ECLI:NL:OGHACMB:2023:287

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
BON2021H00033
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake overeenkomst van opdracht en betaling van loon tussen Bonaco N.V. en Administratiekantoor Hoeve

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Bonaco N.V. tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, waarin Bonaco werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van US$ 27.100,35 aan Administratiekantoor Hoeve. Bonaco, oorspronkelijk gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, heeft in hoger beroep zes grieven ingediend tegen het bestreden vonnis. De procedure begon met een akte van hoger beroep op 2 augustus 2021, na een vonnis van 23 juni 2021. Bonaco heeft in de memorie van grieven geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van Hoeve zal afwijzen. Hoeve heeft de grieven bestreden en verzocht om bevestiging van het bestreden vonnis.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Hoeve heeft administratieve werkzaamheden verricht voor Bonaco en andere bedrijven, en er zijn verschillende facturen gestuurd voor deze werkzaamheden. Bonaco heeft betwist dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, maar het Hof heeft vastgesteld dat er wel degelijk een overeenkomst was en dat Bonaco aan Hoeve loon verschuldigd is voor de verrichte werkzaamheden. Het Hof heeft de hoogte van het loon vastgesteld op US$ 3.500,- per jaarrekening voor de jaren 2014 tot en met 2016, en heeft ook andere facturen voor additionele werkzaamheden goedgekeurd.

Uiteindelijk heeft het Hof het bestreden vonnis bevestigd en Bonaco veroordeeld in de proceskosten van Hoeve in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 21 november 2023.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummer: BON202000091 – BON2021H00033
Uitspraak: 21 november 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
VONNIS
In de zaak van:
de naamloze vennootschap
BONACO N.V.,
gevestigd in Bonaire,
oorspronkelijk gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
thans appellante,
gemachtigde: mr. P.A. van Dort,
tegen
[geïntimeerde]handelende onder de naam
ADMINISTRATIEKANTOOR HOEVE O.,
wonende in Curaçao,
oorspronkelijk eiser in conventie, verweerder in reconventie,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. E. Fa Si Oen.
De partijen worden hierna Bonaco respectievelijk Hoeve genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij akte van hoger beroep, ingediend ter griffie op 2 augustus 2021 is Bonaco in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 23 juni 2021 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zittingsplaats Bonaire (verder: het Gerecht).
1.2
Op 13 september 2021 heeft Bonaco een memorie van grieven met producties ingediend waarbij zes grieven zijn voorgedragen en toegelicht. Bonaco heeft in de memorie geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis zal vernietigen, en opnieuw rechtdoende, de vorderingen van Hoeve alsnog zal afwijzen, met veroordeling van Hoeve -uitvoerbaar bij voorraad- in de proceskosten in eerste aanleg en hoger beroep, te vermeerderen met wettelijke rente.
1.3
Bij op 8 november 2021 ingediende memorie van antwoord met producties heeft Hoeve de grieven bestreden. Zijn conclusie strekt ertoe dat het Hof de vorderingen van Bonaco zal afwijzen, althans haar niet-ontvankelijk zal verklaren, het bestreden vonnis zal bevestigen met veroordeling van Bonaco in de proceskosten in beide instanties met inbegrip van het gemachtigdensalaris, de executiekosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
1.4
Op de nader voor pleidooi bepaalde dag hebben partijen pleitnota’s ingediend.
