In deze zaak gaat het om de vraag of de belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de inkomsten die hij heeft ontvangen van [X] Inc., een bedrijf gevestigd in de Verenigde Staten. De belanghebbende, die woont in Curaçao, heeft in 2017 een bedrag van NAf 53.400 ontvangen voor zijn werkzaamheden als directeur van [X]. Daarnaast ontving hij rente-inkomsten van NAf 24.539 uit de VS. De Inspecteur der Belastingen in Curaçao heeft een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van NAf 77.439, maar heeft geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend.
De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur heeft geen uitspraak gedaan. Na een beroep bij het Gerecht in eerste aanleg, dat het beroep gegrond verklaarde, heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat partijen het eens zijn over de ontvangen vergoedingen voor de werkzaamheden van de belanghebbende. Het Hof concludeert dat de inkomsten van de belanghebbende vallen onder de vrijstelling van inkomstenbelasting voor buitenlands inkomen, zoals vastgelegd in het Landsbesluit voorkoming van dubbele belasting.
Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Gerecht, en vermindert de aanslag tot het belastbaar inkomen van NAf 77.439, met inachtneming van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De Inspecteur wordt opgedragen het betaalde griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden.