ECLI:NL:OGHACMB:2023:232

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
SXM2023H00041
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens schending van veiligheidsvoorschriften bij luchtvrachtvervoer

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Federal Express (Sint Maarten) N.V. tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De werknemer, die sinds 1 juli 1999 in dienst was als Operations Manager, werd op staande voet ontslagen wegens het schenden van veiligheidsvoorschriften. Op 4 april 2022 had de werknemer, in afwezigheid van de daarvoor opgeleide Dangerous Goods-specialisten, documenten vervalst door zijn naam en personeelsnummer te gebruiken in plaats van die van de DG-specialisten. Dit leidde tot een ontslag op staande voet, dat de werknemer betwistte. Het Gerecht had in eerste aanleg de nietigheid van het ontslag bevestigd en FedEx veroordeeld tot doorbetaling van salaris en wedertewerkstelling. FedEx ging in hoger beroep, waarbij de kernvraag was of het ontslag rechtsgeldig was. Het Hof oordeelde dat er wel degelijk een dringende reden voor ontslag was, gezien de ernst van de schending van de veiligheidsvoorschriften. Het Hof vernietigde de beschikking van het Gerecht en wees de verzoeken van de werknemer af, waarbij het belang van strikte naleving van veiligheidsprocedures in de luchtvaart werd benadrukt. De persoonlijke omstandigheden van de werknemer werden niet als voldoende zwaarwegend beschouwd om het ontslag te rechtvaardigen.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummers: SXM202201451 en SXM202300129 – SXM2023H00041
Uitspraak: 15 november 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Federal Express (Sint Maarten) N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
appellante, in eerste aanleg verweerster,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem,
tegen
[geïntimeerde],
wonende in Sint Maarten,
geïntimeerde, in eerste aanleg verzoeker,
gemachtigde: mr. J. Rogers.
Partijen worden hierna FedEx en de werknemer genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 5 april 2023 ingekomen beroepschrift, met producties, is FedEx in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 22 februari 2023 uitgesproken proces-verbaal inhoudende mondelinge uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht). Hierbij heeft FedEx bezwaren tegen de beschikking aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof de beschikking zal vernietigen en de verzoeken van de werknemer alsnog zal afwijzen.
1.2
De mondelinge behandeling door het Hof heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2023 in het Gerechtsgebouw in Sint Maarten. Daarbij waren aanwezig [naam 1], namens FedEx [naam 2], senior HR-manager, die per videoverbinding de zitting heeft bijgewoond, de werknemer bijgestaan door [naam 3]. [naam 1] heeft pleitnotities gehanteerd (met producties). Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [naam 3] de producties 8 en 9 overgelegd. Tijdens de zitting heeft zij namens de werknemer een verweerschrift in hoger beroep ingediend, met als conclusie dat het Hof de bestreden beschikking zal bevestigen, met veroordeling van FedEx– uitvoerbaar bij voorraad – in de proceskosten in hoger beroep, met rente.
1.3
Bij de mondelinge behandeling hebben partijen tijdens een schorsing gesproken over een regeling van hun geschil. Na de schorsing heeft de gemachtigde van FedEx meegedeeld dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met betaling van een vergoeding aan de werknemer is aangeboden en dat tot op heden betaald salaris niet zal worden teruggevorderd.
1.4
Na de mondelinge behandeling hebben partijen laten weten dat zij geen regeling van hun geschil hebben kunnen bereiken en is beschikking nader bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1
De werknemer is vanaf 1 juli 1999 in dienst bij FedEx, laatstelijk als Operations Manager voor de vestiging Sint Maarten met een salaris van NAf 8.728,26 (bruto, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten en op basis van een fulltime werkweek).
2.2
Bij FedEx, een maatschappij die zich onder meer bezig houdt met vrachtvervoer door de lucht, werken binnen de vestiging Sint Maarten twee “Dangerous Good-specialists”(hierna: DG-specialisten). De werknemer is de leidinggevende van deze DG-specialisten. De DG-specialisten zijn als enige binnen de vestiging gerechtigd om in- en uitklaringsformulieren in te vullen en te ondertekenen inzake de aanwezigheid van gevaarlijke goederen op de vrachtvluchten. Deze personen zijn ook als zodanig ingeschreven bij de luchthaven van Sint Maarten en bij de FAA (Federal Aviation Administration, de luchtvaartautoriteit van de Verenigde Staten).
2.3
Op 4 april 2022 heeft de werknemer met gebruikmaking van het wachtwoord van één van de DG-specialisten ([naam 4]) een aantal formulieren aangemaakt in het interne systeem van FedEx voor de afhandeling van twee vrachtvluchten die middag. De werknemer heeft voor elke vlucht twee formulieren aangemaakt, uitgeprint, heeft deze formulieren handmatig ingevuld en heeft al deze formulieren ondertekend met de naam van Bell en zijn personeelsnummer. Het betrof bij beide vluchten zowel een formulier met opschrift “Dangerous Goods System Aircraft DG Manifest” (dat moest worden ondertekend door de DG-specialist) als een formulier met als opschrift “Feeder Aircraft Load Control Sheet” (dat moest worden ondertekend door zowel de Operations Manager als door de DG-specialist). Op al deze formulieren stond vermeld of aangekruist: “No DG on Board”.
2.4
FedEx is door een melding van een andere werknemer op de hoogte gebracht van het incident op 4 april 2022 en heeft dit op 7 en 8 april 2022 besproken met de werknemer, die heeft erkend de formulieren te hebben ondertekend met naam en personeelsnummer van [naam 4].
2.5
Bij brief van 14 april 2022 heeft FedEx aan de werknemer meegedeeld dat het incident op 4 april 2022 aanleiding is om hem op staande voet te ontslaan.
2.6
Bij brief van 1 september 2022 heeft de gemachtigde van de werknemer de nietigheid van het ontslag ingeroepen.
2.7
Na de uitspraak van het Gerecht heeft de werknemer zich op 28 februari 2023 weer gemeld voor werk bij FedEx. Hij is niet tewerkgesteld in zijn eerdere functie als Operational Manager, maar bij de balie van de vestiging in Sint Maarten. Vanaf 16 augustus 2023 is de werknemer met ziekteverlof.

3.De procedures bij het Gerecht

3.1
De werknemer heeft (met eisvermeerdering) verzocht om het ontslag op staande voet nietig te verklaren met doorbetaling van achterstallig loon (vanaf 1 april 2022) vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en tot wedertewerkstelling, met veroordeling van FedEx in de proceskosten. FedEx heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek.
3.2
FedEx heeft bij afzonderlijk verzoek verzocht om primair voor recht te verklaren dat de dienstbetrekking op 14 april 2022 rechtsgeldig is beëindigd en subsidiair (voor het geval de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan) om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder ontslagvergoeding. De werknemer heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek en heeft bij wijze van tegenverzoek een ontbindingsvergoeding verzocht van NAf 314.208.
3.3
Het Gerecht heeft beide verzoeken gezamenlijk behandeld en daarop mondeling uitspraak gedaan, vastgelegd in een proces-verbaal.
Het Gerecht heeft het verzoek van de werknemer grotendeels toegewezen, en heeft:
(i)verklaard voor recht dat de werknemer terecht de nietigheid van het ontslag heeft ingeroepen;
(ii) FedEx veroordeeld tot doorbetaling van salaris en vakantiegeld over 1 tot en met 14 april 2022 (voor zover nog niet betaald) en vanaf 1 september 2022, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en een veroordeling tot het verstrekken van bijbehorende salarisspecificaties;
(iii) FedEx veroordeeld tot wedertewerkstelling met ingang van 27 februari 2023;
met veroordeling van FedEx in de proceskosten.
Het Gerecht heeft het verzoek van FedEx (tot voorwaardelijke ontbinding) afgewezen, met haar veroordeling in de proceskosten.

4.De beoordeling

kernvraag
4.1
Het hoger beroep is gericht tegen de toewijzing van het verzoek van de werknemer en legt als kernvraag voor of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Het Gerecht heeft (samengevat) geoordeeld dat weliswaar vast staat dat de werknemer een fout heeft gemaakt (door de naam van de DG-specialist te gebruiken in een aantal formulieren en dit niet te melden aan FedEx), maar dat de ernst van die fout gerelativeerd moet worden (omdat er geen gevaarlijke stoffen werden vervoerd die dag en de gang van zaken geen negatieve gevolgen heeft gehad voor FedEx, de bemanning van het vliegtuig en derden).
Stellingen partijen over het incident
4.2
FedEx heeft onder meer het volgende aangevoerd ter rechtvaardiging van het ontslag op staande voet. Het handelen van de werknemer op 4 april 2022 levert een directe schending op van binnen de luchtvaart en daarmee binnen FedEx geldende veiligheidsvoorschriften, die door FedEx ook vastgelegd zijn in gedragsregels. FedEx heeft met name gewezen op een document met als opschrift “Employee Performance and Conduct (2-5 Acceptable Conduct)”(hierna: de gedragsregels). Daarin is onder meer vermeld:
Discharge Offense
(…) an employee normally will be dismissed upon completion of an investigation confirming violations related to

Falsification of the following Company documents and records:
-
(…)
-
Legally required flight safety documentation (…)”.
4.3
FedEx heeft voorts betoogd dat de werknemer wist dat hij geen vluchten mocht inklaren of uitklaren voor of namens de DG-specialisten, omdat alleen deze daartoe opgeleid en gerechtigd zijn en ook als zodanig zijn geregistreerd bij de luchthaven van Sint Maarten en bij de FAA. Gelet op zijn lange dienstverband bij FedEx en gezien een groot aantal trainingsprogramma’s die hij gevolgd heeft (onder meer ter zake specifieke procedures om een vrachtvlucht op legale wijze te kunnen in-en uitklaren) behoorde hij dit in elk geval ook heel goed te weten. Toen de werknemer daarop werd aangesproken heeft hij geen openheid van zaken gegeven (door niet toe te geven dat hij meerdere malen vergelijkbaar had gehandeld) en geen besef te tonen van de schade die FedEx door zijn handelen zou kunnen oplopen. FedEx heeft ook daardoor het vertrouwen in de werknemer verloren.
4.4
Dat FedEx heeft besloten het incident niet te melden bij de luchtvaartautoriteiten neemt niet weg dat het bedrijf aanzienlijke schade had kunnen ondervinden door het handelen van de werknemer. De luchtvaartautoriteiten hadden in een dergelijke schending van veiligheidsvoorschriften aanleiding kunnen zien tot maatregelen tegen FedEx, variërend van het opleggen van boetes tot tijdelijke schorsing van de bedrijfsvoering of het intrekken van operationele vergunningen. FedEx liep hierdoor ook het risico van weigering van dekking door haar verzekeraars in geval van een schadeveroorzakend incident.
4.5
De werknemer heeft erkend dat hij op de bedoelde documenten de naam en het personeelsnummer van Bell heeft ingevuld, maar dit gebeurde met diens medewerking en dus niet heimelijk en met de beste bedoelingen. De werknemer werd in de ochtend van 4 april 2022 geconfronteerd met de afwezigheid van beide DG-specialisten en in het belang van FedEx (“getting things done”) heeft hij gezorgd dat beide vluchten konden worden afgehandeld. Aan boord waren geen gevaarlijke goederen, dus zijn handelen hield geen risico in voor FedEx en er is door het bedrijf of door derden geen schade geleden.
4.6
Het ontslag is bovendien disproportioneel, omdat FedEx geen rekening heeft gehouden met de belangen van de werknemer en zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een lang en onberispelijk arbeidsverleden (24 jaar in dienst) en het feit dat de werknemer afhankelijk is van zijn salaris bij FedEx en het gelet op zijn leeftijd (nu 61 jaar) en de kleinschalige economie van Sint Maarten moeilijk zo niet onmogelijk zal zijn om ander werk te vinden.
Dringende reden wel aanwezig
4.7
Het Hof acht de relativering door het Gerecht van de door de werknemer gemaakte fout niet terecht en komt daarom tot het oordeel dat er wel degelijk een dringende reden was voor een ontslag op staande voet. Dat het strikt volgen van veiligheidsprocedures essentieel is voor de veiligheid van het vliegverkeer, zeker als het gaat om het vervoer van gevaarlijke stoffen, ligt voor de hand en staat als onbetwist vast. FedEx heeft dit ook heel duidelijk gemaakt aan haar werknemers door in de gedragsregels falsificatie van “legally required flight safety documentation” te sanctioneren met ontslag. Vast staat dat de betreffende documenten in deze categorie vallen, dat de controle of er gevaarlijke goederen aan boord zijn door een daarvoor opgeleide DG-specialist moet plaatsvinden en dat voor het “Feeder Aircraft Load Control Sheet”nu juist de handtekeningen van twee personen nodig zijn als extra check.
4.8
De werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door deze veiligheidsvoorschriften met voeten te treden, terwijl hij als leidinggevende met langjarige ervaring bij FedEx het belang van de strikte naleving van deze voorschriften moest beseffen en vast staat dat hij daar veelvuldig ook op gewezen is in de gedragsregels en tijdens trainingen. Ook staat vast dat bij die trainingen de werknemer meerdere simpel uit te voeren alternatieve handelswijzen zijn aangereikt om deze specifieke situatie op te lossen (onder meer het bellen van de Senior Manager). De werknemer heeft dit niet betwist en heeft niet (voldoende) toegelicht waarom hij deze alternatieven niet heeft gekozen. Daar komt nog bij dat de werknemer heeft erkend dat hij de hem verweten handelingen wel vaker verrichtte bij afwezigheid van de DG-specialisten.
4.9
Deze feiten en omstandigheden leveren een dringende reden op voor het ontslag op staande voet (grovelijke veronachtzaming van de verplichtingen voorvloeiend uit de arbeidsovereenkomst). Dat er zich bij de betreffende vluchten op 4 april 2022 geen gevaarlijke stoffen aan boord bevonden en dat FedEx het incident niet heeft gemeld bij de FAA doet daar niet aan af, vanwege het algemene belang van de veiligheid in het vliegverkeer dat strikte naleving door FedEx van de veiligheidsvoorschriften in alle omstandigheden vergt. FedEx heeft om die reden voldoende zwaarwegend belang om de gedragsregels op dit punt strikt te handhaven en van haar kon redelijkerwijze niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst langer voort te zetten.
4.1
De hiervoor in 4.6 genoemde persoonlijke omstandigheden van de werknemer maken dit niet anders. De gevolgen van het ontslag van de werknemer zijn weliswaar ingrijpend voor hem, maar zijn belangen wegen naar het oordeel van het Hof niet op tegen het zwaarwegende belang van FedEx tot handhaving van de veiligheidsvoorschriften in het vliegverkeer.
4.11
Het hoger beroep slaagt op grond van het voorgaande en dat betekent dat bij het Gerecht gevoerde en niet behandelde verweren van de werknemer aan de orde moeten komen. In dit geval is dat het betoog van de werknemer dat FedEx hem de dringende reden niet onverwijld na het incident van 4 april 2022 heeft meegedeeld, maar pas op 14 april 2022. Dit betoog gaat naar het oordeel van het Hof niet op. FedEx heeft voldoende feiten aangevoerd om aan te nemen dat zij de tussenliggende periode (van acht werkdagen) heeft gebruikt om onderzoek te doen naar de juiste toedracht van de feiten, het inwinnen van juridisch advies en overleg met het hoofdkantoor van FedEx in de USA. De dringende reden is dus voldoende onverwijld meegedeeld.
Slotsom
4.12
Het hoger beroep gaat op. De bestreden beschikking zal worden vernietigd met afwijzing van de verzoeken van de werknemer.
4.13
Fedex heeft in hoger beroep geen proceskostenveroordeling verzocht. Het Hof ziet onvoldoende aanleiding om die veroordeling ambtshalve uit te spreken.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep;
opnieuw rechtdoende:
wijst de verzoeken van de werknemer af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.G. ter Veer, E.W.A. Vonk en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 15 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.