2.6Bij beschikking van 18 november 2020 heeft het Gerecht de verzoeken van [appellant] afgewezen en daartoe onder meer als volgt overwogen:
“15. In de ontslagbrief wordt, samengevat, als dringende reden voor ontslag genoemd dat [appellant] zichzelf heeft verrijkt door bonnen van bedrijven te fabriceren, AHZ in de veronderstelling te brengen en/of te laten dat hij de goederen op die bonnen ten behoeve van AHZ had gekocht, terwijl dit niet het geval was, en zich door AHZ heeft laten uitbetalen voor het bedrag dat op die bonnen stond.
(…)
16 In het verweerschrift en tijdens de mondelinge behandeling heeft AHZ nader toegelicht wat de algemene werkwijze is en wat zich in het geval van [appellant] heeft voorgedaan, naar aanleiding waarvan AHZ hem op staande voet heeft ontslagen. AHZ heeft een klein aantal werknemers toestemming gegeven om ten behoeve van AHZ bij bedrijven goederen te kopen die nodig zijn voor het onderhoud van de supermarkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om koelvloeistof voor de koelingen, olie voor de koelcompressoren en wrapolie voor pallets. De procedure gaat als volgt. Na mondelinge toestemming van een van de winkelmanagers van AHZ, kan de betreffende medewerker bij de kassa geld ophalen om het goed te kopen. De kassière legt vervolgens een briefje in de kassa waarop het uitbetaalde geldbedrag staat. Na aankoop dient de medewerker de originele bon van het bedrijf waar het goed is gekocht over te leggen en het wisselgeld bij de kassière af te geven. Bij ontvangst van de aankoopbon, maakt de kassière een paid-outbon waar zowel de kassière als de medewerker zijn of haar handtekening of naam op zetten. De aankoopbon en de paidout-bon gaan in de kassa. In de praktijk komt het ook weleens voor dat de medewerker het bedrag voorschiet en het bedrag achteraf, na het overleggen van de aankoopbon, uitbetaald krijgt bij de kassière. Bij bepaalde bedrijven , zoals Kooyman B.V., kan er op rekening worden gekocht en is deze procedure niet nodig.
(…)
18. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [appellant] het door AHZ verrichte onderzoek naar de bonnen ter discussie gesteld, aangezien dat onderzoek niet is uitgevoerd door een deskundige. Bovendien komt daaruit geen bewijs tegen [appellant] naar voren. [appellant] ontkent dat hij bonnen heeft geschreven of vervalst. Hij heeft bovendien nooit goederen gekocht ten behoeve van de supermarkt. De bonnen zijn geschreven door andere medewerkers van AHZ. [appellant] heeft op 25 juni 2020 een handgeschreven bon van collega [naam collega] uit laten betalen door de kassière. Het uitbetaalde bedrag heeft hij vervolgens aan [naam collega] gegeven. De handtekeningen op de overige paidout-bonnen zijn niet van [appellant]. [appellant] heeft zich slechts benzinegeld uit laten betalen door de kassière van de supermarkt.
19. [appellant] heeft de door AHZ beschreven algemene werkwijze bij AHZ niet weersproken. Hij heeft evenmin weersproken dat hij op 25 juni 2020 een handgeschreven bon bij de kassière heeft ingediend en aan zich uit heeft laten betalen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [appellant] bovendien erkend dat hij ook een aantal andere paidout-bonnen heeft ondertekend, in ieder geval de bonnen van 10 maart 2020 en 12 juni 2020. Dat strookt niet met hetgeen hij eerder op zitting verklaarde. Bovendien blijkt uit de door AHZ overgelegde camerabeelden van respectievelijk 10, 18 en 25 juni 2020 dat [appellant] ook (de bon van 25 juni 2020 had hij al erkend) de bonnen van respectievelijk 10 juni 2020 en 18 juni 2020 aan zich uit heeft laten betalen. Op de beelden is te zien dat [appellant] op het tijdstip dat vermeld staat op de betreffende paidout-bonnen een bon inlevert bij de kassière en vervolgens geld in ontvangst neemt. Op de beelden van 18 en 25 juni 2020 is ook te zien dat [appellant] een bon ondertekent. Op 10 juni 2020 is dat niet het geval, maar op de betreffende paidout-bon staat ook geen handtekening. Daarop staat alleen “[naam 1]” vermeld, hoogstwaarschijnlijk door de kassière op de bon vermeld.
20. Gelet op het voorgaande staat vast dat [appellant] meerdere handgeschreven bonnen (in ieder geval de bonnen van 10 maart 2020, 10 juni 2020, 12 juni 2020, 18 juni 2020 en 25 juni 2020) waarop ten behoeve van de supermarkt gekochte goederen vermeld stonden heeft ingeleverd bij de kassière van de supermarkt en de bedragen vermeld op die bonnen aan zich heeft laten uitbetalen. Daarover heeft [appellant] tijdens de mondelinge behandeling aanvankelijk niet naar waarheid verklaard. Verder staat vast dat [appellant] zelf nooit goederen voor de supermarkt heeft aangeschaft. Voorts wist [appellant], althans behoorde hij te weten, dat de handgeschreven bonnen die hij heeft ingeleverd niet afkomstig waren van de op die bonnen vermelde winkels en dus vals waren. Dat heel hij tijdens de mondelinge behandeling nog een keer bevestigd met zijn eigen stelling dat geen enkele winkel met handgeschreven bonnetjes werkt. De stelling van [appellant] dat de bonnen door medewerkers zijn geschreven en aan hem zijn gegeven om te declareren, is enkel geconcretiseerd met betrekking tot de bon van 25 juni 2020 in die zin dat hij deze bon van collega [naam collega] ontving en deze bon door [appellant] namens hem zou zijn gedeclareerd, waarna de opbrengst aan [naam collega] is afgedragen. Dat acht het gerecht ongeloofwaardig en niet aannemelijk. [naam collega] kon immers zelf ook bonnen declareren en [appellant] heeft geen verklaring gegeven waarom hij dan toch namens [naam collega] een bon zou moeten indienen. Met betrekking tot andere door hem ingediende bonnen heeft [appellant] niet verklaard dat hij die van en voor een ander heeft gedeclareerd. Het gerecht gaat er dan ook vanuit dat [appellant] de desbetreffende bonnen zelf heeft gefabriceerd, ingediend en aan zich heeft laten uitbetalen, waardoor hij is verrijkt. Dit levert evident een dringende reden voor ontslag op. Overigens ook in het geval niet zou kunnen worden vastgesteld dat [appellant] de bonnen zelf heeft geschreven levert het inleveren en aan zich uit laten betalen van valse bonnen een dringende reden voor ontslag op, ongeacht of [appellant] hierdoor zelf is verrijkt.”