ECLI:NL:OGHACMB:2023:152
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming tot statutair bestuurder na statutenwijziging en bewijswaardering
In deze zaak gaat het om de rechtsgeldigheid van de benoeming van [appellant] tot statutair bestuurder van de stichting GCB na een statutenwijziging in 2017. [appellant] heeft van 2011 tot 2020 bij GCB gewerkt, aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst. Na de statutenwijziging heeft hij verzocht om erkenning van zijn status als bestuurder, wat door het Gerecht werd afgewezen. In hoger beroep heeft het Hof de vraag centraal gesteld of de benoeming van [appellant] rechtsgeldig was, waarbij de goedkeuring van de minister van Justitie cruciaal is. Het Hof heeft vastgesteld dat hoewel er geen schriftelijke goedkeuring was, de minister mondelinge toezeggingen had gedaan en dat alle betrokkenen ervan uitgingen dat de benoeming geldig was. Het Hof concludeert dat de minister instemde met de benoeming, ondanks het ontbreken van formele goedkeuring. Het Hof bevestigt de eerdere beslissing van het Gerecht dat de rechtsverhouding tussen [appellant] en GCB niet als een arbeidsovereenkomst kan worden aangemerkt. De primaire en subsidiaire verzoeken van [appellant] worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.