ECLI:NL:OGHACMB:2023:346

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
H -51/22
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling politieambtenaar voor ambtelijke omkoping en schending ambtsgeheim met taakstraf en ontzetting uit ambt

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een politieambtenaar die was veroordeeld voor ambtelijke omkoping en schending van het ambtsgeheim. De verdachte, geboren in 1967, was eerder vrijgesproken door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, maar de officier van justitie stelde hoger beroep in. Tijdens de zitting op 27 november 2023 heeft het Hof de vordering van de procureur-generaal gehoord, die een veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf eiste. De raadsvrouw van de verdachte pleitte voor integrale vrijspraak. Het Hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waarbij het Hof de bewijsmiddelen en de samenwerking met een medeverdachte in aanmerking nam. De verdachte had een gift gevraagd van USD 7.500,00 in ruil voor het verdoezelen van informatie over een politieonderzoek. Het Hof oordeelde dat de verdachte haar ambtsgeheim had geschonden door geheime informatie te delen met onbevoegden. De straf die werd opgelegd bestond uit een taakstraf van 200 uren en ontzetting uit het recht om het ambt van politieambtenaar te bekleden voor de duur van 3 jaren.

Uitspraak

Zaaknummer: H -51/22
Parketnummer: 100.00464/21
Uitspraak: 18 december 2023 Tegenspraak

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) van 13 april 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder 1 en 2 ten laste gelegde vrijgesproken.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 november 2023.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. R.J. Boswijk, en van hetgeen door de verdachte en haar raadsvrouw,
mr. S.D.M. Roseburg, naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met een proeftijd van 3 jaren alsmede een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit en daarmee bevestiging van het vonnis van beroep.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof tot andere beslissingen komt dan het Gerecht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
:
Feit 1
Primair
zij op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2021 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) in haar hoedanigheid van politieagent aan een persoon, namelijk [politieagent 1], een gift in de vorm van een geldbedrag ter hoogte van USD 7.500,00, voor zichzelf en/of een andere heeft gevraagd:
- teneinde haar te bewegen om in haar bediening van politie ambtenaar in strijd met haar plicht iets te doen en/of na te laten, en/of; ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door haar in haar huidige en/of vroegere bediening van politie ambtenaar is gedaan of nagelaten,
immers is/heeft zij, verdachte:
- in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/of fotobestanden van observatie dossiers, althans een of meerdere gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of andere informatie behorende bij [politieagent 1] geraadpleegd en/of bevraagd en/of uit dat(die) syste(e)m(en) geëxporteerd, met als doeleinde voornoemde [politieagent 1] om te kopen voor een bedrag van USD 7.500.00, en/of;
- ( vervolgens) naar het werk van [politieagent 1] gegaan en/of heeft daarbij gezegd dat [politieagent 1] een probleem heeft, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat hij onderwerp was van een onderzoek door de politie/DEA, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat dit probleem opgelost kon worden door betaling van USD 7.500,-- en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat na betaling van USD 7.500,- het bewijs vernietigd zou worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat hij met slechte mensen om ging en hij USD 7.500,- moest betalen om met rust gelaten te worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat hij die avond naar een ontmoetingsplaats nabij Bel Air Beach moest komen, en/of;
- ( vervolgens) [politieagent 1] ontmoet nabij Bel Air Beach en tegen [politieagent 1] gezegd dat zij informatie over hem had en de man geld moest betalen om die informatie te krijgen, en/of;
- ( vervolgens) een of meerdere (door een observatieteam genomen) foto's getoond of laten tonen aan [politieagent 1] en/of om een telefoonnummer van [politieagent 1] heeft gevraagd, en/of;
- ( vervolgens) die [politieagent 1] een of meerdere malen te bellen en o.a. doormiddel van dreigementen te trachten die [politieagent 1] te dwingen, althans te overtuigen een geldbedrag van USD 7.500.00 te betalen, en/of;
- ( vervolgens) die [politieagent 1] heeft gevraagd om de door hem gedane aangifte van 12 oktober 2021 in te trekken;
Subsidiair
zij op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2021 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens), als ambtenaar, immers werkzaam als politieagent, met misbruik van haar functie, opzettelijk iets heeft gedaan, namelijk verdachte heeft:
- in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/of fotobestanden van observatie dossiers, althans een of meerdere gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of andere informatie behorende bij [politieagent 1] geraadpleegd en/of; bevraagd en/of uit dat systeem geëxporteerd, met als doeleinde voornoemde [politieagent 1] om te kopen voor een bedrag van USD 7.500.00, en/of;
