ECLI:NL:OGHACMB:2023:115

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
3 juli 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
CUR2021H00176
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar het trustvermogen en vaststelling van het onderzoeksbudget in een enquête-procedure

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld, betreft het een vervolg op een eerdere uitspraak (ECLI:NL:OGHACMB:2023:2) in een enquête-procedure. De zaak is aangespannen door de rechtspersoon Britannica Guarantee National Insurance Company Limited (BGNIC), gevestigd in Georgetown, Kaaiman Eilanden, tegen de naamloze vennootschap Solid Holding N.V., gevestigd in Curaçao. BGNIC verzoekt het Hof om het onderzoeksbudget vast te stellen in het kader van het onderzoek naar het trustvermogen. Het Hof heeft op 3 juli 2023 uitspraak gedaan en het onderzoeksbudget vastgesteld op € 250.000 exclusief btw. Het Hof heeft ook de onderzoeksperiode uitgebreid tot 1 september 2017, omdat het onderzoek ook gebeurtenissen in die periode betreft. De onderzoeker, mr. drs. W.J.M. van Andel, is aangewezen om het onderzoek uit te voeren. Het Hof heeft Solid bevolen om het onderzoeksbudget bij wijze van voorschot over te maken naar de zakelijke bankrekening van de onderzoeker. De vertrouwelijkheid van het onderzoek is gewaarborgd, en partijen zijn verplicht om concepten en inhoud van het onderzoek niet met derden te delen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het Hof houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2023
Registratienummer: CUR2021H00176
Uitspraak: 3 juli 2023
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak ex art. 2:271 BW (eerste fase enquête-procedure) van:
de rechtspersoon naar het recht van de Kaaiman Eilanden
BRITANNICA GUARANTEE NATIONAL INSURANCE COMPANY LIMITED (“BGNIC”),
hierna: BGNIC,
gevestigd in Georgetown, Crand Cayman, Kaaiman Eilanden,
met gekozen domicilie in Curaçao bij haar gemachtigden,
verzoekster,
gemachtigden: mrs. J.C. Maris en C.F. Klooster,
tegen
de naamloze vennootschap
SOLID HOLDING N.V.,
hierna: Solid,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
gemachtigden: mrs. W. Princée en J.M.K.P. Cornegoor,
met als belanghebbenden:
1. de stichting
THE SOLID FUND PRIVATE FOUNDATION,
hierna: SFPF,
gevestigd in Curaçao,
gemachtigden: mrs. W. Princée en J.M.K.P. Cornegoor,
en:

2.[BELANGHEBBENDE 2],

[e-mailadres belanghebbende 2],
3.
[BELANGHEBBENDE 3],
[e-mailadres belanghebbende 3],
4.
[BELANGHEBBENDE 4],
[e-mailadres belanghebbende 4],
en:

