ECLI:NL:OGHACMB:2023:322

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
H-63/22
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding in hoger beroep tegen vrijspraak en veroordeling tot gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 6 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De verdachte, geboren in 1985, was bijgestaan door mr. R. Martis, advocaat te Curaçao. Het Gerecht had de verdachte vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde en veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden met aftrek van voorarrest voor het onder 2 tenlastegelegde. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld, maar de dagvaarding om ter terechtzitting in hoger beroep te verschijnen was niet op de wettelijk voorgeschreven wijze betekend. Hierdoor is de verdachte niet verschenen op de zitting. Het Hof heeft geoordeeld dat de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard dient te worden, omdat deze niet aan de wettelijke vereisten voldeed. De beslissing van het Hof is op 6 april 2023 uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting in Curaçao.

Uitspraak

Zaaknummer: H-63/22

Parketnummer: 50000244/21
Uitspraak: 6 april 2023 verstek

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) van 16 mei 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats] op het adres [adres],
bijgestaan door mr. R. Martis, advocaat te Curaçao.
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder 1 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Gebleken is dat de dagvaarding om ter terechtzitting in hoger beroep van 6 april 2023 te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze is betekend, terwijl de verdachte niet op die terechtzitting is verschenen.
De dagvaarding in hoger beroep dient daarom nietig te worden verklaard.

BESLISSING

Het Hof:
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Verheijen, voorzitter, mrs. G.C.C. Lewin en F.V.L.M. Wannyn, leden van het Hof, bijgestaan door mr. J. Mulder, zittingsgriffier, en op 6 april 2023 uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.