- ( vervolgens) naar het werk van [politieagent 1] gegaan en/of heeft daarbij gezegd dat [politieagent 1] een probleem heeft, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat hij onderwerp was van een onderzoek door de politie/DEA, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat dit probleem opgelost kon worden door betaling van USD 7.500,- en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat na betaling van USD 7.500,- het bewijs vernietigd zou worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat hij met slechte mensen om ging en hij USD 7.500,- moest betalen om met rust gelaten te worden, en/of;
- ( vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat hij die avond naar een ontmoetingsplaats nabij Bel Air Beach moest komen, en/of;
- ( vervolgens) [politieagent 1] ontmoet nabij Bel Air Beach en tegen [politieagent 1] gezegd dat zij informatie over hem had en de man geld moest betalen om die informatie te krijgen, en/of
- ( vervolgens) een of meerdere (door een observatieteam genomen) foto's getoond of laten tonen aan [politieagent 1] en/of om een telefoonnummer van [politieagent 1] heeft gevraagd, en/of;
- ( vervolgens) die [politieagent 1] een of meerdere malen te bellen en o.a. doormiddel van dreigementen te trachten die [politieagent 1] te dwingen, althans te overtuigen een geldbedrag van USD 7.500.00 te betalen, en/of;
- ( vervolgens) die [politieagent 1] heeft gevraagd om de door hem gedane aangifte van 12 oktober 2021 in te trekken,
in elk geval (telkens) iets heeft gedaan ten einde enig voordeel voor zichzelf en/of (een) ander(en) te verkrijgen;
Feit 2
zij op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2021 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens), opzettelijk een of meerdere geheimen, te weten informatie uit (lopende) strafrechtelijke en/of politieonderzoeken van het Korps Politie Sint Maarten, waarvan zij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zij uit hoofde van ambt en/of beroep, te weten als politieagent van het Korps Politie Sint Maarten, dan wel uit hoofde van wettelijk voorschrift, verplicht is het te bewaren, heeft geschonden, immers heeft verdachte in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/of fotobestanden van observatie dossiers, althans gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of en/of andere informatie behorende bij [politieagent 1] geraadpleegd en/of bevraagd en/of uit dat(die) syste(e)m(en) geëxporteerd en (vervolgens) voornoemde informatie verstrekt aan (een) ander(en) die tot kennisneming daarvan onbevoegd wa(r)s(en).
Bewezenverklaring
Het Hof acht – op grond van de bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen – wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en het onder 2 ten laste heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1
Primair
zij
op een of meer tijdstip(pen),in
of omstreeksde periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2021 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
(telkens
)in haar hoedanigheid van politieagent aan een persoon, namelijk [politieagent 1], een gift in de vorm van een geldbedrag ter hoogte van USD 7.500,00, voor zichzelf en
/ofeen
anderheeft gevraagd:
- teneinde hem te bewegen om in haar bediening van politie ambtenaar in strijd met haar plicht iets te doen en/of na te laten,
en/of;ten gevolge en/of naar aanleiding van hetgeen door haar in haar huidige en/of vroegere bediening van politie ambtenaar is gedaan of nagelaten,
immers is/heeft zij, verdachte:
- in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/of fotobestanden van observatie dossiers, althans een of meerdere gesloten systemen van het Korps Politie Sint Maarten persoonsgegevens en/of andere informatie behorende bij [politieagent 1] geraadpleegd en/of bevraagd en/of uit dat(die) syste(e)m(en) geëxporteerd, met als doeleinde voornoemde [politieagent 1] om te kopen voor een bedrag van USD 7.500.00, en/of;
-
(vervolgens)naar het werk van [politieagent 1] gegaan en
/of heeftdaarbij gezegd dat [politieagent 1] een probleem heeft, en
/of;
-
(vervolgens
)tegen [politieagent 1] gezegd dat hij onderwerp was van een onderzoek door de politie
/DEA, en
/of;
-
(vervolgens
)tegen [politieagent 1] gezegd dat dit probleem opgelost kon worden door betaling van USD 7.500,- en
/of;
- (vervolgens) tegen [politieagent 1] gezegd dat na betaling van USD 7.500,- het bewijs vernietigd zou worden, en/of;
-
(vervolgens
)tegen [politieagent 1] gezegd dat hij met slechte mensen om ging en hij USD 7.500,- moest betalen om met rust gelaten te worden, en
/of;
-
(vervolgens
)tegen [politieagent 1] gezegd dat hij
die avondnaar een ontmoetingsplaats nabij Bel Air Beach moest komen, en
/of;
-
(vervolgens
)[politieagent 1] ontmoet nabij Bel Air Beach en tegen [politieagent 1] gezegd dat zij informatie over hem had en de man geld moest betalen om die informatie te krijgen, en
/of;
-
(vervolgens
) een ofmeerdere
(door een observatieteam genomen
)foto’s
getoond ofheeftlaten tonen aan [politieagent 1] en
/ofom een telefoonnummer van [politieagent 1]
heeftgevraagd, en
/of;
-
(vervolgens
)die [politieagent 1]
een of meerdere malengebelden
o.a. doormiddel van dreigementen te trachtendie [politieagent 1]
te dwingen, althanste overtuigen een geldbedrag van USD 7.500.00 te betalen.
