Uitspraak
1.[DE MOEDER],
2. [DE DOCHTER],
Het verloop van de procedure
De beoordeling
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Boogaard Assurantiën N.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin haar vorderingen tegen de moeder en dochter, beiden wonende in Aruba, werden afgewezen. De zaak betreft een aanrijding op 8 juli 2018, waarbij de dochter als bestuurster van een auto zonder rijbewijs een andere auto heeft aangereden. De auto was verzekerd bij de Netherlands Antilles and Aruba Assurance Company (N.A.A.) N.V., maar de polisvoorwaarden bevatten een uitsluiting voor schade veroorzaakt door een bestuurder zonder geldig rijbewijs. Boogaard vorderde betaling van de schadevergoeding die zij had uitgekeerd aan de benadeelde partij en het Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering. Het Gerecht had geoordeeld dat de polisvoorwaarden niet aan de moeder ter hand waren gesteld, waardoor de vorderingen werden afgewezen. In hoger beroep heeft Boogaard betoogd dat de moeder en dochter gebonden zijn aan de polisvoorwaarden en dat de dochter aansprakelijk is voor de schade. Het Hof heeft geoordeeld dat de uitsluiting in de polisvoorwaarden een kernbeding is en dat de moeder als eigenaresse van de auto aansprakelijk is voor de gedragingen van haar dochter. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht vernietigd en de moeder en dochter hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding aan Boogaard, met wettelijke rente en proceskosten.