ECLI:NL:OGHACMB:2023:18
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep in familiezaken met betrekking tot nalatenschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [zus] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, uitgesproken op 23 augustus 2021. [zus] heeft op 8 oktober 2021 een akte van appel ingediend, maar het hoger beroep is in de loop van de procedure gecompliceerd door het overlijden van [broer] op 28 oktober 2021. [zus] heeft in haar memorie van grieven gesuggereerd dat het geding geschorst moet worden vanwege het overlijden van [broer] en heeft vijf grieven tegen het vonnis aangevoerd. De conclusie van [zus] was dat het Hof het vonnis zou vernietigen en de nalatenschap van hun moeder op haar voorgestane wijze zou verdelen, met compensatie van de proceskosten.
Aan de andere kant heeft mr. Pols, de gemachtigde van [broer], betoogd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden wegens overschrijding van de appeltermijn. De appeltermijn van zes weken, die begon op de dag van de uitspraak van het bestreden vonnis, liep af op 4 september 2021. De akte van appel werd echter pas op 8 oktober 2021 ingediend, wat betekent dat de termijn overschreden was. Er zijn geen omstandigheden aangevoerd die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft het Hof besloten dat het hoger beroep is ingetrokken, wat in lijn is met de wensen van beide partijen. Dit vonnis is uitgesproken op 14 februari 2023 in aanwezigheid van de griffier, waarbij het Hof de intrekking van het hoger beroep heeft bevestigd.