1.5
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
2.2
Hoeve verrichtte vanaf 2016 met zijn administratiekantoor administratieve werkzaamheden voor Mits Curaçao N.V. (Mits) en Tiger Equipment & Services N.V. (Tiger), beide gevestigd te Curaçao. De eigenaar (UBO) van Mits en Tiger is de heer [naam eigenaar]. Een zoon van [naam eigenaar], [zoon 1 eigenaar] is de managing director van beide bedrijven. [naam eigenaar] is ook de UBO van Bonaco. De managing director van Bonaco is een andere zoon van [naam eigenaar], [zoon 2 eigenaar]
2.3
Op 6 januari 2017 stuurde Accountancy & Tax Partners B.V. (ATP) naar Bonaco een zogenoemde Service Overeenkomst. Daarin stond achter
“Betreft”: “Overeenkomst inzake de financiële – en salarisadministratie en het samenstellen van de jaarrekening vanaf het boekjaar 2017.”Verderop in de Service Overeenkomst stond onder het kopje
Boekjaren 2014-2016:
De werkzaamheden worden zowel op het Bonaco-kantoor als het ATP-kantoor uitgevoerd.
  • 2014 ATP controleert en corrigeert de jaarrekening op basis van de QB-administratie en alle verwerkte boekingsbescheiden,
  • 2015 ATP controleert de administratie en stelt de jaarrekening op, op Basis van de QB Administratie en alle verwerkte boekingsbescheiden,
  • 2016 ATP controleert de administratie en stelt de jaarrekening op, op Basis van de QB administratie en alle verwerkte boekingsbescheiden, nadat de volledige administratie is ingeboekt.
Tarief
Het tarief is gebaseerd op een inschatting van de benodigde tijd voor de totale omvang van ons werk en bedraagt:
US$ 1,500.00 per boekjaar voor de maandelijkse controle van de financiële administratie, de salarisadministratie en ondersteuning.
US$ 2,750.00 per boekjaar voor het samenstellen/corrigeren van de jaarrekening.
2.4
De Service Overeenkomst is niet door Bonaco en ATP ondertekend.
2.5
Bonaco heeft in januari 2017 ook met Hoeve de mogelijkheid besproken dat Hoeve behalve voor Mits en Tiger ook voor Bonaco werkzaamheden in verband met de jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 zou verrichten. Bonaco heeft in dat verband de Service Overeenkomst ter informatie aan Hoeve verstrekt.
2.6
In de periode 14 december 2016 tot en met 31 maart 2018 heeft Hoeve naar Bonaco de volgende facturen gestuurd:
1701 14 december 2016 opstellen jaarrekening 2014 US$ 8.690,-
1702 31 maart 2017 opstellen jaarrekening 2015 US$ 8.680,-
1703 31 maart 2017 opstellen jaarrekening 2016 US$ 8.680,-
1801 1 maart 2018 dealer margin US$ 3.527,15
1802 1 maart 2018 boekenonderzoek US$ 8.861,60
1803 1 maart 2018 creditnota factuur 1802 US$ 8.861,60
1804 31 maart 2018 automatisering US$ 5.003,20
1805 31 maart 2018 indexering huur US$ 530,-
2.7
Hoeve is een aantal keren vanuit Curaçao naar Bonaire gevlogen om ten behoeve van Bonaco werkzaamheden te verrichten. Bonaco heeft telkens de vliegtickets betaald.
2.8
In de periode van 14 maart 2017 tot 11 april 2017 heeft emailcorrespondentie tussen Hoeve en Bonaco plaatsgevonden over de indexering van de huurtarieven die Bonaco Budget Car Rental in rekening brengt voor de huur door Budget van een perceel van Bonaco.
2.9
Bij brief van 20 april 2017 berichtte de Belastingdienst Caribisch Nederland [zoon 2 eigenaar] onder meer als volgt:
In de mailwisseling met [naam 1], waarin u tevens was opgenomen, heb ik een afspraak gemaakt om een vervolg te geven aan het boekenonderzoek bij Bonaco N.V. [naam 1] gaf aan dat de nieuwe accountant de heer Hoeve bij het onderzoek aanwezig zal zijn. Het boekenonderzoek zal plaatsvinden op donderdag 4 mei 2017 om 9.00 uur (..) Ik zal het onderzoek samen met [naam 2] gaan uitvoeren. Wij verzoeken u de administratie over het jaar 2014 aanwezig te hebben tijdens het onderzoek.
