Uitspraak
.
:
in ofomstreeks de periode van 26 juli 2020 tot en met 27 juli 2020 in Sint Maarten,
al dan nietopzettelijk heeft ingevoerd in de zin van artikel 1 lid 2 van de Opiumlandsverordening
en/of in zijn bezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend, ongeveer 12559 gram
, in elk geval een hoeveelheid,hennep, zijnde een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening.
1.Proces-verbaal bevindingen douane.
“Op 26 juli 2020 waren wij, verbalisanten, belast met een douanecontrole op de haventerminal te Pointe Blanche. Omstreeks 09:30 uur werd container [container] gelost vanuit het containership [containerschip]. Wij hebben de container geopend. Wij zagen in de container -1- pallet met 3 bruine barrels erop. We zagen dat op alle barrels hetzelfde verzendnummer [verzendnummer] stond geschreven. Wij hebben deze barrels uit de container gehaald en geopend.
2.Een geschrift, te weten de ‘bill of lading’.
“[cargobedrijf]
3.Proces-verbaal van aanhouding verdachte.
“Op 26 juli 2020 zijn er in de haven van Point Blanche te Sint Maarten, drie kartonnen vaten aangetroffen. Deze kartonnen vaten waren voorzien van het volgende Shipping nummer: [verzendnummer].
4.Proces-verbaal onderzoek telefoon.
“Aan de bij de verdachte [verdachte] in beslag genomen Samsung Galaxy S11 heb ik, verbalisant [verbalisant 3], handmatig onderzoek verricht.
5.De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep.
“Het ging zo. Ik zat een keer in mijn auto en iemand vroeg mij of ik een job wilde doen, namelijk dat ik pakketten moest ophalen. Ik heb geen naam of telefoonnummer van hem gevraagd, maar hij had wel mijn telefoonnummer. Ik wist dat de pakketten op mijn naam werden verzonden en ik was daarmee akkoord. Ik heb verder geen vragen gesteld, want ik had geld nodig. De personen met wie ik te maken had, waren geen personen om vragen aan te stellen. Ik wist eigenlijk wel dat dit foute zaken waren.
gevangenisstrafvoor de
21 (eenentwintig) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.