Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[DE WERKNEMER],
Het verloop van de procedure
De beoordeling
rental agent short and mid term. Bij overeenkomst van 22 september 2019 zijn zij nader overeengekomen:
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werknemer die in kort geding een vordering heeft ingesteld tegen haar werkgever, Hopi Bon Properties Beheer B.V., na haar ontslag. De werknemer, die sinds 22 juli 2019 in dienst was, werd op 23 maart 2020 ziek en is arbeidsongeschikt verklaard. De werkgever vroeg op 25 maart 2021 toestemming aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, welke toestemming op 7 mei 2021 werd verleend. De werknemer ontving op 10 juni 2021 een e-mail van de werkgever waarin het einde van haar dienstverband werd bevestigd, maar zij betwistte de rechtsgeldigheid van het ontslag en vorderde doorbetaling van loon en verstrekking van loonspecificaties.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van een voorschot van USD 900,-, maar de werknemer ging in hoger beroep tegen de afwijzing van haar overige vorderingen. Het Hof oordeelt dat de arbeidsovereenkomst voldoende duidelijk is opgezegd, maar dat de wettelijke opzegtermijn niet in acht is genomen. De werknemer heeft recht op een voorschot van USD 2.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente, en de werkgever moet loonspecificaties verstrekken. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld. Het vonnis is uitgesproken op 21 maart 2023.