17 van de Lv GGZ;
- De beschikking tot voorlopige plaatsing van de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid van 6 maart 2024;
- De kennisgeving van opname van 28 maart 2024;
- De geactualiseerde medische verklaring van dr. Teixeira van 2 april 2024;
- De aantekeningen, als bedoeld in artikel 21 van de Lv GGZ.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 4 april 2024 bij de Mental Health Foundation (MHF). Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- betrokkene;
- mr. R.J. Boswijk, de (waarnemend) procureur-generaal;
- dr. R. Teixeira, psychiater;
- dhr. M. de Wit, verpleegkundige.
1.3.
Zij hebben op de zitting hun mening gegeven.
1.4.
De uitspraak is direct mondeling gedaan en daarna op schrift gesteld.

2.Het verzoek en de beoordeling daarvan

3.1.
Het verzoek strekt ertoe dat het Hof machtiging verleent om de voorlopige plaatsing van betrokkene te doen voortduren voor maximaal 5 weken, ingaande op de eerste dag van opname, 28 maart 2024.
3.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde op de zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis en middelenafhankelijkheid. Betrokkene had voorafgaand aan de opname last van auditieve hallucinaties, angst en achterdocht en rookte dagelijks veel cannabis
3.3.
Het handelen van betrokkene als gevolg van de stoornis, levert gevaar op voor betrokkene zelf en zijn omgeving. Betrokkene is zijn baan en woning verloren en verwaarloost zichzelf. Hij is vermagerd en zijn persoonlijke hygiëne is slecht. Betrokkene maakt een kwetsbare indruk, er kan gemakkelijk misbruik van hem gemaakt worden.
3.4.
Om het gevaar af te wenden en de (geestelijke) gezondheid en autonomie van betrokkene te herstellen, heeft hij zorg nodig.
3.5.
Betrokkene heeft enig ziektebesef en ziekte-inzicht en is het op dit moment eens met de medicatie. Buiten de kliniek gebruikte betrokkene de medicatie echter niet consequent. Betrokkene geeft aan dat hij niet meer zo lang in de kliniek wil blijven. Daarnaast heeft betrokkene jarenlang veel cannabis gebruikt en heeft hij daar nog een sterke zucht naar. Betrokkene is op dit moment niet verzekerd, waardoor de mogelijkheden voor guided living en ambulante begeleiding beperkt zijn.
Een minder ingrijpende maatregel is niet beschikbaar of naar verwachting niet effectief en
zorg op vrijwillige basis is gelet op de problematiek van betrokkene niet realistisch.
3.6.
Het Hof constateert dat de beschikking tot voorlopige plaatsing in overeenstemming met de wettelijke voorschriften van de Lv GGZ is gegeven. De voorlopige plaatsing kan gedurende maximaal 5 weken voortduren, ingaande 28 maart 2024, de datum van opname.
3.7.
Het Hof wijst erop dat de voorlopige plaatsing blijft voortduren, wanneer vóór het verlopen van de vijf weken termijn een requisitoir strekkende tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf is ingediend, totdat door het Hof daarop is beslist. Een dergelijk verzoek dient vergezeld te gaan van een actuele medische verklaring waaruit de noodzaak van verdere opname blijkt en een second opinion daaromtrent, opgesteld door een niet bij de behandeling betrokken psychiater.

4.De beslissing

Het Hof:
4.1.
verstaat dat de voorlopige plaatsing in overeenstemming met de wettelijke voorschriften is bevolen en gedurende
maximaal 5 wekenkan voortduren, ingaande 28 maart 2024, of zoveel korter als de toestand van betrokkene mocht eisen;
4.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2024 door
mr. G. Drenth, lid van voormeld Hof, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
Summary of the Judgment
This summary is intended only as a service from the Court to inform the parties and is not intended to replace the judgment. No rights can be derived from it. In case of differences between the judgment and this summary, the judgment in Dutch is always decisive. The Court shall not be liable for any damage arising from any use of this summary.
The considerations of the Court in this case
It is apparent that the person concerned suffers from a psychotic disorder and drug addiction. Prior to admission, the person concerned suffered from auditory hallucinations, anxiety and suspicion. His actions due to the disorder, posed danger to the person himself and his surroundings. In order to avert the danger and restore the (mental) health and autonomy of the person concerned, he needs care. A less drastic measure is not available or not expected to be effective and care on a voluntary basis is not realistic given the person's problems.
The Court finds that the order of provisional placement was made in accordance with the requirements of the National Ordinance. The provisional placement may continue for a maximum of 5 weeks, effective March 28, 2024.
The Court points out that the provisional placement will continue if a petition seeking an authorization for continued admission is filed until it is decided by the Court.
Such an application must be accompanied by a current medical declaration demonstrating the need for continued admission and a second opinion thereon, prepared by a physician not involved in the treatment.
The Judgment
The Court:
understands that the provisional placement is ordered in accordance with the provisions of the National Ordinance and may continue for a maximum of 5 weeks, commencing March 28, 2024, or so much shorter as the condition of the person concerned may require.