Het doel van het boekenonderzoek is de aanvaardbaarheid vast te stellen van de aangiften:
- Loonbelasting over de jaren 2011 tot en met het jaar 2015;
- Algemene bestedingsbelasting over de jaren 2011 tot en met het jaar 2015;
- Opbrengstbelasting over de jaren 2011 tot en met het jaar 2015.
2.1
Bij email van 21 april 2020 stuurde [zoon 2 eigenaar] de onder 2.9 vermelde brief naar Hoeve met de mededeling dat hij het boekenonderzoek goed wil voorbereiden, dat indien Hoeve informatie heeft in verband met het boekenonderzoek hij dat aan [naam eigenaar] dan wel [naam 3] kan laten weten en dat het ticket van Hoeve naar Bonaire al is gekocht. De Belastingdienst heeft op 16 maart 2018 een definitief rapport opgemaakt inzake het boekenonderzoek. In dat rapport wordt Hoeve vermeld als contactpersoon van Bonaco.
2.11
Bij email van 23 april 2017 heeft Hoeve [zoon 2 eigenaar] laten weten welke documenten van belang zijn om de vragen van de Belastingdienst te kunnen beantwoorden.
2.12
In het dossier bevindt zich een brief van [zoon 2 eigenaar] gericht aan “Beste Allen” met de mededeling dat Hoeve in de laatste fase is van de automatisering van de processen bij Bonaco en in dat kader moet praten met IT-mensen van enkele instanties, met het verzoek om de contactgegevens naar Hoeve te sturen Verder hebben Hoeve en [zoon 2 eigenaar] e-mailcontact gehad over automatisering van processen bij Bonaco. Onder meer heeft Hoeve Bonaco in april 2018 een offerte gestuurd voor een ondersteunend programma/boekhoudpakket.
2.13
Op 27 juli 2017 heeft Bonaco met een cheque een bedrag van US$ 8.000,- aan Hoeve betaald.
2.14
Bij email van 26 september 2017 berichtte [zoon 2 eigenaar] aan Deloitte dat Hoeve op Curaçao kantoor houdt en om de maand naar Bonaire komt.
[naam 4] berichtte Hoeve op een bepaald moment per email over de datum van de kick-off meeting met de pomphouders en Deloitte met betrekking tot de “requirements margin analysis pomphouders te Bonaire”. Bij email van 10 oktober 2017 met als onderwerp “Onderzoek Deloitte i.v.m. de margeverhoging gasoline en diesel in Bon.” stuurde Hoeve naar [zoon 2 eigenaar] een aantal documenten. Verder kondigde Hoeve aan dat hoewel Deloitte in een questionnaire vraagt om gegevens over de afgelopen vijf jaren, hij heeft besloten in de questionnaire de gegevens over de jaren 2014 tot en met 2016 te verstrekken.
2.15
Bij brief van 1 augustus 2017 kondigt de belastingdienst aan Bonaco een uitbreiding van het boekenonderzoek aan.
2.16
De Belastingdienst heeft op 16 maart 2018 een definitief rapport opgemaakt inzake het boekenonderzoek. In dat rapport wordt Hoeve vermeld als contactpersoon van Bonaco.
2.17
Bij email van 26 juli 2018 berichte [zoon 2 eigenaar] voormeld aan Hoeve onder meer als volgt:
U was werkzaam (maandloner) voor de bedrijven van mijn broertje en vader toen ik contact met u had opgenomen over de potentiële overname van de administratie van o.a. Bonaco N.V. en hebt ook werkzaamheden verricht gedurende deze uren.
