ECLI:NL:OGHACMB:2023:283

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
SXM202200795/SXM2023H00112
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsingsverzoek in hoger beroep tegen vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

In deze zaak heeft [appellant] op 20 december 2022 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gewezen op 18 november 2022. [Appellant] verzocht het Gemeenschappelijk Hof van Justitie om de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen totdat er een eindbeschikking in hoger beroep is gegeven. [Geïntimeerde] heeft in een verweerschrift, ingediend op 25 september 2023, geconcludeerd dat [appellant] niet-ontvankelijk verklaard moet worden in zijn verzoek, of dat de vordering van [appellant] afgewezen moet worden met veroordeling in de proceskosten.

Op 2 oktober 2023 hebben beide partijen pleitnotities ingediend. Het Hof heeft op 15 november 2023 uitspraak gedaan. Het Hof oordeelde dat [appellant] geen belang meer had bij een beslissing op het schorsingsverzoek, aangezien het hoger beroep was afgewezen en het vonnis van het Gerecht was bevestigd. Het verzoek tot schorsing werd afgewezen en [appellant] werd veroordeeld in de kosten van de schorsingsprocedure, die tot dat moment waren begroot op NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
op de vordering tot schorsing ex artikel 272 Rv van:
[APPELLANT]
wonend in Sint Maarten,
hierna te noemen: “
[appellant]”,
appellant,
verzoeker tot schorsing,
procederende in persoon,
tegen
[GEÏNTIMEERDE],
wonend in Sint Maarten,
hierna te noemen: “
[geïntimeerde]”,
geïntimeerde,
verweerder tot schorsing,
gemachtigde: E.I. Maduro.
Partijen worden hierna [appellant] en [geïntimeerde] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Bij akte van 20 december 2022 ter griffie ingediend is [appellant] in hoger beroep gekomen van het tussen partijen op 18 november 2022 gewezen en uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (verder: het Gerecht).
1.2.
Bij op 18 september 2023 ingekomen verzoekschrift met producties, heeft [appellant] het Hof verzocht de tenuitvoerlegging van het vonnis van 18 november 2022 te schorsen en geschorst te houden totdat een eindbeschikking is gegeven in hoger beroep.
1.3.
Bij per e-mail (door het Hof toegestaan) ingediend verweerschrift met producties, d.d. 25 september 2023, heeft [geïntimeerde] geconcludeerd [appellant] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek althans de vordering van [appellant] af te wijzen met veroordeling van [appellant] in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
1.4.
Op 2 oktober 2023 hebben beide partijen per e-mail pleitnotities ingediend.
1.5
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1 [
geïntimeerde] heeft een vordering in kort geding ingesteld tegen [appellant]. [appellant] is in die procedure bij verstekvonnis van 25 mei 2022 veroordeeld tot de ontruiming van het gehuurde. Dat vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [appellant] heeft vervolgens tegen dat vonnis verzet ingesteld. Bij vonnis van 18 november 2022 is hij in het verzet niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dat laatste vonnis heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. In dat hoger beroep is vandaag een eindvonnis gewezen waarbij het vonnis waarvan beroep is bevestigd.
2.2
Dat leidt ertoe dat [appellant] geen belang meer heeft bij een beslissing in dit schorsingsverzoek. Het hof zal dat verzoek daarom afwijzen met veroordeling van [appellant] in de kosten.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van deze schorsingsprocedure aan de zijde van [geïntimeerde] gevallen, tot op heden begroot op NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, G.C.C. Lewin en C.J.H.G. Bronzwaer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en uitgesproken op 15 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.