ECLI:NL:OGHACMB:2023:111
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- G.C.C. Lewin
- C.G. ter Veer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over rechtsgeldigheid van opzegging erfpacht door de overheid en vergoeding aan hypotheekhouder
In deze zaak gaat het om een erfpacht die door de overheid van Curaçao is opgezegd. De erfpachter had een achterstand in de betaling van zowel de hypotheeklasten als de canon, wat leidde tot een aangekondigde executoriale verkoop door de hypotheekhouder, First Caribbean International Bank (FCIB). Kort voor de verkoop verklaarde de overheid de erfpacht op te zeggen. De centrale vraag is of deze opzegging rechtsgeldig was en of de overheid een vergoeding aan de hypotheekhouder verschuldigd is. Het Hof heeft in een tussenvonnis partijen in overweging gegeven om een schikking te beproeven. De procedure begon met een akte van appel van het Land Curaçao op 20 december 2021, tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 8 november 2021. Het Hof heeft de feiten en de vorderingen van beide partijen in detail beoordeeld, waarbij het de ministeriële beschikking van 23 juli 2018 als een voldoende duidelijke opzegging heeft aangemerkt. Het Hof oordeelt dat de opzegging van de erfpacht door het Land mogelijk misbruik van bevoegdheid inhoudt, omdat het Land jarenlang geen actie heeft ondernomen terwijl de erfpachter in gebreke bleef. De mondelinge behandeling is gepland voor 8 september 2023, waar verdere beslissingen zullen worden genomen.