ECLI:NL:OGHACMB:2024:114
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.M. van der Bunt
- C.J.H.G. Bronzwaer
- E.W.A. Vonk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake betaling vorderingen tussen partijen in civiele zaak
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante], die in eerste aanleg gedaagde was, tegen [geïntimeerde], de eiser in eerste aanleg. De zaak betreft vorderingen tot betaling van verschillende bedragen door [geïntimeerde]. Het Hof verwijst naar een eerder tussenvonnis van 13 december 2023, waarin [appellante] was toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Echter, in een e-mail van 14 februari 2024 heeft de advocaat van [appellante] meegedeeld dat er geen getuigen beschikbaar zijn, waarna de zaak naar de rol is verwezen voor vonnis.
In de beoordeling heeft het Hof vastgesteld dat de eerste twee vorderingen van [geïntimeerde] tot betaling van USD 5.614,20 en USD 6.000,00 toewijsbaar zijn. Voor de derde vordering van USD 4.000,00 heeft het Hof [geïntimeerde] bewijs opgedragen, wat hij heeft geleverd door middel van een telefoongesprek en een schriftelijke verklaring van een derde partij, [naam1]. Aangezien [appellante] geen tegenbewijs heeft ingebracht, heeft het Hof geoordeeld dat ook deze vordering toewijsbaar is.
Het Hof heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van [appellante] niet slaagt en bevestigt de vonnissen waarvan beroep. [appellante] wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [geïntimeerde], die zijn begroot op NAf 240,50 aan verschotten en NAf 6.000,00 aan gemachtigdensalaris. Dit vonnis is uitgesproken op 13 maart 2024 in aanwezigheid van de griffier.