ECLI:NL:OGHACMB:2023:126

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
17 juli 2023
Zaaknummer
SXM2022H00119
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake gewijzigde vaststelling van loon van werknemers na looncontrole door USZV

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Brooks & Associates N.V. tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin de wijziging van het loon van drie werknemers na een looncontrole door het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen (USZV) aan de orde is. USZV had bij beschikking van 8 september 2020 bepaald dat het loon van de werknemers moest worden verhoogd, waarbij bepaalde kosten voor maaltijden en een reis als looncomponenten werden aangemerkt. Brooks N.V. was het niet eens met deze beslissing en had bezwaar gemaakt, dat door USZV ongegrond werd verklaard. Het Gerecht bevestigde deze beslissing in zijn uitspraak van 15 augustus 2022.

In hoger beroep heeft het Hof de zaak behandeld op 25 april 2023. Brooks N.V. voerde aan dat USZV ten onrechte had aangenomen dat slechts vier werknemers aan de reis hadden deelgenomen en dat de kosten voor de maaltijden niet correct waren berekend. Het Hof oordeelde dat USZV inderdaad ten onrechte had aangenomen dat slechts vier werknemers aan de reis hadden deelgenomen en dat de kosten voor de maaltijden niet in overeenstemming waren met de werkelijke situatie. Het Hof vernietigde de eerdere uitspraak en verklaarde het beroep van Brooks N.V. gegrond. USZV werd opgedragen om binnen drie maanden een nieuwe beschikking te geven, rekening houdend met de bevindingen van het Hof.

De uitspraak benadrukt het belang van correcte berekeningen van looncomponenten en de noodzaak voor USZV om de werkelijke omstandigheden in acht te nemen bij het vaststellen van lonen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand.

Uitspraak

SXM2022H00119
Datum uitspraak: 5 juli 2023
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
Brooks & Associates N.V., gevestigd in Sint Maarten (hierna: Brooks N.V.),
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) van 15 augustus 2022 in zaak nr. SXM202101162, in het geding tussen:
appellante
en
het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen (hierna: USZV)

Procesverloop

Bij beschikking van 8 september 2020 heeft USZV bepaald dat het loon van drie werknemers van Brooks N.V. gewijzigd moet worden vastgesteld.
Bij beschikking van 3 augustus 2021 heeft USZV het daartegen door Brooks N.V. gemaakte bezwaar ongegrond verklaard (hierna: de bestreden beschikking).
Bij uitspraak van 15 augustus 2022 (ECLI:NL:OGEAM:2022:91) heeft het Gerecht het daartegen door Brooks ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Brooks N.V. hoger beroep ingesteld.
USZV heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 april 2023. Brooks N.V., vertegenwoordigd door mr. B.B. Brooks, en USZV, vertegenwoordigd door mr. M.M. Hofman-Ruigrok, advocaat, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. USZV heeft bij Brooks N.V. een looncontrole verricht. Bij brief van 24 juli 2020 heeft USZV Brooks N.V. geïnformeerd dat enkele looncomponenten tot het loon van drie werknemers moeten worden gerekend. Het gaat om een toevoeging aan het dagloon van NA
f9,24 voor verstrekte maaltijden en NA
f22,98 voor een (jaarlijkse) reis. Vervolgens heeft USZV bij de beschikking van 8 september 2020, gehandhaafd na bezwaar bij de bestreden beschikking, bepaald dat de maandlonen van de drie werknemers hoger zullen worden vastgesteld.

