ECLI:NL:OGHACMB:2023:220

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
SAB2021H00005
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwgeschil over zonnepanelenpark op Saba met betrekking tot orkaanbestendigheid en bewijsopdracht

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gebracht, gaat het om een geschil tussen de naamloze vennootschap Sunshine Real Estate N.V. en Saba Electric Company N.V. over de bouw van een zonnepanelenpark op Saba. Sunshine heeft in opdracht van SEC het zonnepanelenpark gebouwd, maar er is onenigheid ontstaan over de vraag of het park voldoet aan de overeenkomst, met name of het bestand is tegen orkanen van de vierde categorie. Het Hof heeft eerder een bewijsopdracht gegeven en in deze uitspraak wordt verder ingegaan op de bewijsvoering en de technische specificaties van de fundering van het park.

De procedure begon met een vonnis van 17 mei 2023, waarna verschillende akten zijn ingediend door beide partijen. Het Hof heeft vastgesteld dat SEC een bankgarantie heeft ingeroepen en dat Sunshine conservatoire beslagen heeft gelegd. SEC heeft in reconventie schadevergoeding geëist van Sunshine, terwijl Sunshine betaling van een factuur en kosten heeft gevorderd. Het Hof heeft de vorderingen van Sunshine afgewezen en die van SEC toegewezen, maar heeft SEC opgedragen te bewijzen dat de staanders van het zonnepanelenpark zijn geplaatst volgens de technische tekeningen van Schletter.

Het Hof heeft de overeenkomst tussen partijen uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf en heeft vastgesteld dat SEC niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Sunshine in verzuim is. De zaak wordt voortgezet met een bewijsopdracht aan SEC, waarbij het Hof de mogelijkheid openhoudt om een deskundigenbericht te gelasten indien nodig. De uitspraak is gedaan op 15 november 2023.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummers: SAB201900011 – SAB2021H00005
Uitspraak: 15 november 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SUNSHINE REAL ESTATE N.V.,
gevestigd in Aruba,
in eerste aanleg eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
thans appellante,
gemachtigde: mr. G.W. Wesselingh,
tegen
de naamloze vennootschap
SABA ELECTRIC COMPANY N.V.,
gevestigd op Saba,
in eerste aanleg gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. T.L.H. Peeters.
Partijen worden hierna Sunshine en SEC genoemd.

1.De zaak in het kort

In opdracht van SEC heeft Sunshine een zonnepanelenpark gebouwd op Saba.
In geschil is of het park aan de overeenkomst beantwoordt. Het Hof geeft een bewijsopdracht.

2.Het verdere verloop van de procedure

2.1
Bij vonnis van 17 mei 2023 heeft het Hof de zaak naar de rol verwezen.
2.2
Op 16 juni 2023 heeft SEC een akte ingediend, met een productie.
2.3
Op 4 juli 2023 heeft Sunshine een akte ingediend, met een productie.
2.4
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

3.De verdere beoordeling

Feiten
3.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1
Bij overeenkomst van 31 oktober 2016 heeft SEC Sunshine opgedragen om een zonnepanelenpark op Saba aan te leggen voor een aanneemsom van ruim USD 3 miljoen. Deze opdracht betrof de eerste fase van een project. Het contract van 31 oktober 2016 heeft zes bijlagen: Annex A tot en met Annex F.
3.1.2
Op 31 oktober 2016 heeft Sunshine, zoals overeengekomen, een bankgarantie van USD 300.000 doen stellen.
3.1.3
Sunshine heeft werkzaamheden verricht en SEC heeft deelbetalingen gedaan.
3.1.4
Volgens het overeengekomen betaalschema bedroeg de laatste deelbetaling USD 98.714. Op 19 december 2017 heeft Sunshine dat bedrag gefactureerd. SEC heeft die factuur niet betaald.
3.1.5
Op 21 februari 2018 is er een bijeenkomst bij SEC op Saba geweest die in conceptnotulen is aangeduid als “Meeting: Handover Phase 1 SEC Solar Park”. Op dezelfde dag is het zonnepanelenpark in bedrijf gesteld.
