ECLI:NL:OGHACMB:2023:78

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
CUR2023H00132
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing tenuitvoerlegging van bevel tot informatieverschaffing door beleggingsfondsen in verband met fraude

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschappen Enterprise Emerging Markets Funds B.V. (in liquidatie) en Cistenique Investment Fund B.V. (in liquidatie) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De fondsen zijn in hoger beroep gekomen van een vonnis dat hen verplichtte om informatie te verschaffen aan 1Malaysia Development Berhad en andere vennootschappen in verband met een fraudezaak die zich tussen 2009 en 2014 heeft afgespeeld. De fondsen hebben verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis totdat het hoger beroep is beslist.

Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vordering tot schorsing moet worden toegewezen. Het Hof overweegt dat de uitvoering van het vonnis zou leiden tot onomkeerbare gevolgen, aangezien de informatie die aan 1Malaysia c.s. zou worden verstrekt, niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Bovendien is er onvoldoende bewijs dat er een dringend belang is voor 1Malaysia c.s. om de informatie met spoed te ontvangen, vooral gezien het feit dat de fraudezaak al geruime tijd geleden heeft plaatsgevonden. Het Hof heeft daarom besloten de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis te schorsen voor de duur van het hoger beroep en de beslissing over de proceskosten aan te houden tot de einduitspraak.

De uitspraak is gedaan op 9 mei 2023 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummers: CUR202200542 – CUR2023H00132
Uitspraak: 9 mei 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
op de vordering tot schorsing op de voet van art. 272 Rv van:
de besloten vennootschappen
1.
ENTERPRISE EMERGING MARKETS FUNDS B.V.(in liquidatie),
2.
CISTENIQUE INVESTMENT FUND B.V.(in liquidatie),
beide gevestigd te Curaçao,
in eerste aanleg gedaagden in conventie,
eiseressen in voorwaardelijke reconventie,
thans eisers tot schorsing,
gemachtigden: mrs. R.F. van den Heuvel en N.R.V. Soeltaansingh,
tegen
de vennootschappen naar vreemd recht
1.
1MALAYSIA DEVELOPMENT BERHAD,
gevestigd te Maleisië,
2.
SRC INTERNATIONAL (MALAYSIA) LIMITED (I.L.),
gevestigd te Britse Maagdeneilanden,
3.
SRC INTERNATIONAL SDN BHD,
gevestigd te Maleisië,
in eerste aanleg eiseressen in conventie,
verweersters in voorwaardelijke reconventie,
thans verweersters tegen de vordering tot schorsing,
gemachtigden: mrs. J.C. Maris en K. Frielink.
Partijen worden hierna genoemd: enerzijds Enterprise en Cistenique (gezamenlijk de fondsen) en anderzijds 1Malaysia, SRC BVI en SRC (gezamenlijk 1Malaysia c.s.).

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 11 april 2023 ingekomen akte van appel, tevens memorie van grieven, met producties, zijn de fondsen in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 27 maart 2023 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) en hebben zij grieven tegen dat vonnis gericht en een conclusie geformuleerd.
1.2
Bij hetzelfde gedingstuk hebben de fondsen gevorderd, verkort weergegeven, dat het Hof de tenuitvoerlegging van het vonnis zal schorsen voor de duur van het hoger beroep.
1.3
Ook bij hetzelfde gedingstuk hebben de fondsen het Hof verzocht om een ordemaatregel te treffen. 1Malaysia c.s. hebben zich verzet tegen toewijzing van dat verzoek. Bij op 14 april 2023 per e-mail aan partijen medegedeelde beslissing heeft het Hof het verzoek om een ordemaatregel in die zin toegewezen dat het 1Malaysia c.s. heeft verboden om verdere executiemaatregelen te treffen totdat het Hof op het schorsingsverzoek zal hebben beslist.
1.4
Bij op 20 april 2023 ingekomen verweerschrift, met producties, hebben 1Malaysia c.s. geconcludeerd tot afwijzing van de vordering tot schorsing, met veroordeling van de fondsen – uitvoerbaar bij voorraad – in de proceskosten.
1.5
Op 2 mei 2023 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend.
1.6
Vonnis is gevraagd en bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Het Hof gaat voorshands uit van het volgende. Tussen 2009 en 2014 hebben personen die bij 1Malaysia betrokken zijn, voor miljarden US dollars gefraudeerd. De fondsen zijn Curaçaose beleggingsfondsen in liquidatie. Namens SRC en SRC BVI is de (toenmalige) vereffenaar van de fondsen in 2021 aangeschreven in verband met de fraude. Daarbij is aanspraak gemaakt op informatie.
2.2
In het bestreden vonnis heeft het Gerecht de fondsen bevolen om informatie te verschaffen aan 1Malaysia c.s. op straffe van verbeurte van dwangsommen. In het dictum is de te verschaffen informatie gespecificeerd in zeven soorten informatie. Het Gerecht heeft de vorderingen van 1Malaysia c.s. getoetst aan art. 843a Rv. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.3
Bij de beoordeling van de vordering tot schorsing gelden de maatstaven als vermeld in HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026 (Strandhotel).
2.4
Het bestreden vonnis bevat geen kennelijke misslagen. Noch de overweging van het Gerecht dat in dit stadium niet kan worden vastgesteld dat de vorderingen zijn verjaard, noch de overwegingen van het Gerecht, gelezen in het licht van de omstandigheid dat de fondsen hun aansprakelijkheid hebben betwist, kunnen worden aangemerkt als kennelijke misslagen. De bezwaren van de fondsen tegen het bestreden vonnis kunnen voor het overige in het hoger beroep aan de orde komen. Daarop loopt het Hof thans niet vooruit.
2.5
Een belangenafweging valt echter in het voordeel van de fondsen uit. Uitvoering van de door de eerste rechter gegeven veroordeling zal ertoe leiden dat 1Malaysia c.s. de vrije beschikking krijgen over de informatie, die zij naar eigen goeddunken kunnen gebruiken. Het verstrekken van de informatie is onomkeerbaar in die zin dat de daarmee verworven kennis niet meer ongedaan kan worden gemaakt (vergelijk: Hof Amsterdam 26 mei 2009, JOR 2010/318). Vooralsnog is voldoende aannemelijk dat de fondsen zich uit hoofde van hun taak als beleggingsfonds het belang dienen aan te trekken dat geen informatie aan derden wordt verstrekt indien die derden daar geen recht op hebben. Daartegenover staat geen concreet belang van 1Malaysia c.s. om met spoed over de informatie te beschikken. Hierbij dient te worden bedacht dat de fraudezaak in die zin inmiddels een ‘cold case’ is dat de fraude gepleegd is tussen 2009 en 2014. Evenmin zijn er feiten gesteld op grond waarvan een reële vrees moet worden aangenomen dat er tijdens de loop van het hoger beroep door toedoen van de fondsen informatie verloren zal gaan die nu nog beschikbaar is.
2.6
De vordering zal worden toegewezen. De beslissing over de proceskosten zal worden aangehouden tot de einduitspraak in het hoger beroep.
2.7
Het Hof wijst nog op het volgende. Onder 1.4 van het verweerschrift is vermeld dat 1Malaysia c.s. veronderstelt dat het Hof beschikt over het gehele dossier in eerste aanleg. Deze veronderstelling is onjuist. Het Hof wijst op art. 113 Procesreglement 2018.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
schorst de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis voor de duur van het hoger beroep;
houdt de beslissing over de proceskosten aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.M. van der Bunt, G.C.C. Lewin en C.G. ter Veer en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 9 mei 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.