Hier heb u de “service overeenkomst” afgegeven van een firma op Bonaire met wie ik contact had om de administratie van Bonaco N.V. over te nemen, en waar ik specifiek heb gezegd dat indien u het voor dit prijs of een betere prijs kan doen dat ik graag met jou verder wilde, omdat u als een goede relatie had met mijn vader en goed werk had verricht voor hem
(…)
Uw prijs is meer dan het dubbele dat in de ‘service overeenkomst’ staat wat onze basis was om de administratie over te nemen. Er stond een specifiek bedrag voor de maandelijkse controle van de financiele administratie , salarisadministratie en ondersteuning en een specifieke bedrag per boekjaar voor het samenstellen/corrigeren van jaarrekeningen.
Verder heb ik wel begrip dat er wat additionele werkzaamheden verricht waren i.v.m. reconciliatie, correcties en dergelijke maar dit had in een JR kunnen gebeuren.
2.18
Bij brief van 24 april 2019 heeft de gemachtigde van Hoeve Bonaco gesommeerd tot betaling van het totaalbedrag van de facturen van US$ 27.100,35, vermeerderd met US$ 4.065 aan buitengerechtelijke incassokosten met aanzegging van de wettelijke rente met ingang van 6 mei 2019.

3.De beoordeling

De vorderingen en de beslissingen van het Gerecht
3.1
In eerste aanleg heeft Hoeve in conventie gevorderd dat Bonaco wordt veroordeeld tot betaling aan hem van het bedrag van US$ 27.100,35, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2019 tot de dag van betaling en met buitengerechtelijke incassokosten van US$ 4.065,05, met veroordeling van Bonaco in de proceskosten.
3.2
Bonaco heeft in reconventie na wijziging van eis gevorderd dat Hoeve wordt veroordeeld tot restitutie van een bedrag van US$ 8.000,-.
3.3
Het Gerecht heeft bij tussenvonnis van 28 april 2021 de zaak naar de rol verwezen voor akte. Bij het bestreden vonnis heeft het Gerecht in conventie Bonaco veroordeeld om aan Hoeve te betalen het bedrag van US$ 27.100,35 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2019 tot de dag van betaling, Bonaco veroordeeld in de proceskosten, de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen en in reconventie de vordering van Bonaco afgewezen.
3.4
Het Gerecht heeft onder meer overwogen dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen op grond waarvan Hoeve in opdracht van Bonaco de jaarrekeningen van 2014-2016 heeft opgesteld en additionele werkzaamheden heeft verricht. Bonaco is gehouden hiervoor aan Hoeve als loon te betalen het bedrag van US$ 2.750,- voor het opstellen van de jaarrekeningen en een uurtarief van US$ 100,- voor de additionele werkzaamheden.
Omvang van het hoger beroep
3.5
Het hoger beroep richt zich met de grieven 1 tot en met 6 tegen de overwegingen en beslissingen als vermeld onder 3.4. Tegen de beslissing van het Gerecht in reconventie zijn geen grieven aangevoerd en het Hof heeft daar zoals uit het navolgende zal blijken ook geen bedenkingen bij.
De beoordeling door het Hof
3.6
Het gaat in deze zaak om de vraag of tussen partijen een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen en zo ja, welke werkzaamheden deze omvat en welk loon Bonaco voor deze werkzaamheden aan Hoeve moet betalen.
3.7
Art. 7:400 BW bepaalt dat de overeenkomst van opdracht is de overeenkomst waarbij de opdrachtnemer zich jegens de opdrachtgever verbindt buiten dienstbetrekking werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren van personen of zaken. Ingevolge artikel 7:405 BW is de opdrachtgever aan de opdrachtnemer loon verschuldigd indien de overeenkomst door de laatste is aangegaan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf. Indien de hoogte van het loon niet door partijen is bepaald is het op gebruikelijke wijze door partijen berekende loon, of bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd (art. 7:405 lid 2 BW).