3.1.6
Tussen partijen zijn geschillen ontstaan, onder meer over de vraag of de wijze waarop de metalen funderingspalen (staanders) in de grond zijn vastgezet, aan de overeenkomst beantwoordt en over de vraag of het park voldoet aan de overeengekomen eis dat het een orkaan van de vierde categorie kan doorstaan.
3.1.7
Bij geschriften van 22 en 23 maart 2018 heeft [ingenieur 1], verbonden aan ingenieursbureau [ingenieur 1] GmbH, (hierna: [ingenieur 1]) verklaard dat het park “as built” een orkaan van de vierde categorie kan doorstaan.
3.1.8
Bij brief van 23 maart 2018 heeft SEC aan Sunshine bericht dat bij de inbedrijfstelling en het testen van het park duidelijk is geworden dat het werk niet beantwoordt aan de overeenkomst.
3.1.9
In opdracht van SEC heeft AquaSoli proeven uitgevoerd en heeft I.F.I. een ‘review’ uitgevoerd. Op respectievelijk 15 mei 2018 en 24 mei 2018 hebben AquaSoli en I.F.I. gerapporteerd.
3.1.10
Partijen hebben besloten de vraag of het park een orkaan van de vierde categorie kan doorstaan, voor te leggen aan een groep van vier deskundigen, door partijen aangeduid als mediators. Sunshine heeft als deskundigen aangewezen: [deskundige 1] en [deskundige 2]. SEC heeft als deskundigen aangewezen: [deskundige 3] en [deskundige 4] (allen hierna aangeduid met hun achternaam).
3.1.11
Op 17 juli 2018 heeft SEC de toegang tot het werk ontzegd aan Sunshine en haar onderaannemers.
3.1.12 [
[deskundige 1], [deskundige 4] en [deskundige 3] hebben elk een rapport uitgebracht, respectievelijk gedateerd november 2018, november 2018 en 22 november 2018.
3.1.13
Op 15 februari 2019 heeft SEC bij de bank aanspraak gemaakt op betaling onder de bankgarantie.
3.1.14
Bij brief van 21 februari 2019 heeft SEC, samengevat weergegeven, het volgende aan Sunshine bericht. De fundering van het park is niet uitgevoerd volgens het originele ontwerp. Het park kan een orkaan van de vierde categorie niet doorstaan. Sunshine kan het tegendeel niet garanderen. Sunshine is in verzuim. In plaats van nakoming vordert SEC schadevergoeding van USD 950.000 als kosten van vervanging van de fundering.
3.1.15
Op 28 februari 2019 heeft Sunshine ten laste van SEC conservatoire beslagen doen leggen. Op 6 maart 2019 heeft SEC een bankgarantie doen stellen. Op 5 april 2019 heeft het Gerecht in kort geding op vordering van SEC de beslagen opgeheven. Onder de in opdracht van Sunshine gestelde bankgarantie (zie hiervoor onder 3.1.2) is USD 300.000 betaald aan SEC.
3.1.16
Op 25 maart 2019 heeft SEC een request for proposal uitgebracht voor de vervanging van de fundering van het park.
3.1.17
Op 27 maart 2019 heeft [deskundige 1] opnieuw gerapporteerd.
3.1.18
Op 28 maart 2019 heeft [consultant 1] Consult gerapporteerd over een in opdracht van Sunshine uitgevoerde
wind tunnel test.
3.1.19
Bij verzoekschrift van 24 mei 2019 heeft SEC het Gerecht verzocht om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten.
3.1.20
Op 17 juni 2019 is dit geding ingeleid met een verzoekschrift.
3.1.21
Op 2 en 5 juli 2019 heeft SEC naar aanleiding van de request for proposal van 25 maart 2019 Enersado Unipessoal LDA (hierna: Enersado) in twee overeenkomsten opgedragen de fundering van het werk te vervangen. De werkzaamheden zijn inmiddels uitgevoerd, in elk geval gedeeltelijk.
3.1.22
Op 2 juli 2019 heeft Sunshine met verlof van het Gerecht ten laste van SEC conservatoir beslag doen leggen.
