In deze zaak gaat het om een hoger beroep van zweminstructeurs die in geschil zijn over hun functiewaardering en inschaling na hun overgang naar de stichting FUNDASHON DESAROYO DEPORTIVO KORSOU (FDDK). De zweminstructeurs, appellanten in deze procedure, stellen dat hun inschaling niet op een vergelijkbare wijze is gebeurd als die van andere overgenomen werknemers, met name sportleiders van Sedreko. De zaak is eerder behandeld in een tussenbeschikking op 8 november 2022, waarin het Hof beslissingen heeft genomen en FDDK de gelegenheid heeft gegeven om te reageren op een tabel die door de gemachtigde van appellanten was ingediend.
De appellanten hebben hun verzoek tot inschaling in schaal 7 laten vallen en vragen nu om inschaling in schaal 6, trede 15. Het Hof heeft in de tussenbeschikking vragen gesteld over de inschaling van de Sedreko-sportleiders en de redenen voor de verschillen in salarissen. FDDK heeft een overzicht overgelegd van het salarisverloop van zowel de Sedreko-sportleiders als de appellanten, waaruit blijkt dat de salarissen van de Sedreko-sportleiders in het algemeen hoger waren dan die van de appellanten.
Het Hof oordeelt dat de verschillen in inschaling en salarissen gerechtvaardigd zijn op basis van de functiewaardering en de specifieke kenmerken van de functies. De appellanten hebben onvoldoende bewijs geleverd dat hun inschaling onterecht was. Het Hof bevestigt de eerdere beschikking en veroordeelt de appellanten in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de rechters C.G. ter Veer, E.M. van der Bunt en G.C.C. Lewin op 29 augustus 2023.