Aangevallen uitspraak

2. Het Gerecht heeft onder meer overwogen dat USZV terecht de reis waaraan de drie werknemers hebben deelgenomen als looncomponent heeft beschouwd en een vierde van de totale reiskosten aan het loon heeft toegevoegd. De stelling van Brooks N.V. dat er meer dan vier werknemers hebben deelgenomen aan de reis wordt niet gevolgd omdat slechts aan vier werknemers een daggeldvergoeding is verstrekt en er ook maar vier werknemers op de loonlijst stonden. De gewijzigde verzamelloonstaat 2019, die op 22 oktober 2021 aan USZV is verstrekt, kan ook niet leiden tot een ander oordeel omdat onvoldoende is onderbouwd waar deze gewijzigde verzamelloonstaat op is gebaseerd. Verder heeft USZV ook de verstrekte maaltijden terecht als looncomponent aangemerkt. Bij de berekening van de gemiddelde maaltijdprijs mocht USZV uitgaan van de door Brooks N.V. verstrekte informatie. Gelet op de Handleiding Loonbelasting is het niet onredelijk dat USZV een hoger bedrag heeft berekend voor de maaltijden omdat de kosten daarvan feitelijk hoger waren dan het daarin opgenomen bedrag van NA
f5,- per dag.

Hoger beroep

3. Brooks N.V. voert over de reiskosten aan dat zij al vanaf het begin heeft aangevoerd dat de totale kosten niet over slechts vier personen konden worden verdeeld. Ten eerste niet omdat er vijf in plaats van vier werknemers in dienst waren. Dat is bij e-mailbericht van 31 maart 2020 aan USZV kenbaar gemaakt. Ook is steeds voor vijf werknemers ZV/OV-premie betaald. Ten tweede klopt het aantal van vier niet omdat er in totaal zes personen op kosten van Brooks N.V. zijn meegereisd: vijf werknemers van Brooks N.V. plus de IT'er, die niet bij Brooks N.V. in dienst is. Dat er zes deelnemers waren, had USZV uit de op 1 april 2020 overgelegde tickets en hotelreservering kunnen opmaken. Ook is kenbaar gemaakt dat in totaal dertien personen hebben deelgenomen aan de reis, van wie dus zes op kosten van Brooks N.V. Bepaalde gezamenlijke kosten, zoals de huurauto en een diner, heeft Brooks N.V. betaald, maar dat zijn dus kosten die voor meer dan zes personen zijn gemaakt. Voorts zijn de concertkaarten ten onrechte doorberekend aan de werknemers omdat degenen die belangstelling hadden voor het concert, de kaartjes op eigen kosten hebben aangeschaft. Over de daggeldvergoeding is ook al toegelicht dat die aan vier personen is verstrekt omdat B.B. Brooks zelf geen daggeldvergoeding nodig had, en de IT'er niet in dienst was. Over de maaltijden voert Brooks N.V. aan dat het niet alleen om maaltijden van restaurant Ambrosia ging, maar ook van Fit Foods en Uncle Bob. Desondanks is alleen de maaltijdprijs van Ambrosia gebruikt. Bovendien is Brooks N.V. al langere tijd gestopt met het verstrekken van maaltijden.
3.1.
Het Hof stelt vast dat niet langer in geschil is dat de in november 2019 gemaakte reis en de verstrekte maaltijden als looncomponenten moeten worden aangemerkt. In geschil is of USZV de hoger vastgestelde lonen op juiste wijze heeft berekend. Voor de gemaakte reis gaat het dan om de vraag of USZV een vierde van de totale reiskosten van USD 13.425,25 tot het jaarloon mag rekenen. Voor de verstrekte maaltijden gaat het om de vraag of USD 1.350,- tot het jaarloon mag worden gerekend.
3.2.
Over de reiskosten overweegt het Hof dat USZV ten onrechte heeft vastgehouden aan het standpunt dat slechts vier personen aan de reis hebben deelgenomen. Brooks N.V. heeft immers al vóór de totstandkoming van de beschikking van 8 september 2020 informatie verstrekt over het aantal werknemers ten tijde van de reis in november 2019. Zo is bij het emailbericht van 31 maart 2020 aan USZV te kennen gegeven dat tot 8 maart 2020 vijf werknemers in dienst waren. Dat aantal strookt ook met het betalingsbewijs ZV/OV-premie over de maand november 2019. Ook is informatie verstrekt over de reis zelf, zoals het aantal deelnemers, de vliegtickets, de hotelreservering en een reiskostenoverzicht. Daaruit