3.1.23
Op 18 september 2019 heeft SEC het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht ingetrokken.
3.1.24
Op 4-10 oktober 2019 heeft Pullout Test & Spanproeven (hierna: Pullout) in opdracht van SEC trekproeven verricht. Op 6 november 2019 heeft zij hierover gerapporteerd.
Vorderingen
3.2
In deze rechtszaak heeft Sunshine, verkort weergegeven, gevorderd:
a. betaling van de factuur van 19 december 2017 USD 98.714
b. kosten wegens betwisting van de orkaanbestendigheid USD 63.545
c. aan SEC uitbetaalde bankgarantie USD 300.000
alles met wettelijke rente.
3.3
In reconventie heeft SEC, verkort weergegeven, gevorderd:
a. verklaring voor recht dat Sunshine aansprakelijk is voor de door SEC geleden schade als gevolg van het niet nakomen van de overeenkomst;
b. betaling aanneemsommen Enersado USD 1.291.298
te vermeerderen met belastingen
c. betaling kosten Pullout € 23.931
d. betaling kosten The Green World Company € 160.251
met wettelijke rente,
e. opheffing van het beslag van 2 juli 2019, met een bevel aan Sunshine om te doen wat daarvoor nodig is, op straffe van verbeurte van dwangsommen.
Beslissingen van het Gerecht
3.4
Bij het bestreden eindvonnis heeft het Gerecht de vorderingen van Sunshine afgewezen en die van SEC toegewezen.
Beoordeling door het Hof
Het Hof zal aan SEC een bewijsopdracht verstrekken over de overeengekomen wijze van plaatsing van de staanders
3.5
Het Hof zal SEC opdragen haar betwiste stelling te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de staanders zouden worden geplaatst overeenkomstig de technische tekeningen van Schletter van 17 november 2016, zoals deels gewijzigd op 7 december 2016 (producties 27b en 37 SEC). Dienaangaande overweegt het Hof voorshands als volgt (3.6-3.21).
3.6
De overeenkomst dient te worden uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf.
3.7
Sunshine heeft een beroep gedaan op de request for proposal van 25 juli 2016 (productie 14 SEC, bijlage 5), waarin op p. 20 staat dat niet verwacht wordt dat “anchoring” een probleem zou zijn. Het Hof vertaalt “anchoring” voorshands met “verankeren”. Vooralsnog ziet het Hof niet in dat dit iets zegt over de voorgenomen wijze van plaatsing van de staanders.
3.8
Sunshine heeft een beroep gedaan op een rapport van Schletter van 8 september 2016 (productie 35 Sunshine). Vooralsnog ziet het Hof niet in dat dit rapport iets zegt over de voorgenomen wijze van plaatsing van de staanders.
3.9
Sunshine heeft technische tekeningen van Schletter van 23 september 2016 in het geding gebracht (productie 34 Sunshine). Geen van beide partijen heeft zich op het standpunt gesteld dat overeengekomen is dat de staanders zouden worden geplaatst overeenkomstig deze technische tekeningen. Het belang van deze tekeningen is het Hof voorshands niet duidelijk.
3.1
Sunshine heeft een beroep gedaan op de proposal van 27 september 2016 (productie 15 Sunshine), waarin op p. 16 staat: “pile driven foundation post”. Het Hof vertaalt “(pile) driven” voorshands met “geheid”. Vooralsnog kan dit een aanwijzing zijn dat is overeengekomen dat de staanders zouden worden geheid en dat niet is overeengekomen dat er gaten zouden worden geboord om de staanders daarin te plaatsen.
3.11
Sunshine heeft een beroep gedaan op het contract van 31 oktober 2016 (productie 1 Sunshine), waarin in het betaalschema op p. 4 staat: “ramming works”. Het Hof vertaalt dit voorshands met “heiwerkzaamheden”. Verder staat in Annex B onder 3.2 en in Annex D onder 4.2 weer “pile driven”. Vooralsnog kan dit een en ander aanwijzingen opleveren dat is overeengekomen dat de staanders zouden worden geheid en dat niet is overeengekomen dat er gaten zouden worden geboord om de staanders daarin te plaatsen.
