ECLI:NL:OGHACMB:2023:5
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eigendomsgeschil over perceel in langdurig onverdeelde boedel op Saba
In deze zaak gaat het om een geschil over de eigendom van een perceel gelegen op Saba, dat deel uitmaakt van een langdurig onverdeelde boedel. De appellant, geboren in 1936, is de zoon van wijlen [vader], die het perceel in 1969 aan hem heeft verkocht, maar de levering is nooit uitgevoerd. De appellant heeft het perceel sinds lange tijd in gebruik, maar de juridische eigendom is nooit aan hem overgedragen. In eerste aanleg heeft het Gerecht in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het verzoek van de appellant afgewezen om verstek te verlenen aan de belanghebbenden van het perceel, omdat de oproeping niet correct was uitgevoerd volgens de wettelijke vereisten. De appellant heeft in hoger beroep de vernietiging van het vonnis van het Gerecht gevraagd en zijn vorderingen opnieuw ingediend. Het Hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet voldeed aan de eisen van de wet en dat de appellant zijn vordering niet kan onderbouwen zonder de erfgenamen van zijn vader te betrekken. Het Hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor de appellant om aanvullende informatie te verstrekken over de erfgenamen van zijn vader, zodat de zaak verder kan worden behandeld. De beslissing van het Hof houdt iedere verdere beslissing aan tot de volgende zitting.