blijkt dat er meer dan vier personen naar Miami zijn afgereisd. Brooks N.V. heeft dan ook aannemelijk gemaakt dat niet vier maar zes personen hebben deelgenomen aan de reis. Gelet hierop kon USZV aan de omstandigheden dat er blijkens het reiskostenoverzicht vier keer een daggeldvergoeding is verstrekt en op de verzamelloonstaat 2019 vier werknemers stonden, niet de conclusie verbinden dat slechts vier personen aan de reis hebben deelgenomen. De totale reiskosten van USD 13.425,25 zijn daarom ten onrechte voor een vierde tot het jaarloon gerekend. In plaats daarvan moet een zesde deel van de totale reiskosten tot het jaarloon worden gerekend. Voor een andere verdeling bestaat geen grond, omdat uit de gedingstukken niet blijkt dat een aantal gezamenlijke kosten voor meer dan zes personen zijn gemaakt en ook niet dat de concertkaarten op eigen kosten zijn aangeschaft. Aldus mocht USZV maximaal NA
f3.982,82,- (USD 13.425,25 : 6 werknemers x NA
f1,78) toevoegen aan het jaarloon van de werknemers die aan de reis hebben deelgenomen. Het betoog slaagt.
3.3.
Wat de maaltijden betreft ziet het Hof geen grond voor het oordeel dat USZV niet van een gemiddelde prijs van USD 10,- per maaltijd heeft mogen uitgaan. Uit de bestreden beschikking volgt dat USZV niet alleen de gemiddelde maaltijdprijs van het restaurant Ambrosia bij de berekening heeft betrokken, maar ook de prijzen van Fit Foods en Uncle Bob. Brooks N.V. heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom een gemiddelde maaltijdprijs van USD 10,- te hoog zou zijn. De Handleiding Loonbelasting staat ook niet in de weg aan het hanteren van een gemiddelde maaltijdprijs van USD 10,- omdat het daarin genoemde bedrag van NA
f5,- slechts een minimumvergoeding is. Aldus is USZV terecht uitgegaan van een gemiddelde maaltijdvergoeding van USD 10,- per dag. Het Hof stelt vervolgens vast dat USZV bij de berekening ervan is uitgegaan dat de werknemers in een jaar drie keer per week gedurende 45 weken een maaltijd ontvangen, terwijl Brooks N.V. reeds in het bezwaarschrift heeft aangevoerd dat sinds de coronapandemie geen maaltijden meer worden verstrekt. Ter zitting heeft Brooks N.V. daaraan toegevoegd dat dit na de pandemie niet is teruggedraaid als gevolg van deze procedure. Gelet hierop had USZV alleen voor het eerste kwartaal van 2020 een maaltijdvergoeding als looncomponent in aanmerking mogen nemen. Aldus mocht USZV maximaal NA
f640,80 (12 weken x USD 30,- (3 maal per week een maaltijd van USD 10,-) x NA
f1,78) toevoegen aan het jaarloon van de werknemers die een maaltijd ontvingen. Het betoog slaagt.
Slotsom
4. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen het Gerecht had behoren te doen zal het Hof het beroep gegrond verklaren, de bestreden beschikking vernietigen en de minister opdragen om binnen drie maanden opnieuw op het door Brooks N.V. gemaakte bezwaar te beslissen met inachtneming van deze uitspraak.
5. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat in dit geval geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:
I.
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 15 augustus 2022 in zaak nr. SXM202101162;
II.
verklaarthet in die zaak ingestelde beroep
gegrond;
III.
vernietigtde beschikking van het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen van 3 augustus 2021;
IV.
draagthet Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen
opom binnen drie maanden met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen een nieuwe beschikking op bezwaar te geven;
V.
gelastdat het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen aan Brooks & Associates N.V. het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal NA
f450,- vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.H. Bel, voorzitter, en mr. J.Th. Drop en mr. T.G.M. Simons, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Bel
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 juli 2023.