ECLI:NL:OGHACMB:2024:120

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
BON2020H00062
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om aanvullend deskundigenrapport in civiele procedure met betrekking tot arbeidsongeschiktheid

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gebracht, betreft het een hoger beroep van de stichting Fundashon Deportivo Cultural (Fudecu) tegen een eerdere uitspraak. De zaak draait om de vraag of de geïntimeerde, die in eerste aanleg het voorschot heeft betaald, ook verantwoordelijk is voor het betalen van een aanvullend voorschot aan de deskundige, R. Nicholson, die is aangesteld om een aanvullend rapport op te stellen. Het Hof heeft in een tussenvonnis van 28 juni 2022 al aangegeven dat de deskundige een aanvullend rapport moet opstellen en dat de geïntimeerde het voorschot voor dit rapport moet betalen. De deskundige heeft in een e-mail van 19 april 2024 aangegeven dat hij het voorschot op US$ 750,- heeft vastgesteld. Het Hof heeft de deskundige verzocht om in het rapport in te gaan op verschillende vragen met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid van de geïntimeerde en de noodzaak van aanvullend onderzoek. De zaak is verwezen naar de rol van 28 augustus 2024 voor het indienen van een akte na deskundigenbericht. Het Hof heeft de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad verklaard en houdt verdere beslissingen aan tot het rapport is ingediend.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Registratienummer: BON201800034 – BON2020H00062
Uitspraak: 30 april 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
VONNIS
In de zaak van:
de stichting
FUNDASHON DEPORTIVO CULTURAL,
gevestigd en kantoorhoudende in Bonaire,
oorspronkelijk gedaagde,
thans appellante,
gemachtigde: voorheen mr. H.S. Johannes, thans mr. C.A. Peterson,
tegen
[GEÏNTIMEERDE],
wonende te Bonaire,
oorspronkelijk eiseres,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas.
Appellante en geïntimeerde worden hierna respectievelijk Fudecu en [geïntimeerde] genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1
Het Hof verwijst naar zijn tussenvonnis van 28 juni 2022 waarbij de zaak naar de rol van 16 augustus 2022 is verwezen voor vonnis.
1.2
De deskundige R. Nicholson heeft het Hof bij e-mail van 19 april 2024 een bericht gestuurd met de hierna vermelde inhoud.
1.3
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.De verdere beoordeling

