In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van conservatoire beslagen die eerder door het Gerecht in eerste aanleg waren opgelegd. De zaak betreft een kort geding dat is aangespannen door [geïntimeerde] tegen DUTS en UTS, waarbij [geïntimeerde] vorderde dat de beslagen zouden worden opgeheven. De achtergrond van de zaak ligt in een eerdere overeenkomst, de 'Share Sale and Purchase Agreement' (SPA), waarbij DUTS alle aandelen in UTS Suriname zou verkopen aan een groep kopers, waaronder [geïntimeerde]. De kopers hebben echter niet voldaan aan hun verplichtingen uit hoofde van de SPA, wat leidde tot een ontbinding van de overeenkomst door DUTS.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft geoordeeld dat de beslagen opgeheven moesten worden, omdat de vordering van DUTS op [geïntimeerde] voor het bedrag van USD 500.000 niet geldig was. Het Hof heeft deze uitleg van het Gerecht bevestigd en voegde eraan toe dat de uitstelovereenkomst, die als voorwaarde voor uitstel van de uitvoering van de SPA was opgesteld, niet meer van toepassing was omdat de kopers niet aan de voorwaarden hadden voldaan. Het Hof oordeelde dat de belangen van [geïntimeerde] zwaarder wogen dan die van DUTS en UTS, en dat de opheffing van de beslagen in stand moest blijven.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke contractuele afspraken en de gevolgen van het niet nakomen van deze afspraken. Het Hof heeft de kosten van het hoger beroep voor DUTS en UTS vastgesteld, en het vonnis van het Gerecht is bevestigd.