5.LOPAG TRUST REG.,

6.
ADMINTRUST VERWALTUNGS ANSTALT,
7.
CATO TRUST REG.,
in hun hoedanigheid van trustees in
THE LAKE CAUMA TRUST,
hierna: Lopag c.s.,
alle gevestigd te Vaduz, Liechtenstein,
gemachtigden: mrs. J.E. Eichhorn en J. Pas.
1.
Het verdere verloop van de procedure
1.1
Bij beschikking van 14 februari 2023 heeft het Hof mr. drs. W.J.M. van Andel aangewezen als onderzoeker.
1.2
Bij verzoekschrift van 24 maart 2023, met producties, heeft Solid om wijziging van onmiddellijke voorzieningen verzocht. In dit verband zijn er verdere processtukken ingekomen en e-mails ontvangen. Het Hof heeft bij e-mail van 1 juni 2023 dit verzoek (waarin een mondelinge behandeling zal plaatsvinden) losgekoppeld van de processtappen die gezet worden ten behoeve van het start van het onderzoek. Deze beschikking heeft geen betrekking op het wijzigingsverzoek, maar op laatstbedoelde processtappen.
1.3
Bij e-mail van 7 april 2023 heeft de onderzoeker de vraag aan de orde gesteld of de vaststellingsovereenkomst die blijkens het verzoekschrift van 24 maart 2023 tot stand is gekomen op 21 februari 2023, reden is om de omvang van het onderzoek te beperken.
1.4
De onderzoeker heeft een plan van aanpak van 18 mei 2023 ingediend, met als bijlage een onderzoeksprotocol van dezelfde datum. Bij e-mail van 1 juni 2023 heeft het Hof partijen en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het plan van aanpak en de begroting van de onderzoeker.
1.5
In verband met de start van onderzoek zijn de volgende e-mails ingekomen:
- e-mail van 1 juni 2023 van de onderzoeker;
- e-mail van 6 juni 2023 van de onderzoeker;
- e-mail van 8 juni 2023 van mr. Klooster;
- e-mail van 13 juni 2023 van mr. Cornegoor;
- e-mail van 15 juni 2023 van mr. Maris.
1.6
Bij gedingstuk van 28 juni 2023, met producties, heeft Solid zich uitgelaten over het plan van aanpak en de begroting van de onderzoeker. BGNIC heeft dat gedaan bij gedingstuk van 29 juni 2023. Ook Lopag c.s. hebben dat gedaan bij gedingstuk van 29 juni 2023.
1.7
Beschikking is aangezegd en bepaald op vandaag.
2.
De verdere beoordeling
2.1
De onderzoeker heeft het Hof in overweging gegeven om de onderzoeksperiode uit te breiden tot 1 september 2017, omdat de onderzoeksopdracht mede ziet op gebeurtenissen in de periode tot aan die datum. Het Hof zal de onderzoeksperiode dienovereenkomstig uitbreiden.
2.2
Het Hof ziet in de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst thans geen aanleiding om de omvang van het onderzoek te beperken.
2.3
De onderzoeker heeft het onderzoeksbudget begroot op € 250.000 exclusief btw. Het Hof heeft bij e-mail van 1 juni 2023 de vraag aan de orde gesteld in hoeverre het nodig is dat alle of een deel van de voorziene interviews vis-à-vis af te nemen en in
hoeverre kan worden volstaan met interviews door middel van videoverbinding,
mede gelet op de kosten. Bij e-mail van dezelfde dag heeft de onderzoeker bericht voornemens te zijn twee reizen te maken, één naar de regio Zwitserland/Liechtenstein/Noord-Italië en de andere naar Israël. Gelet op de nadere uitleg van de onderzoeker zal het Hof het onderzoeksbudget vaststellen overeenkomstig de begroting van de onderzoeker.
2.4
Het Hof zal Solid bevelen het gehele bedrag van het onderzoeksbudget bij wijze van voorschot over te maken naar de zakelijke bankrekening van het kantoor van de onderzoeker.
2.5
De onderzoeker is voornemens in diverse landen feitenonderzoek te doen door daar interviews af te nemen. Voor de goede orde overweegt het Hof dat de onderzoeker daartoe bevoegd is uit hoofde van zijn benoeming. Indien de onderzoeker dat nodig acht, kan het Hof een Engelstalige schriftelijke verklaring van die strekking aan de onderzoeker verstrekken.
2.6
Het onderzoek is vertrouwelijk. Partijen en belanghebbenden die kennis krijgen van concepten in het kader van het onderzoek, inclusief het concept onderzoeksverslag, mogen die concepten en de inhoud daarvan niet met derden delen. Onder ‘derden’ worden in dit verband niet verstaan de adviseurs van partijen en belanghebbenden die aan een adequate wettelijke of contractuele geheimhoudingsplicht zijn gebonden. Het Hof volstaat thans met deze overwegingen en ziet geen aanleiding om thans voorlopige voorzieningen te treffen om de vertrouwelijkheid nader te waarborgen of om op te treden tegen gestelde schendingen daarvan. Zo nodig kan dit onderwerp nader aan de orde gesteld worden bij de mondelinge behandeling van het hiervoor onder 1.2 bedoelde verzoek.
2.7
Het Hof houdt ieder verder oordeel aan.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
wijzigt het tijdvak van het bij beschikking van 25 januari 2022 gelaste onderzoek in die zin dat het onderzoek beperkt dient te blijven tot het tijdvak van 1 mei 2017 tot 1 september 2017;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 250.000 exclusief btw;
beveelt Solid om voornoemd bedrag, vermeerderd met btw, bij wijze van voorschot over te maken naar de zakelijke bankrekening van het kantoor van de onderzoeker;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, C.G. ter Veer en G. van Solinge, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 3 juli 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.