, en/of;
- (vervolgens) die [politieagent 1] heeft gevraagd om de door hem gedane aangifte van 12 oktober 2021 in te trekken;
Feit 2
zij
op een of meer tijdstip(pen),in
of omstreeksde periode van 12 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2021 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (telkens), opzettelijk een
of meerderegeheim
en, te weten informatie uit
een(lopende) strafrechtelijke en/ofpolitieonderzoek
envan het Korps Politie Sint Maarten, waarvan zij wist
of redelijkerwijs had moeten vermoedendat zij uit hoofde van ambt
en/of beroep, te weten als politieagent van het Korps Politie Sint Maarten,
dan wel uit hoofde van wettelijk voorschrift,verplicht is
hette bewaren, heeft geschonden, immers heeft verdachte
in het (geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem en/offotobestanden van observatie dossiers
, althans gesloten systemenvan het Korps Politie Sint Maarten
persoonsgegevens en/ofen
/of andere informatie behorende bij [politieagent 1] geraadpleegd
en/of bevraagd en/of uit dat(die) syste(e)m(en) geëxporteerden
(vervolgens
)voornoemde informatie verstrekt aan
(een
)ander
(en)die tot kennisneming daarvan onbevoegd wa
(r)s
(en).
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft vrijspraak ten aanzien van beide feiten bepleit.
Ter onderbouwing van feit 1 primair heeft de raadsvrouw betoogd dat voor een strafbaar handelen is vereist dat degene aan wie om een gift wordt gevraagd op de hoogte is dat de persoon wie om de gift vraagt een ambtenaar is en dat tegenover de gift een handelen of nalaten van de ambtenaar staat die in strijd is met de plicht van die ambtenaar.Echter, niet is gebleken dat [politieagent 1] wetenschap had van de functie van de verdachte en de medeverdachte, en dat zij aan hem hebben aangeboden om iets in strijd met hun ambt te doen of na te laten. Dit betekent dat er geen bewijs voorhanden is voor passieve ambtelijke omkoping door de verdachte.
Ook het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde, kan gelet op hetgeen hierboven is uiteengezet, niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de verdachte geen enkel geheim heeft gedeeld. De foto’s van [politieagent 1] kunnen niet als geheim worden aangemerkt, omdat zij afkomstig zijn van een afgerond politieonderzoek. De verdachte was daar niet bij betrokken en had deze foto’s ook niet in haar bezit. Nu de verdachte vóór het doorsturen van deze foto’s geen politiesysteem heeft geraadpleegd, kan niet worden gesproken van geheime informatie in de zin van artikel 2:232 van het Wetboek van Strafrecht.
Het Hof overweegt hieromtrent als volgt.
Feit 1 primair: Ambtelijke omkopingHet Hof is, anders dan de raadsvrouw, van oordeel dat voor bewezenverklaring van ambtelijke omkoping niet is vereist dat moet komen vast te staan dat de persoon aan wie om een gift wordt gevraagd weet dat die door een ambtenaar is benaderd. Daarbij stelt het Hof voorop dat de tekst van deze wettelijke bepaling deze eis niet stelt. Evenmin kan dit worden afgeleid uit de wetsgeschiedenis. Integendeel, bij de strafbaarstelling van ambtsmisdrijven geldt als eis dat de verdachte over de kwaliteit van ambtenaar beschikt. Nu vaststaat dat de verdachte een (politie)ambtenaar is, kan het onder feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Feit 2: Schending ambtsgeheimVoor de beantwoording van de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schending van haar ambtsgeheim, moet het Hof vaststellen of zij geheime informatie heeft gedeeld met derden. Het schenden van een geheim in de zin van artikel 2:232 van het Wetboek van Strafrecht moet worden uitgelegd als het verstrekken van geheime gegevens aan een ander die tot kennisgeving daarvan onbevoegd is.
Het Hof is van oordeel dat de verdachte haar ambtsgeheim heeft geschonden.