3.12
SEC heeft niet alleen technische tekeningen van Schletter van 17 november 2016, zoals deels gewijzigd op 7 december 2016 overgelegd (producties 8c en 8d bij pleidooi in eerste aanleg), maar ook technische tekeningen van Schletter van 10 maart 2017 (producties 8a en 8b bij pleidooi in eerste aanleg). Het is het Hof vooralsnog niet duidelijk in welk opzicht deze tekeningen verschillen en wat de betekenis ervan is dat SEC kennelijk een beroep doet op twee sets technische tekeningen.
3.13
Sunshine heeft een beroep gedaan op technische tekeningen van [ingenieur 1] (productie 60 Sunshine, Appendix 1 bij Annex 1), die volgens Sunshine vier designs zijn, verband houdende met werkzaamheden eind juni-begin juli 2017. De betekenis van deze technische tekeningen kan bij de bewijslevering aan de orde komen. Het Hof vraagt zich af op welke datum deze tekeningen zijn gemaakt en op welke datum zij voor het eerst aan SEC ter kennis zijn gebracht.
3.14
SEC heeft een beroep gedaan op een gestelde e-mail van [directeur Sunshine], directeur van Sunshine (hierna: [directeur Sunshine]) van 31 augustus 2017 met in het rood afgedrukte antwoorden (deels geciteerd in de memorie van antwoord onder 3.11, becommentarieerd in productie 50 Sunshine). Aan het citaat als zodanig komt geen bewijskracht toe. Het Hof heeft de gestelde e-mail niet bij de producties aangetroffen. Indien SEC wenst dat het Hof bewijskracht aan de e-mail toekent, dient zij een afdruk van de e-mail in het geding te brengen. Aan de bewijskracht kan ten goede komen dat de e-mail volledig in het geding wordt gebracht en ook dat de reeks e-mails waarvan deze deel uitmaakt, in het geding wordt gebracht.
3.15
Voorshands leidt het Hof uit productie 37 van Sunshine af dat deze brief van 7 oktober 2017 is (abusievelijk gedateerd 7 oktober 2016) en dat SEC in elk geval vanaf de datum van ontvangst van deze brief ervan op de hoogte was dat Sunshine bij het uitvoeren van de werkzaamheden de staanders had geheid zonder dat zij gaten had geboord. Bij de bewijslevering kan de vraag aan de orde komen of SEC ook al eerder geacht moet worden daarvan op de hoogte te zijn geweest. Hierbij is van belang dat volgens annex B bij de brief van Sunshine van 4 april 2018 (productie 61 SEC) de heiwerkzaamheden eind juni 2017 waren voltooid.
3.16
SEC heeft een beroep gedaan op een gesteld gesprek van 19 oktober 2017, waaraan [directeur Sunshine] deelnam vanuit een advocatenkantoor in Aruba (memorie van antwoord onder 3.16). Aan de stellingen van SEC daarover als zodanig komt geen bewijskracht toe. Als [directeur Sunshine] in dat gesprek heeft “erkend” dat een oplossing gevonden moest worden, is dat geen gerechtelijke erkentenis, maar kan dat, afhankelijk van de verdere omstandigheden, van belang zijn voor de bewijsopdracht.
3.17
SEC heeft een beroep gedaan op een punch list (actielijst) van The Green World Company (bij productie 7 SEC), gedateerd 20 februari 2018, met inspectiedatum 19 februari 2018. Hierin staat onder 28 (op p. 19) dat de wijze waarop de staanders geplaatst zijn, niet overeenkomt met aangeleverde tekeningen. Voor zover het Hof heeft kunnen nagaan, is dit de eerste keer dat SEC of iemand namens SEC daarover heeft geklaagd. Dit kan bij de bewijslevering nader aan de orde komen.
3.18
SEC heeft een beroep gedaan op gestelde mondelinge uitlatingen van [consultant 2], werkzaam bij Oxperts Consultancy, bij de bijeenkomst van 21 februari 2018 (memorie van antwoord onder 4.5 en 4.6). De uitlatingen zijn betwist. Aan de citaten in de gedingstukken komt op zichzelf geen bewijskracht toe.