3.8
Hoeve stelt dat hij van Bonaco opdracht heeft gekregen om de volgende werkzaamheden te verrichten:
a. Het samenstellen van de jaarrekeningen over 2014 tot en met 2016;
b. Boekenonderzoek 2011 tot en met 2016:
- 2014 tot en met 2016 in opdracht van de heer [naam eigenaar] naar aanleiding van bevindingen Hoeve;
- 2011 tot en met 2016 aangekondigd door de Belastingdienst Caribisch Nederland
c. Indexering huur Budget Car Rental;
d. Automatisering processen bij Bonaco;
e. Onderzoek dealers margin pompstations Bonaire door Deloitte.
3.9
Het Hof zal in het navolgende eerst per onderdeel bespreken of er een opdracht tot stand is gekomen. Vervolgens zal in het bevestigende geval het loon worden vastgesteld.
Jaarrekeningen 2014 tot en met 2016
3.1
Bij memorie van grieven heeft Bonaco niet langer betwist een opdracht voor het samenstellen van de jaarrekening 2014 tot en met 2016 aan Hoeve te hebben verstrekt. Het Hof gaat hier dan ook van uit.
Boekenonderzoek 2011 tot en met 2016
3.11
De werkzaamheden in verband met het boekenonderzoek maken deel uit van de facturen 1701, 1702 en 1703, die betrekking hebben op de jaarrekeningen 2014, 2015 en 2016. Die werkzaamheden worden daar vermeld als: analyseren, corrigeren en bespreken van diverse grootboekrekeningen. Hoeve heeft in verband hiermee het volgende gesteld.
3.12
Toen Bonaco Hoeve benaderde voor onder meer het samenstellen van de jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 heeft hij aangegeven dat hij daartoe in principe bereid is, maar dat hij informatie vooraf wenste te ontvangen. Tot die informatie behoorde de jaarrekening van 2013. Ook wenste Hoeve met de administratieve kracht een gesprek te hebben om haar kennis van bedrijfsadministratie te peilen. Hiermee ging Bonaco akkoord waarna Hoeve naar Bonaire is afgereisd om de gewenste stukken in te zien en voormeld gesprek te voeren. Hoeve kwam er tijdens het gesprek achter dat de administratieve kracht geen kennis had van bedrijfsadministratie. Verder constateerde hij bij het inzien van de jaarrekening 2013 ontoelaatbare boekhoudkundige handelingen. Voordat de jaarrekeningen over 2014 tot en met 2016 konden worden samengesteld moest de jaarrekening 2013 worden gecorrigeerd en moest worden gecontroleerd of zich in de boekhouding meer ontoelaatbaarheden hebben voorgedaan. Hoeve heeft vervolgens [zoon 2 eigenaar] meegedeeld dat hij niet meewerkt aan de instandhouding van frauduleuze praktijken en dat indien [naam eigenaar] wenst dat Hoeve de jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 samenstelt, [naam eigenaar] hem daarnaast de instructie moet geven om de betreffende balansposten te corrigeren en uit de administratie te verwijderen, voor de jaren 2014 tot en met 2016 boekenonderzoek te verrichten en het nodige te corrigeren. De heer [naam eigenaar] ging er mondeling mee akkoord dat Hoeve de voorgestelde correcties zou doorvoeren en het boekenonderzoek over de jaren 2014 tot en met 2016 zou verrichten. Dat Bonaco ook akkoord was dat Hoeve het boekenonderzoek door de Belastingdienst over de jaren 2011 tot en met 2016 zou begeleiden blijkt uit door Hoeve overgelegde emailcorrespondentie en het door de Belastingdienst opgemaakte rapport, aldus Hoeve.
3.13
Bonaco heeft ook in hoger beroep deze stellingen niet (gemotiveerd) betwist. Bonaco heeft evenmin betwist dat Hoeve de betreffende werkzaamheden heeft verricht. Uit de door Hoeve overgelegde e-mails (zie onder 2.9 tot en met 2.11) blijkt dat Hoeve en [zoon 2 eigenaar] hebben gecorrespondeerd over het boekenonderzoek door de Belastingdienst en in het overgelegde rapport van de Belastingdienst staat Hoeve vermeld als contactpersoon van Bonaco. Het Hof neemt op grond van het voorgaande als vaststaand aan dat Bonaco aan Hoeve opdracht heeft verstrekt tot het verrichten van een boekenonderzoek over de jaren 2014 en 2016 en het begeleiden van de Belastingdienst bij het boekenonderzoek over de jaren 2011 tot en met 2016.
