Uitspraak
[APPELLANT 1],
[APPELLANTE 2],
1.De zaak in het kort
2.Het verloop van de procedure
3.De beoordeling
condominium fees(service kosten) bij [appellanten] in rekening gebracht. Bij fax van 25 mei 2010 heeft de VvE [appellanten] gesommeerd tot betaling van
the full amount. [appellanten] hebben op die fax gereageerd, maar betaling is uitgebleven.
statementsin het geding gebracht die verwijzen naar
invoicesen
paymentsen resulteren in een
amount due. Een op 31 december 2003 gedateerd statement noemt een amount due van USD 1.163,05. Een op 30 september 2015 gedateerd statement noemt een amount due van USD 29.505,08. Dat laatste bedrag is de gevorderde hoofdsom.
Customer Open Balancevan 27 februari 2018 in het geding gebracht, bestaande uit een lijst van
invoices, onder meer invoices van oktober 2015 tot en met augustus 2016 van USD 342,00 per maand, van september 2016 tot en met december 2016 van USD 336,33 per maand en van januari 2017 tot en met februari 2018 van USD 340,11 per maand. Het totaal van die invoices inclusief maart 2018 komt uit op:
balanceop 25 september 2010 USD 17.793,79 was. Volgens [appellanten] in de memorie van grieven moet echter niet USD 17.793,79, maar USD 16.989,91 op de vordering in mindering worden gebracht. Het Hof zal [appellanten] daarin volgen. Het in het eerste verzoekschrift in hoofdsom gevorderde bedrag is daarom slechts toewijsbaar tot:
credit memovan 1 januari 2011 ad USD 13.957,62. Met deze credit memo heeft de VvE echter reeds rekening gehouden (blijkens haar statement van 31 december 2011). Dit leidt dus niet tot aanpassing van het toewijsbare bedrag. Voor zover [appellanten] in de memorie van grieven bij de toelichting op grief 2 hebben aangestuurd op verdere verlaging van het toewijsbare bedrag, los van de credit memo, hebben zij onvoldoende duidelijk toegelicht op grond waarvan dat zou moeten.