2.1
In het tussenvonnis heeft het Hof overwogen dat de deskundige R. Nicholson (hierna: de deskundige) zal worden verzocht een aanvullend schriftelijk rapport te maken en dat [geïntimeerde], zijnde degene die in eerste aanleg het voorschot heeft betaald, ook voor het aanvullend rapport een voorschot aan de deskundige dient te betalen.
2.2
In zijn e-mail van 19 april 2024 heeft de deskundige het Hof bericht dat hij de nadere opdracht zal aanvaarden en heeft hij het voorschot bepaald op US$ 750,- exclusief ABB.
2.3
Met inachtneming van de rechtsoverwegingen 3.13, 3.15, 3.16 en 3.19 tot en met 3.27 van het tussenvonnis verzoekt het Hof de deskundige een aanvullend schriftelijk rapport in te dienen waarin in ieder geval wordt ingegaan op de hieronder in het dictum geformuleerde verzoeken en vragen.
2.4
Het voorschot voor het door de deskundige te verrichten nader onderzoek bedraagt US$ 750,- en dient te worden voorgeschoten door [geïntimeerde].
2.5
Uit de opmerking van de deskundige in zijn e-mail van 24 april jl. dat hij het rapport voor eind mei 2024 gereed kan hebben leidt het Hof af dat de deskundige ongeveer vier weken nodig heeft voor zijn onderzoek. Het Hof zal een iets ruimere termijn hanteren en de deadline voor het inleveren van het rapport bepalen op zes weken nadat de deskundige is bericht dat het voorschot is betaald; eerder mag natuurlijk altijd. Het Hof verzoekt de deskundige het eindrapport, na verwerking van door partijen gemaakte opmerkingen, te sturen naar
griffiehofciviel@caribjustitia.org. De zaak wordt verwezen naar de rol van 28 augustus 2024 voor gelijktijdige akte na deskundigenbericht. Ingeval het voorschot tekortschiet, of dreigt tekort te gaan schieten, dient de deskundige tijdig om een voorschot te vragen en het werk pas te hervatten nadat een verhoging is goedgekeurd en betaald.
2.6
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
3. B E S L I S S I N G
Het Hof:
3.1
Verzoekt de deskundige R. Nicholson (r.nicholson@occumedcn.com/ 005997965559) een aanvullend schriftelijk rapport in te dienen waarin hij aan Fudecu de gelegenheid geeft om opmerkingen te maken op het rapport dan wel vragen daarover te stellen en waarin hij vervolgens op die opmerkingen/vragen reageert en verzoekt de deskundige kenbaar te maken in de aanvullende rapportage op welke wijze hij dat heeft gedaan;
en waarin de volgende vragen worden beantwoord:
klopt het dat de klachten abnormale vermoeidheid, geluidsovergevoeligheid, snel vermoeid raken, snel emotioneel raken, trager reactievermogen en prikkelbaarheid niet verklaard kunnen worden door de bij [geïntimeerde] geconstateerde afwijkingen en zo ja, wordt hulponderzoek nodig geacht;
kunt u een reactie geven op de stelling van Fudecu dat met betrekking tot de mate van arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeschiktheid voor eigen beroep en geschiktheid voor ander passend werk aanvullend neuropsychologisch onderzoek nodig is;
is [geïntimeerde] als gevolg van de eventuele beperkingen bij het verrichten van loonvormende arbeid geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt te achten voor het eigen beroep en zo ja, voor welk percentage (zie rov 3.22 en 3.23 tussenvonnis Hof);
kunt u aangeven welk opleidingsniveau van [geïntimeerde] u voor ogen heeft gehad bij de beantwoording van de vraag of [geïntimeerde] geheel of gedeeltelijk arbeidsgeschikt is te achten voor ander passend werk, rekening houdende met haar beperkingen, het opleidings- en arbeidsverleden (zie rov 3.24 tussenvonnis Hof);
kunt u zich uitlaten over de vraag hoe de door u geconstateerde beperkingen bij het verrichten van loonvormende arbeid zich verhouden tot een baan als marktkoopvrouw zoals door Fudecu gesteld (zie rov. 3.25 tussenvonnis Hof);
is het nodig om bij de beantwoording van de vraag of [geïntimeerde] bij het verrichten van loonvormende arbeid beperkingen ondervindt een revalidatiearts en neuroloog te betrekken;
kunt u aangeven of er verband bestaat tussen een [geïntimeerde] jaren eerder overkomen ongeval met een scooter en de huidige klachten (zie rov 3.26 en 3.27 tussenvonnis Hof).
heeft u naar aanleiding van uw nadere bevindingen uit het aanvullend onderzoek nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
3.2
Stelt het voorschot voor het onder 3.1 bedoelde nader onderzoek vast op US$ 750,-, te betalen door [geïntimeerde] en bepaalt dat de deskundige niet eerder hoeft aan te vangen met zijn werkzaamheden dan nadat het voorschot is betaald;
3.3
Bepaalt dat [geïntimeerde] het voorschot dient over te maken naar rekeningnummer: Banco di Caribe # 30649304 t.n.v. het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (derden gelden rekening), onder vermelding van “voorschot deskundigenrapport zaaknummer BON2020H00062”, en wel binnen twee weken na dit vonnis;
3.4
Verzoekt [geïntimeerde] om het Hof in kennis te stellen zodra het verschot is betaald door toezending van een bericht naar griffiehofciviel@caribjustitia.org;
3.5
Draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
3.6
Bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden onmiddellijk moet staken en contact moeten opnemen met het Hof als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
3.7
Bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken als daarom wordt verzocht;
3.8
Bepaalt dat de deskundige een concept van het aanvullend schriftelijk rapport aan partijen toezendt, en partijen de gelegenheid geeft daarop binnen twee weken bij de deskundige te reageren; uit het definitieve rapport moet zowel blijken van de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken als van de reactie van de deskundige daarop;
3.9
Verzoekt de deskundige om
uiterlijk zes wekenna het bericht omtrent de
betaling van het voorschot zijn schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van het Hof in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
3.1
Wijst de deskundige erop dat uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd;
3.11
Verwijst de zaak naar de rol van
28 augustus 2024voor gelijktijdig door partijen te nemen akten na deskundigenbericht;
3.12
Verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad;
3.13
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, E.M. van der Bunt en E.W.A. Vonk, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curacao uitgesproken op 30 april 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.