De foto’s van [politieagent 1] zijn gemaakt in het kader van een observatie in een politieonderzoek en zijn slechts bestemd voor politieambtenaren die daartoe geautoriseerd en dus bevoegd zijn. De medeverdachte beschikte over deze informatie uit hoofde van zijn functie als politieambtenaar in het kader van dat politieonderzoek. De verdachte, die ook politieambtenaar is, was niet bij dit politieonderzoek betrokken. Zij kreeg deze informatie doorgestuurd van de medeverdachte. Uit de aard van deze informatie volgt dat ook de medeverdachte als politieambtenaar redelijkerwijs moest vermoeden dat zij verplicht was deze geheime informatie te bewaren. Het feit dat het onderzoek waartoe de observatiefoto’s behoorden tot een einde was gekomen en de medeverdachte de observatiefoto’s op zijn privé-telefoon had staan, maakt niet dat het geheime karakter aan die informatie ontvalt en dat het de verdachte en de medeverdachte als politieambtenaren vrij stonden deze met buitenstaanders te delen.
Gelet op het voorgaande, acht het Hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk haar ambtsgeheim heeft geschonden en dat de delictsomschrijving is vervuld.
MedeplegenHet Hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte bewust en nauw met de medeverdachte heeft samengewerkt bij het onder feit 1 bewezen verklaarde.
De medeverdachte kwam met het initiatief om het slachtoffer om te kopen en heeft de verdachte benaderd om contact met het slachtoffer op te nemen. De medeverdachte heeft de geheime informatie, te weten de observatiefoto’s, aan de verdachte beschikbaar gesteld. Vervolgens heeft de verdachte contact gelegd met het slachtoffer, aan hem gezegd dat zij informatie over hem had en dat het slachtoffer voor deze informatie moest betalen. De verdachte heeft op haar beurt de informatie naar een derde gestuurd die de taak kreeg om het slachtoffer de observatiefoto’s te laten zien. Hiermee heeft de verdachte naar het oordeel van het Hof een wezenlijke bijdrage geleverd aan de omkoping en kan zij als medepleger worden aangemerkt.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:351 van het Wetboek van Strafrecht van Sint Maarten. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
als ambtenaar een gift vragen, teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten.
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:232 van het Wetboek van Strafrecht van Sint Maarten. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van zijn ambt verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Met betrekking tot de ernst van het bewezenverklaarde wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich, samen met een ander, als politieambtenaar schuldig gemaakt aan (passieve) ambtelijke omkoping en schending van haar ambtsgeheim. Zij en haar collega politieambtenaar hebben uit eigen beweging een burger benaderd, hem geconfronteerd met vertrouwelijke - deze burger aangaande - observatiebevindingen uit een politieonderzoek en om steekpenningen gevraagd om deze informatie te laten verdwijnen.
Dit zijn ernstig strafbare feiten. Het behoeft geen betoog dat het doorspelen van informatie over het reilen en zeilen binnen de politieorganisatie in strijd is geweest met de plicht van de verdachte. Een politieambtenaar neemt bovendien, gelet op zijn taak en functie, een bijzondere plaats in binnen de samenleving. Van een politieagent wordt daarom volledige integriteit en onkreukbaarheid verwacht.
Met hun handelen hebben de verdachte en de medeverdachte het noodzakelijke vertrouwen in de integriteit van het politiekorps van Sint Maarten geschaad. Het Hof rekent de verdachte deze gedragingen zwaar aan.
Het Hof heeft bij het bepalen van de opgelegde straf voorts acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die onder andere blijken uit de over haar uitgebrachte rapportages.
Op grond van dit alles komt het Hof tot de slotsom dat de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt in de door de procureur-generaal gevorderde voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden en werkstraf van 180 uren.
Het Hof is, met eenparigheid van stemmen, van oordeel dat een werkstraf voor de duur van 200 uren en een ontzetting van het recht om het ambt van politieambtenaar te bekleden voor de duur van 3 jaren passend en geboden is.
De reden om naast een werkstraf een ontzetting uit het ambt op te leggen is erin gelegen dat de verdachte door haar handelen er blijk van heeft gegeven de verantwoordelijkheid die bij het vervullen van het politieambt hoort, volstrekt onvoldoende te kunnen dragen.De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:45, 1:46, 1:64, 1:66, 1:123 en 1:136 en 2:364 van het Wetboek van Strafrecht Sint Maarten, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht en doet opnieuw recht;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar de maatstaf van 2 (twee) uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag;
ontzet de verdachte voor de duur van
3 (drie) jarenvan het recht om het ambt van politieambtenaar te bekleden;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.C.B. Hubben, S. Verheijen en H. de Doelder, leden van het Hof, bijgestaan door mr. T.M.A.D. de Lanoy, (zittings)griffier, en op
18 december 2023 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten.
Mr. H. de Doelder is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De uitspraakgriffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.