Op 4 april 2024 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een beschikking gegeven op het verzoek van de Procureur Generaal bij het Parket Procureur Generaal van Sint Maarten. Het verzoek betreft de voorlopige plaatsing van een betrokkene, geboren in 2001 te Bonaire en wonende te Sint Maarten, op grond van artikel 14 van de Landsverordening tot regeling van het toezicht op krankzinnigen (Lv GGZ). De Procureur Generaal heeft op 3 april 2024 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse medische verklaringen en documenten die de noodzaak van de voorlopige plaatsing onderbouwen.
Tijdens de zitting op 4 april 2024 zijn de betrokkene, de (waarnemend) procureur-generaal, een psychiater en een verpleegkundige gehoord. De betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis en middelenafhankelijkheid, wat leidt tot gevaar voor zichzelf en zijn omgeving. Hij heeft last van auditieve hallucinaties, angst en verwaarlozing van zijn persoonlijke hygiëne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorlopige plaatsing noodzakelijk is om de gezondheid en autonomie van de betrokkene te herstellen.
De beschikking tot voorlopige plaatsing is in overeenstemming met de wettelijke voorschriften van de Lv GGZ en kan maximaal 5 weken voortduren, ingaande op de datum van opname, 28 maart 2024. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de voorlopige plaatsing kan voortduren indien er voor het verstrijken van de termijn een verzoek tot machtiging tot voortgezet verblijf wordt ingediend. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G. Drenth, lid van het Hof, in aanwezigheid van de griffier.