3.19
Partijen hebben conceptnotulen van de bijeenkomst van 21 februari 2018 in het geding gebracht (productie 23 Sunshine). Deze vermelden onder § 2.2 dat gebruik is gemaakt van “Schletter FS II mounting structures with pile driven foundation posts”. Volgens de conceptnotulen is afgesproken dat SEC en Eco Energy gezamenlijk de verantwoordelijkheid van het park zullen dragen tot aan de “final handover”. De conceptnotulen eindigen met een lijst met 25 actiepunten. De inhoud van deze conceptnotulen kan bij de bewijslevering aan de orde komen. Onder meer vraagt het Hof zich af wie deze conceptnotulen heeft gemaakt en of ze ooit zijn vastgesteld.
3.2
SEC heeft een beroep gedaan op een e-mailwisseling tussen [werknemer SEC] van SEC en [directeur Sunshine] van Sunshine van 31 augustus 2018 en 1 september 2018 (producties 27 en 28 SEC). Uit deze producties kan het Hof vooralsnog niet afleiden dat attachment 1 bij de e-mail van 31 augustus 2018 (getiteld Mounting scheme SABA FINAL 4-2-18.pdf) de technische tekeningen van Schletter van 17 november 2016 zijn, zoals deels gewijzigd op 7 december 2016. Voorts kan het Hof uit de omstandigheid dat [directeur Sunshine] de folders heeft aangepast overeenkomstig de suggesties van [werknemer SEC], zonder de inhoud van de e-mail van 31 augustus 2018 te betwisten, vooralsnog niet afleiden dat die attachment 1 aangemerkt moet worden als het goedgekeurde final design. Het Hof is voorshands van oordeel dat [directeur Sunshine] in zijn e-mail van 1 september 2018 niets heeft erkend. In elk geval kan een buiten het geding geschreven e-mail geen gerechtelijke erkentenis bevatten. Niettemin kan de betekenis van deze e-mailwisseling bij de bewijslevering aan de orde komen.
3.21
Indien SEC slaagt in het op te dragen bewijs, brengt dat mee dat de uitgevoerde werkzaamheden niet aan de overeenkomst beantwoorden. Tussen partijen staat immers vast dat de uitgevoerde werkzaamheden niet overeenkomen met de technische tekeningen van Schletter van 17 november 2016, zoals deels gewijzigd op 7 december 2016.
Het Hof geeft voorshands oordelen over de vraag of het werk voldoende orkaanbestendig was
3.22
Indien SEC niet slaagt in het op te dragen bewijs, moet beoordeeld worden of de uitgevoerde werkzaamheden om een andere reden niet aan de overeenkomst beantwoorden, namelijk omdat niet is voldaan aan art. 4.2 van Annex D bij de overeenkomst. Hierover oordeelt het Hof voorshands als volgt.
3.23
In art. 4.2 van annex D staat dat Sunshine “written proof” moet verschaffen als deel van het final design. Voorshands is het Hof van oordeel dat de oorspronkelijke bedoeling van de tekst van de overeenkomst was dat Sunshine pas aan de werkzaamheden zou mogen beginnen na goedkeuring van het final design, dus dat Sunshine een voldoende overtuigende schriftelijke verklaring aan SEC zou moeten verschaffen voordat SEC het final design zou goedkeuren en zou toestaan dat Sunshine aan de werkzaamheden zou beginnen. De ratio daarvan zou zijn dat SEC niet het risico zou lopen dat achteraf zou blijken dat het park onvoldoende orkaanbestendig was, ook niet als Sunshine daarvoor aansprakelijk zou zijn. Partijen leggen de overeenkomst echter anders uit en het is ook anders gegaan.