Indexering huur Budget Car Rental
3.14
Hoeve stelt onder verwijzing naar de onder 2.8 vermelde correspondentie dat Bonaco hem opdracht heeft gegeven haar bij te staan bij de indexering van de huurtarieven van Budget Car Rental, die een perceel van Bonaco huurt. Hoeve heeft de werkzaamheden volledig afgerond en Bonaco hiervoor gefactureerd met de onder 2.6 genoemde factuur 1805.
3.15
Bonaco heeft in hoger beroep de opdracht betwist. Tegenover de onderbouwing door Hoeve met voormelde correspondentie moet die betwisting als onvoldoende worden aangemerkt, te meer nu Bonaco heeft aangegeven de gestelde werkzaamheden niet te betwisten. Het Hof gaat er dus van uit dat Bonaco de door Hoeve gestelde opdracht heeft verstrekt en dat de werkzaamheden zijn verricht.
Automatisering processen bij Bonaco
3.16
Hoeve heeft hierover het volgende gesteld. Bij het samenstellen van de jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 kwam onder meer aan het licht dat de administratieve organisatie van Bonaco zwak tot slecht is, er geen controle plaatsvindt, de administratie niet wordt onderhouden en gecorrigeerd, het boekhoudpakket niet geschikt is voor de administratie van een benzinestation, het pakket niet de optie heeft om data te in- en exporteren. Hoeve heeft om die reden [zoon 2 eigenaar] geadviseerd om de bedrijfsprocessen te automatiseren. [zoon 2 eigenaar] ging hiermee akkoord en heeft Hoeve een daartoe strekkende opdracht gegeven. Hoeve verwijst ter onderbouwing hiervan naar de onder 2.12 vermelde correspondentie. Hoeve heeft de fase van analyse en beschrijving van de processen uitgevoerd en afgerond. Hoeve heeft deze werkzaamheden gefactureerd met de onder 2.6 vermelde factuur 1804. Vervolgens heeft Hoeve [zoon 2 eigenaar] op 6 april 2018 een offerte gestuurd voor de laatste fase, namelijk het programmeren van de software. Hierop heeft Hoeve geen reactie gekregen.
3.17
Bonaco heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij aan Hoeve een opdracht heeft verstrekt om de bedrijfsprocessen te automatiseren en dat Hoeve in dit verband werkzaamheden heeft verricht. Tegenover de onder 2.12 weergegeven correspondentie tussen [zoon 2 eigenaar] en Hoeve over automatisering heeft Bonaco immers enkel volhard bij een kale betwisting van de opdracht. Het Hof neemt dan ook de opdracht en de verrichte werkzaamheden als vaststaand aan. Dat Bonaco niet heeft gereageerd op de offerte van Hoeve van 6 april 2018 maakt dat niet anders. Die offerte zag namelijk, zoals Hoeve onbestreden heeft gesteld, op de laatste fase van de automatisering, te weten het programmeren van de software en niet op reeds door Hoeve verrichte werkzaamheden.
Onderzoek dealers margins pompstations Bonaire door Deloitte
3.18
Hoeve heeft de gestelde opdracht onderbouwd met de onder 2.14 weergegeven correspondentie. Dit is door Bonaco onvoldoende gemotiveerd betwist terwijl Bonaco de verrichte werkzaamheden erkent. Het Hof neemt de opdracht als vaststaand aan.
Loon
3.19
Bonaco is aan Hoeve loon verschuldigd voor de door hem in opdracht van Bonaco verrichte werkzaamheden, nu Hoeve de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf.
