ECLI:NL:OGHACMB:2023:15

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
SXM2022H00139
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in een civiele procedure

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis. De zaak betreft een geschil tussen de naamloze vennootschap Jobco N.V. en de naamloze vennootschap Kams Trading, die in eerste aanleg respectievelijk gedaagde en eiseres waren. Jobco had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin het Gerecht Jobco en twee medegedaagden hoofdelijk had veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van USD 689.470,46 aan Kams Trading, als gevolg van een brand die op 23 januari 2018 in Jobco's warehouse had plaatsgevonden.

Jobco verzocht het Hof om de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen, hetzij onvoorwaardelijk, hetzij onder de voorwaarde dat zij een bankgarantie zou stellen of een storting zou doen. Kams Trading verzocht om afwijzing van dit verzoek en stelde dat Jobco onvoldoende argumenten had aangedragen om de schorsing te rechtvaardigen. Het Hof overwoog dat het belang van Kams Trading bij de uitvoerbaarverklaring bij voorraad in beginsel gegeven was, aangezien het vonnis een veroordeling tot betaling van een geldsom inhield.

Het Hof concludeerde dat Jobco niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van een restitutierisico en dat de verzoeken tot schorsing daarom werden afgewezen. Jobco werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de schorsingsprocedure, die aan de zijde van Kams Trading tot op heden waren begroot op NAf 2.000,- aan salaris voor de gemachtigde. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummers: SXM201800602 en SXM2020100002 – SXM2022H00139
Uitspraak: 14 februari 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
op de vordering tot schorsing ex art. 272 Rv van:
de naamloze vennootschap
JOBCO N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg gedaagde, thans appellante,
verzoekster tot schorsing,
gemachtigde: mr. M.R.B. Gorsira,
tegen
de naamloze vennootschap
NEW EDITION N.V.,
handelende onder de naam Kams Trading,
gevestigd in Sint Maarten,
in eerste aanleg eiseres, thans geïntimeerde,
verweerster tegen het schorsingsverzoek,
gemachtigde: mr. K. Huisman.
Partijen worden hierna Jobco en Kams Trading genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 4 november 2022 ingekomen akte van appel is Jobco in hoger beroep gekomen van het tussen partijen gewezen en op 1 november 2022 uitgesproken vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht).
1.2
Bij op 14 november 2022 ingekomen verzoekschrift, met producties, heeft Jobco gevorderd, verkort weergegeven, dat het Hof de tenuitvoerlegging van het vonnis schorst, primair onvoorwaardelijk en subsidiair onder de voorwaarde dat Jobco bankgarantie stelt of een storting in
escrowdoet, kosten rechtens.
1.3
Bij op 28 november 2022 ingekomen verweerschrift heeft Kams Trading geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Jobco, met veroordeling van Jobco – uitvoerbaar bij voorraad – in de proceskosten.
1.4
Op 19 december 2022 hebben de gemachtigden van partijen pleitnotities ingediend.
1.5
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
In het bestreden vonnis heeft het Gerecht vastgesteld dat op 23 januari 2018 brand is uitgebroken in Jobco’s Warehouse in Sint Maarten en dat Kams Trading daar twee units in gebruik had. Bij dat vonnis heeft het Gerecht Jobco en twee medegedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van USD 689.470,46 aan vergoeding van schade, die Kams Trading naar het oordeel van het Gerecht heeft geleden als gevolg van de brand. Dit betreft schade wegens inventaris en voorraden van Kams Trading die bij de brand verloren zijn gegaan, en herbouwkosten. Jobco is ook veroordeeld in proceskosten.
2.2
Bij de beoordeling van de vordering tot schorsing, al dan niet onder voorwaarden, gelden de maatstaven als vermeld in HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026 (
Strandhotel).
2.3
Het bestreden vonnis bevat geen kennelijke misslagen. De bezwaren van Jobco tegen het bestreden vonnis kunnen voor het overige in het hoger beroep aan de orde komen. Daarop loopt het Hof thans niet vooruit.
2.4
Het belang van Kams Trading bij de uitvoerbaarverklaring bij voorraad is in beginsel gegeven, aangezien de veroordeling strekt tot betaling van een geldsom (vgl. HR 20 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:688). Kams Trading heeft daarover in het verweerschrift (onder 27) aangevoerd dat zij de last van de schade gedurende vier jaar heeft moeten dragen. Jobco heeft over het belang van Kams Trading niets aangevoerd.
2.5
Onder 1.4 van het verzoekschrift heeft Jobco gesteld dat zij een restitutierisico loopt. Kams Trading heeft dit betwist door aan te voeren dat zij sinds 1991 in Sint Maarten gevestigd is (onder 27 van het verweerschrift). In de pleitnota heeft zij (onder 4) toegevoegd dat zij een groothandel exploiteert en vijftien werknemers in dienst heeft en (onder 5) dat zij een familiebedrijf is en de vervanging van haar inventaris en voorraden en de herbouw van haar bedrijfspand uit eigen middelen heeft moeten bekostigen. Deze omstandigheden doen er niet aan af dat het Hof aannemelijk acht dat Jobco enig restitutierisico loopt.
2.6
In de pleitnota heeft Jobco nog aangevoerd dat tenuitvoerlegging van het vonnis haar in een financiële noodsituatie zou brengen. Jobco heeft dit niet aangevoerd in het verzoekschrift. Kams Trading heeft er niet op kunnen reageren. Het Hof kan de juistheid van die stelling daarom niet beoordelen. Voor nader partijdebat is in deze schorsingsprocedure geen plaats.
2.7
Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Jobco heeft onvoldoende gesteld om afwijking van dit uitgangspunt te rechtvaardigen. De verzoeken worden daarom afgewezen.
2.8
Jobco zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze schorsingsprocedure.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Jobco in de kosten van deze schorsingsprocedure, aan de zijde van Kams Trading gevallen en tot op heden begroot op NAf 2.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. E.A. Saleh, E.M. van der Bunt, G.C.C. Lewin, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 14 februari 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.