3.24
SEC heeft toegelaten dat Sunshine de werkzaamheden begon en voortzette tot en met ingebruikneming van het park, zonder dat “written proof” was gegeven. Sunshine heeft ter voldoening aan art. 4.2 van annex D de schriftelijke verklaringen van [ingenieur 1] van 22 en 23 maart 2018 aan SEC verschaft. Gelet op dit een en ander is het Hof voorshands van oordeel dat de uitgevoerde werkzaamheden slechts dan niet aan art. 4.2 van annex D beantwoorden, indien objectief gezien en achteraf gezien geoordeeld moet worden dat redelijkerwijs aannemelijk is dat het park, zoals aangelegd door Sunshine, windsnelheden van 160 mijl per uur niet zou hebben doorstaan, indien zij daaraan zou zijn blootgesteld geweest. Als SEC hierover bij de ingebruikstelling meer zekerheid had willen hebben dan een schriftelijke verklaring van een ingenieursbureau, had zij redelijkerwijs niet moeten toestaan dat Sunshine het park bouwde en aan SEC in gebruik gaf.
3.25
Absolute zekerheid over de vraag of het park, zoals Sunshine dat in werkelijkheid heeft aangelegd, windsnelheden van 160 mijl per uur had kunnen doorstaan valt niet te geven. Indien Saba in werkelijkheid zou zijn getroffen door een orkaan met die windsnelheden, terwijl het park in werkelijkheid aanwezig zou zijn geweest, zou dat zijn gebleken, maar dat is nooit gebeurd en zal ook nooit meer gebeuren.
3.26
Het Hof kan het voorgaande niet beoordelen zonder dat het Hof een deskundigenbericht gelast. Voor wat het waard is, geeft het Hof voorshands oordelen over de rapporten van de geraadpleegde deskundigen.
a. Uit het rapport van 18 juli 2017 van Schletter leidt het Hof voorshands af dat er op 11-14 juli 2017 trekproeven zijn uitgevoerd (productie 14 SEC, bijlage 14). Voorshands kan het Hof hieruit niets relevants afleiden.
b. De proeven van partijdeskundige AquaSoli zijn uitgevoerd zonder dat daarbij vertegenwoordigers van Sunshine aanwezig waren. Het Hof acht het niet zinvol om te onderzoeken of Sunshine redelijkerwijs voldoende gelegenheid heeft gehad om daarbij aanwezig te zijn. Het rapport van 15 mei 2018 lijkt vooral in te gaan op de vraag of het park beantwoordt aan de tekeningen waaraan het volgens SEC moet beantwoorden en minder op de vraag of het park windsnelheden van 160 mijl per uur zou kunnen doorstaan (productie 4 SEC).
c. Ook het rapport van partijdeskundige I.F.I. van 24 mei 2018 lijkt vooral in te gaan op de vraag of het park beantwoordt aan de tekeningen en minder op de vraag of het park de windsnelheden zou kunnen doorstaan (productie 3 SEC).
d. De rapporten van [deskundige 1] van november 2018 en 27 maart 2019 geven steun aan de stelling dat het park de windsnelheden had kunnen doorstaan (producties 7 en 29 Sunshine).
e. Het rapport van [deskundige 3] van 22 november 2018 geeft vooral uiting aan twijfels en onzekerheden (productie 14 SEC, bijlage 19). In zijn e-mail van 10 december 2018 handhaaft hij die twijfels (productie 21 SEC). Hij lijkt niet te concluderen dat hij aannemelijk acht dat het park de windsnelheden niet had kunnen doorstaan.
f. Het rapport van [deskundige 4] van november 2018 stuurt aan op een aanvullende proef met een windtunnel (productie 14 SEC, bijlage 20).
g. Een rapport van [deskundige 2] heeft het Hof niet aangetroffen.
h. Het Hof leidt uit het rapport van [consultant 1] Consult van 28 maart 2019 af dat er een proef met een windtunnel is uitgevoerd, maar begrijpt vooralsnog niet wat de resultaten van die proef betekenen (productie 28 Sunshine).
i. Het rapport van partijdeskundige Pullout van 6 november 2019 (productie 13 Sunshine) is kritisch, maar het Hof kan niet beoordelen of Pullout getoetst heeft aan een toepasselijke norm voor trekbelasting. Sunshine heeft gemotiveerd bestreden dat dit het geval is.
j. Het rapport van partijdeskundige The Green World Company van 25 november 2019 is kritisch. Dat rapport moet met behoedzaamheid worden gehanteerd, gelet op de rol van The Green World Company als langdurig betrokken partijdeskundige (productie 14 SEC).
3.27
Het Hof is voornemens om, indien dat nodig blijkt, een deskundige te benoemen en aan die deskundige de vraag voor te leggen om aan de hand van de hiervoor onder 3.24 geformuleerde maatstaf een oordeel te geven na bestudering van alle in het geding gebrachte rapporten.
Is Sunshine in verzuim?
3.28
SEC heeft bij pleidooi gesuggereerd dat de in de overeenkomst genoemde “Scheduled Completion Date” van 1 juli 2017 een fatale termijn is. Die suggestie heeft zij onvoldoende feitelijk onderbouwd. Het Hof passeert die suggestie.
3.29
Bij memorie van antwoord onder 3.1 heeft SEC aangevoerd dat Sunshine vanaf 18 april 2018 in verzuim is. Dat standpunt heeft zij ook onvoldoende feitelijk onderbouwd. Het Hof passeert die stelling.
3.3
Bij conclusie van antwoord onder 2.4 en 2.12 heeft SEC aangevoerd dat Sunshine vanaf 30 april 2018, althans vanaf 2 mei 2018 in verzuim is. Het Hof heeft geen vraag van Sunshine van 30 april 2018 bij de producties aangetroffen. Het Hof heeft wel een e-mail van SEC van 2 mei 2018 aangetroffen, maar kan daaruit vooralsnog niet afleiden dat Sunshine vanaf die datum in verzuim is. Hierover houdt het Hof ieder verder oordeel aan.
Slotoverwegingen
3.31
Het Hof zal eerst een bewijsopdracht aan SEC verstrekken (zie 3.5 hiervoor) en na bewijslevering, indien dan nog nodig, een deskundigenbericht gelasten (zie 3.27 hiervoor).
3.32
SEC heeft bij conclusie van antwoord onder 2.11 geciteerd uit het rapport van I.F.I. van 24 mei 2018. Het Hof heeft het citaat niet teruggevonden in dat rapport.
SEC heeft bij conclusie van antwoord onder 2.18 een citaat gegeven dat kennelijk afkomstig is van [deskundige 3]. Het Hof heeft het citaat ook aangetroffen in de brief van SEC van 21 februari 2019 (productie 15 SEC). Een e-mail van [deskundige 3] met deze inhoud heeft het Hof niet aangetroffen.
SEC heeft bij pleidooi in hoger beroep onder 5.10 geciteerd uit een e-mail van SEC van 23 maart 2018. Een e-mail van die datum met die inhoud heeft het Hof niet aangetroffen.
De citaten hebben als zodanig geen bewijskracht.
3.33
Bij de stukken die het Hof heeft aangetroffen, ontbreken de producties 36, 40 en 59 van Sunshine. Productie 61 van Sunshine is incompleet (geen brief van 4 april 2018, wel een Annex B met acht appendices). Sunshine wordt verzocht die producties zo spoedig mogelijk (opnieuw) in het geding te brengen door middel van een e-mail aan de griffie van het Hof (griffiehofciviel@caribjustitia.org) met cc naar de advocaat van de wederpartij.
3.34
Het Hof houdt ieder verder oordeel aan.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
draagt SEC op te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de staanders zouden worden geplaatst overeenkomstig de technische tekeningen van Schletter van 17 november 2016, zoals deels gewijzigd op 7 december 2016;
bepaalt dat SEC, indien zij daartoe getuigen wil doen horen, deze kan voorbrengen op een nader bepaalde dag, uur en plaats voor mr. G.C.C. Lewin, lid van het Hof;
bepaalt dat partijen hierover per e-mail binnen veertien dagen na heden contact dienen op te nemen met de griffie van het Hof (griffiehofciviel@caribjustitia.org);
houdt ieder verder oordeel aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, E.W.A. Vonk en J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 15 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.