3.2
Uit de door Hoeve overgelegde brief van [zoon 2 eigenaar] van 26 juli 2018 blijkt genoegzaam dat Bonaco in ieder geval akkoord is gegaan met de tarieven zoals vermeld in de offerte van ATP voor het vaststellen van de jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 van US$ 2.750,- per jaarrekening. In zoverre gaat het Hof ervan uit dat die bedragen als door partijen bepaald voor toewijzing in aanmerking komen.
Hoeve heeft echter US$ 3.500,- per jaarrekening in rekening gebracht. Hoeve heeft dat aldus onderbouwd dat hij in het kader van de samenstelling van de jaarrekeningen extra werkzaamheden heeft moeten verrichten (zie rov. 3.12). Nu dat bedrag niet door partijen is bepaald en gesteld noch gebleken is dat het een op gebruikelijke wijze door partijen berekend loon betreft dient te worden beoordeeld of het bedrag van US$ 750,- per jaarrekening voor de extra verrichte werkzaamheden als redelijk kan worden aangemerkt. Bonaco heeft dat niet gemotiveerd betwist zodat het Hof daarvan uitgaat. Dat betekent dat Bonaco voor het samenstellen van de jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 aan Hoeve verschuldigd is een loon van US$ 3.500,- per jaarrekening, zoals vermeld in de facturen 1701, 1702 en 1703.
Hoeve heeft in die facturen verder voor de jaren 2014 tot en met 2016 telkens in rekening gebracht US$ 4.500,- voor het analyseren, corrigeren en bespreken van diverse grootboekrekeningen. Dat betreft de werkzaamheden in het kader van het boekenonderzoek. Nadat Bonaco de facturen 1701, 1702 en 1703 naar Bonaco heeft gestuurd, heeft Bonaco het voorschot van US$ 8.000,- betaald. Hiermee moet Bonaco worden geacht ook het bedrag van US$ 4.500,- te hebben aanvaard. Het totaalbedrag van de facturen 1701, 1702 en 1703, US$ 26.050,- komt voor toewijzing in aanmerking.
3.21
Ten aanzien van de overige facturen (1801, 1804 en 1805) stelt Hoeve dat hij de door Bonaco aan hem gegeven service overeenkomst van ATP heeft aangevuld met onder andere een tarief van US$ 100,- per uur voor additionele werkzaamheden, maar dat hij uiteindelijk een lager tarief in rekening heeft gebracht. In voornoemde facturen heeft Hoeve een tarief gehanteerd van gemiddeld US$ 55,- per uur.
Gesteld noch gebleken is dat partijen dit tarief hebben bepaald of dat het gebruikelijk is. Bonaco stelt dat het geen redelijk tarief betreft en gaat uit van een tarief van US$ 25 per uur, omdat Hoeve ook bij Mits werkte voor dat tarief. Gelet op de gemotiveerde betwisting door Hoeve van laatstgenoemd tarief gaat het Hof daaraan voorbij. Het gehanteerde tarief van US$ 55,- per uur komt het Hof redelijk voor. Ook de facturen 1801, 1804 en 1805 komen dus voor toewijzing in aanmerking.
3.22
Dit betekent dat Bonaco aan Hoeve verschuldigd is het totaalbedrag van US$ 35.110,35, verminderd met het reeds betaalde bedrag van US$ 8.000,-, zodat resteert US$ 27.110,35, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 6 mei 2019. Gelet hierop komt de vordering van Bonaco in reconventie tot terugbetaling door Hoeve van het betaalde voorschot niet voor toewijzing in aanmerking.
3.23
Het hoger beroep faalt. Bonaco wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Hoeve van het hoger beroep.
BE S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt het bestreden vonnis;
veroordeelt Bonaco in de proceskosten van het hoger beroep aan de zijde van Hoeve gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op NAf 311,50 aan verschotten en US$ 3.351,- aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, E.M. van der Bunt en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curacao uitgesproken op 21 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.