ECLI:NL:OGHACMB:2023:219

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
SXM2023H00140
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de tenuitvoerlegging van een vernietigde leningsovereenkomst in de relationele sfeer

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 13 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De zaak betreft een geschil tussen [de vrouw], die in Sint Maarten woont, en [de man], die in Duitsland woont, over een hypothecaire lening die door [de man] aan [de vrouw] is verstrekt voor de aankoop van een appartement. De lening van USD 285.380 werd verstrekt met de verwachting van een langdurige relatie, maar [de vrouw] heeft de leningsovereenkomst vernietigd, wat leidde tot een rechtszaak.

Bij de beoordeling van de vordering tot schorsing heeft het Hof gekeken naar de belangen van beide partijen. [de vrouw] vorderde schorsing om te voorkomen dat zij het appartement zou moeten verkopen tijdens het hoger beroep, terwijl [de man] belang had bij de uitvoerbaarheid van het vonnis. Het Hof oordeelde dat de belangen van [de vrouw] zwaarder wogen, omdat zij anders het risico liep niet tijdig andere financiering te kunnen verkrijgen om de verkoop van het appartement te voorkomen. Het Hof heeft daarom de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis geschorst voor de duur van het hoger beroep en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot het eindvonnis.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummers: SXM202200461 – SXM2023H00140
Uitspraak: 13 november 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
op de vordering tot schorsing op de voet van art. 272 Rv van:
[DE VROUW],
wonende in Sint Maarten,
in eerste aanleg gedaagde, thans appellante,
eiseres tot schorsing,
gemachtigde: mr. S.R. Bommel,
tegen
[DE MAN],
wonende in Crailsheim, Duitsland,
in eerste aanleg eiser, thans geïntimeerde,
verweerder tegen de vordering tot schorsing,
gemachtigde: mr. J.G. Snow.
Partijen worden hierna [de vrouw] en [de man] genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 11 juli 2023 ingekomen akte van appel is [de vrouw] in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 30 mei 2023 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht).
1.2
Bij op 16 oktober 2023 ingekomen verzoekschrift, met producties, heeft [de vrouw] gevorderd, verkort weergegeven, dat het Hof, uitvoerbaar bij voorraad, de tenuitvoerlegging van het vonnis zal schorsen en [de man] zal veroordelen in de proceskosten.
1.3
Bij op 25 oktober 2023 ingekomen verweerschrift, met producties, heeft [de man] geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van [de vrouw], met veroordeling van [de vrouw] in de proceskosten.
1.4
Op 1 november 2023 hebben de gemachtigden van partijen ’s middags pleitnotities ingediend. De gemachtigde van [de vrouw] heeft vooraf, eerder op dezelfde dag, producties per e-mail toegezonden.
1.5
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
De gemachtigde van [de man] heeft het Hof verzocht de producties buiten beschouwing te laten die de gemachtigde van [de vrouw] op 1 november 2023 heeft gemaild. Blijkens art. 12 lid 3 Procesreglement 2023 kan de rechter producties die niet met inachtneming van een termijn van drie dagen zijn ingediend, onder omstandigheden toch in de beoordeling betrekken. De spoedeisende aard van de schorsingsprocedure kan reden zijn om niet al te streng de hand te houden aan de termijn van drie dagen. In dit geval zijn de producties zo laat ingediend dat het Hof ze buiten beschouwing laat.
2.2
In het bestreden vonnis heeft het Gerecht onder meer als volgt overwogen. Partijen hebben ongeveer één jaar samengewoond. In oktober 2021 heeft [de man] een hypothecaire lening aan [de vrouw] verstrekt met het oog op de aankoop van een appartement te [locatie] in Sint Maarten. Inclusief de kosten betrof het een lening van USD 285.380 tegen een rente van 1% per jaar. [de vrouw] moet begrepen hebben dat [de man] uitsluitend met het uitzicht op een langdurige relatie bereid was om een gezamenlijk te bewonen appartement te financieren. Door na te laten [de man] ervan te weerhouden de hypothecaire lening te verstrekken, terwijl bij haar op zijn minst al geruime tijd sprake was van ‘second thoughts’ over de relatie, heeft [de vrouw] misbruik gemaakt van de omstandigheden. [de vrouw] bewoont het appartement niet, maar verhuurt het. Het Gerecht heeft de leningsovereenkomst vernietigd en [de vrouw] veroordeeld tot terugbetaling van USD 285.380 met wettelijke rente. Het vonnis is in zoverre uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.3
Bij de beoordeling van de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis gelden de maatstaven als vermeld in HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026 (Strandhotel). Tot die maatstaven behoort een belangenafweging.
2.4 [
[de man] wil overgaan tot openbare verkoop van het appartement.
2.5
Het belang van [de vrouw] bij schorsing van de tenuitvoerlegging is dat zij in geval van schorsing het appartement waarschijnlijk niet zal behoeven te verkopen voor de duur van het hoger beroep. Als de tenuitvoerlegging niet wordt geschorst, loopt zij een reëel risico dat zij niet tijdig voldoende andere financiering kan verkrijgen om de openbare verkoop van het appartement in opdracht van [de man] te kunnen afwenden.
2.6
Het belang van [de man] bij de uitvoerbaarheid bij voorraad is in zoverre beperkt dat voor de nakoming van de verbintenissen uit de lening zekerheid is gesteld in de vorm van een recht op hypotheek. Verder heeft [de man] niet betwist dat hij vermogend is en heeft hij niet gesteld dat hij het uitgeleende geld op korte termijn nodig heeft voor een bepaald doel. Ook in zoverre is zijn belang bij de uitvoerbaarheid bij voorraad beperkt.
Weliswaar heeft [de man] er enige kosten aan als hij de reeds geplande openbare verkoop van het appartement moet afzeggen, maar dat belang weegt niet zo zwaar. Het door [de man] genoemde risico dat hij het uitgeleende bedrag niet terugbetaald krijgt doordat het appartement in de loop van het geding in hoger beroep verloren gaat door een orkaan of door een andere oorzaak, kan hij beperken door het appartement (extra) te verzekeren, ook al is voor het Hof thans niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de verzekering en in hoeverre het appartement reeds verzekerd is.
2.7
De afweging van de belangen valt in het voordeel van [de vrouw] uit. De vordering tot schorsing zal daarom worden toegewezen. De beslissing over de proceskosten zal worden aangehouden tot het eindvonnis in het hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
schorst de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis voor de duur van het hoger beroep;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in het hoger beroep.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, G.C.C. Lewin en E.W.A. Vonk, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 13 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.