3.1Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1Sinds 2000 heeft [appellante] een perceel grond in eigendom aan de Franklin D. Rooseveltweg te Willemstad, Curaçao, groot 850 m2, omschreven in meetbrief [A] (hierna: perceel A). Op 28 november 2000 heeft zij een bouwvergunning verkregen voor het uitbreiden van een woonhuis op dat perceel.
3.1.2Perceel A grenst aan een perceel grond, groot 9.555 m2, omschreven in meetbrief [C] (hierna: perceel C). Perceel C grenst weer aan een perceel grond, groot 400 m2, omschreven in meetbrief [B] (hierna: perceel B). Percelen B en C vormden eerst gezamenlijk één perceel, omschreven in meetbrief [B+C]. Tot begin oktober 2017 stonden deze percelen in de openbare registers op naam van [erflater], ook bekend met de achternamen (…) (hierna: [erflater]), die het in 1873 heeft verkregen.
3.1.3De percelen A, B en C zijn weergegeven op de volgende kaart (de letters zijn toegevoegd door het Gerecht).
[kaart weggelaten vanwege anonimisering]
3.1.4 [[erflater] was getrouwd met [echtgenote]. [erflater] en zijn echtgenote hebben meer dan 150 erfgenamen. Onder hen zijn de volgende:
- [ erfgenaam 1], geboren in 1939 (hierna: [erfgenaam 1]);
- [ erfgenaam 2], geboren in 1948 (hierna: [erfgenaam 2]);
- [ erfgenaam 3], geboren in 1949 (hierna: [erfgenaam 3]).
[erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] hebben contact met [appellante] gehad over de verkoop van de percelen B en C aan [appellante].
[erfgenaam 1] heeft contact met [geïntimeerde 1] gehad over de verkoop van de percelen B en C aan [geïntimeerden]
3.1.5 [[appellante] is in het bezit van een op 20 februari 2002 gedateerd geschrift, waarin [erfgenaam 2] aan een advocaat schrijft dat hij met [appellante] naar het belastingkantoor is gegaan om te vragen hoeveel schuld er was op de percelen B en C. Bij het belastingkantoor heeft men gezegd dat deze informatie normaal gesproken werd opgevraagd door de notaris. In de brief verzoekt [erfgenaam 2] de advocaat om contact op te nemen met toenmalig notaris mr. J.R.E. Kleinmoedig.
3.1.6Een brief van notaris Kleinmoedig vermeldt dat hij op 21 maart 2002 voor het eerst een bespreking met [appellante] heeft gehad over de aankoop van een perceel uit een nalatenschap met veel erfgenamen.
3.1.7Bij brief van 25 september 2006 heeft de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting van het toenmalige Eilandgebied Curaçao aan [geïntimeerde 1] bericht dat de dienst onder voorwaarden kan instemmen met de realisatie van detailhandelsdoeleinden op een braakliggend perceel aan de Rooseveltweg, omschreven in meetbrief 27/1916.
3.1.8 [[geïntimeerden] zijn in het bezit van een op 1 november 2006 gedateerd geschrift dat vermeldt:
Hierbij verklaart:
[erfgenaam 1]
het volgende te zijn overeengekomen:
Dat [percelen B en C] te verkopen voor een bedrag van f 500.000,-
In tweevoud opgemaakt en getekend te Curacao, op 1 November 2006.
[erfgenaam 1]
[handtekening]
3.1.9In november 2006 heeft een makelaar in opdracht van [geïntimeerde 1] de percelen B en C getaxeerd, met als uitkomst NAf 800.000 onderhandse verkoopwaarde. Bij brief van 2 februari 2007 heeft de RBTT- bank notaris Naaldijk van notariskantoor Kleinmoedig & Naaldijk verzocht een hypotheek op de percelen B en C te vestigen met een vennootschap van [geïntimeerden] als onderzetter en kredietnemer.
3.1.10 [[appellante] is in het bezit van een op 12 december 2007 gedateerd geschrift dat vermeldt:
Aki semi doño [erfgenaam 2] ta bende [percelen B en C] ku [appellante]
Prijs fls 500.000
Paga fls 30.000 awe
------------
Sobra Fls. 470.000 Fecha 12-12-2007
[handtekening]
Orden di semi doño
[handtekening]
12-12-2007
Vrij vertaald door het Hof:
Hier/ik (aki = hier; ami = ik) semi-eigenaar [erfgenaam 2] verkoop [percelen B en C] aan [appellante]
Prijs fls 500.000
Betaald fls 30.000 vandaag
------------
Resteert Fls. 470.000 Datum 12-12-2007
[handtekening]
In opdracht van de semi-eigenaar
3.1.11 [[appellante] is in het bezit van een taxatierapport van 3 februari 2008, waarin de percelen B en C worden getaxeerd op een marktwaarde van NAf 498.500. Het taxatierapport vermeldt als eigenaar “nabestaanden van familie [erflater]” (zoals verder omschreven).
3.1.12 [[appellante] is in het bezit van handgeschreven geschriften, gedateerd op 18 maart 2008, die ertoe strekken dat [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] verklaren dat de percelen B en C zijn verkocht aan [appellante].
3.1.13 [[geïntimeerden] zijn in het bezit van een op 12 november 2008 gedateerd en ondertekend geschrift dat vermeldt dat [erfgenaam 2] en een aantal andere personen [erfgenaam 1] machtigen om de percelen B en C namens hen te verkopen en over te dragen.
3.1.14Bij vonnis van 2 februari 2009, gewezen tussen [eiser 1] en anderen als eisers en [gedaagde 1] en anderen als gedaagden, heeft het Gerecht de eisers in die zaak gemachtigd om in het kader van de scheiding en deling van de nalatenschappen van [erflater] en zijn echtgenote de percelen B en C voor NAf 500.000 aan [geïntimeerden] te verkopen ten overstaan van notaris Kleinmoedig, en een deurwaarder benoemd tot eenzijdig persoon om gedaagden bij de verkoop en levering te vertegenwoordigen voor zover zij niet mochten meewerken. Daartoe heeft het Gerecht onder meer overwogen: