ECLI:NL:OGHACMB:2023:226
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de verlenging van een huurovereenkomst zonder tussentijdse opzegging en de ontbinding daarvan
In deze zaak vordert de verhuurder van de huurder betaling van de huur over de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021. De partijen hadden de huurovereenkomst tot 1 januari 2022 verlengd zonder de mogelijkheid van tussentijdse opzegging. De huurder meent dat hij de huurovereenkomst terecht heeft ontbonden omdat de verhuurder tekortgeschoten is in de nakoming ervan. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft het beroep van de huurder verworpen, de vordering van de verhuurder toegewezen en die van de huurder afgewezen. In hoger beroep beoordeelt het Hof de vorderingen opnieuw. De huurder heeft in zijn memorie van grieven vier grieven aangevoerd en verzoekt het Hof het vonnis te vernietigen en zijn vordering in reconventie toe te wijzen. De verhuurder heeft de grieven bestreden en verzoekt het Hof het bestreden vonnis te bevestigen. Het Hof concludeert dat de huurovereenkomst geen tussentijdse opzeggingsmogelijkheid kende en dat de huurder onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake was van een tekortkoming van de verhuurder die de ontbinding rechtvaardigt. Het Hof bevestigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt de huurder in de kosten van het hoger beroep.