ECLI:NL:OGHACMB:2022:92

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
22 september 2022
Zaaknummer
H 122/21
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzetheling van auto-onderdelen met betrekking tot meerdere benadeelden

In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij de verdachte is vrijgesproken van enkele feiten en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden voor opzetheling van auto-onderdelen. De verdachte, geboren in 1992 te [geboorteplaats], heeft in de periode van 15 januari 2021 tot 9 februari 2021 samen met anderen of alleen, auto-onderdelen van verschillende voertuigen gestolen en deze verborgen op verschillende adressen in Curaçao. Het Hof heeft het hoger beroep van de officier van justitie behandeld, die de vernietiging van het vonnis heeft gevorderd en een zwaardere straf heeft geëist. Het Hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling, meermalen gepleegd, en heeft de gevangenisstraf verhoogd naar 15 maanden. De verdachte is ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, die schade hebben geleden door de diefstal van hun voertuigen. Het Hof heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De verdachte is in voorlopige hechtenis genomen en de schorsing daarvan is opgeheven. Het vonnis is uitgesproken op 10 februari 2022.

Uitspraak

Zaaknummer : H 122/21
Parketnummers: 555.00034/21 en 555.00102/21
Uitspraak : 10 februari 2022 Tegenspraak
Vonnis
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, (hierna: het Gerecht) van 28 juni 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis van het onder parketnummer 555.00034/21 als feit 1 primair en 3 en het onder parketnummer 555.00102/21 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder parketnummer 555.00034/21 als feit 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft het Gerecht beslissingen genomen ten aanzien van vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2, e/v naam 1, hierna: benadeelde 2], [benadeelde 3 e/v naam 2, hierna: benadeelde 3] en [benadeelde 4].
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is bij akte beperkt en richt zich conform die akte niet tegen de beslissingen aangaande feiten 1, 2 en 3 primair van het tenlastegelegde onder parketnummer 555.00034/21. Nu het hoger beroep zich wel expliciet richt tegen feit 3 subsidiair onder parketnummer 555.00034/21, acht het Hof het aangewezen zowel feit 3 primair als feit 3 subsidiair onder parketnummer 555.00034/21 aan zijn oordeel te onderwerpen. Het vonnis waarvan beroep is derhalve aan beoordeling in hoger beroep onderworpen voor zover het betrekking heeft op de beslissingen ten aanzien van het onder parketnummer 555.00034/21 als feit 3 en het onder parketnummer 555.00102/21 tenlastegelegde.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het vonnis waarvan beroep dat aan het oordeel van het Hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M.A. Becher, naar voren is gebracht. Voorts heeft het Hof kennisgenomen van hetgeen namens de benadeelde partijen [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] in het kader van hun vordering tot schadevergoeding naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen, voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen, en, opnieuw rechtdoende, het onder parketnummer 500.00034/21 als feit 3 subsidiair en het onder parketnummer 555.00102/21 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 29 maanden.
Zijn vordering behelst voorts:
  • de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen;
  • de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] en de oplegging van een daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte.
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de verdachte integraal zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde en heeft subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het Hof tot andere beslissingen komt.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting en voor zover thans nog aan de orde – ten laste gelegd dat:
Parketnummer 555.00034/21
3.
primair
dat hij op 15 januari 2021, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een motorrijtuig en/of onderdelen van een auto voorzien van chassisnummer [chassisnummer 1]
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, en/of door inklimming en/of door middel van een valse sleutel.

3. subsidiair

dat hij in de periode van 15 januari 2021 tot 9 februari 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
 een motorrijtuig en/of onderdelen van een of meerdere auto (‘s) voorzien van chassisnummer [chassisnummer 1] en/of [chassisnummer 2] en/of kenteken [kentekennummer 1]
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van boven omschreven goed(eren) wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Parketnummer 555.00102/21
dat hij in de periode van 2 september 2020 tot en met 11 februari 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
• een motorblok [motorblok] en/of meerdere voertuigonderdelen van een motorvoertuig merk Kia Picanto voorzien van chassisnummer [chassisnummer 3]
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van boven omschreven goed(eren) wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vrijspraak van feiten 3 primair en van het tenlastegelegde onder parketnummer 555.00102/21
Feit 3 primair
Met het Gerecht is het Hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van de auto van de aangever [benadeelde 2].
Feit met parketnummer 555.00102/21
Met het Gerecht is het Hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van het motorblok. Het Hof verenigt zich in zoverre met de motivering van het Gerecht. Het Hof neemt deze over en verwijst daarnaar. Hetgeen de procureur-generaal daartegen heeft ingebracht, kan naar het oordeel van het Hof niet tot een ander oordeel leiden.
Bewezenverklaring
Het Hof acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:

3. subsidiair

dat hij in de periode van 15 januari 2021 tot 9 februari 2021 te Curaçao,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

een motorrijtuig en/ofonderdelen van
een of meerdereauto
(‘s
)voorzien van chassisnummer [chassisnummer 1] en
/of[chassisnummer 2] en
/ofkenteken [kentekennummer 1]
heeft verworven
,envoorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van boven omschreven goed
(eren
)wist of begreep
, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof.
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.

1.Proces-verbaal van bevindingen [adres 2]:

Op 9 februari 2021 was er een geval bij het adres [adres 1], alwaar vermoedelijk een motorvoertuig afkomstig van autodiefstal onbeheerd stond. Toen verbalisanten op voormeld adres bezig waren, kwam een man de straat in, hij reed in een bruingelakte Kia Picanto gekentekend [kentekennummer 2]. De man gaf op te zijn genaamd [naam verdachte] geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992 en wonende [woonplaats].
Op 10 februari 2021 bevond ik mij, verbalisant, in de omgeving van de woonwijk [woonwijk] alwaar ik benaderd werd door een voor mij onbekende man, die aan mij verklaarde dat hij weet dat ik politieagent ben en dat hij mij informatie wilde geven betreffende een geval van autodiefstal c.q. diefstal van auto-onderdelen. Bedoelde man gaf mij de volgende informatie:
- dat de man [verdachte] een van de mannen is die zich bezighield met autodiefstallen en met diefstal van auto-onderdelen;
- dat [verdachte] gisteren, 9 februari 2021 omstreeks 20.00 uur verschillende auto-onderdelen ging verbergen op het adres [adres 2];
- daar moet een appartementencomplex zijn, dat gelegen is tegenover Supermarkt [naam supermarkt] gelegen te [straatnaam 1];
- bij bedoeld appartement moet een auto van het model Nissan Sentra, oud model staan;
- [verdachte] kwam in een bruine Kia Picanto, die voorzien was van het kenteken [kentekennummer 2];
- [verdachte] was vergezeld van enkele mannen die in een witte pick-up waren;
- samen hadden ze verschillende auto onderdelen op het erf en/of binnen bedoelde woning verborgen of gebracht;
- bij bedoelde woning moet een man genaamd [naam 1] woonachtig zijn, die werkzaamheden van lasser verrichten op bedoeld erf. [2]

2.Aangifte [benadeelde 2]:

Op 15 januari 2021 parkeerde ik mijn roodgelakte personenauto van het merk Kia Rio van het jaar 2017 chassis nummer [chassisnummer 1] voorzien van de kentekenplaat [kentekennummer 4] voor het perceel tegenover Piecsis Medical Center bij Vredenberg. Op 15 januari 2021 toen ik klaar was met mijn werkzaamheden constateerde ik dat mijn auto was weggenomen. [3]

3.Aangifte [benadeelde 3]:

Omschrijving weggenomen voertuig: grijs gelakte personenauto van het merk Kia, model Forte, bouwjaar 2014, chassisnummer [chassisnummer 2] en voorzien van kentekenplaat [kentekennummer 3].
Op 19 januari 2021 omstreeks 9.00 uur parkeerde ik mijn personenauto op de parkeerplaats van AMIGOE gelegen te Scherpenheuvel z/n. Omstreeks 14.00 uur keerde ik naar mijn personenauto. Op dat moment zag ik dat deze niet meer op de plaats stond alwaar ik die geparkeerd had. [4]

4.Aangifte [benadeelde 4]:

Heden, 21 november 2020, omstreeks 11.00 uur, had ik mijn personenauto op het parkeerterrein van de “Promenade shopping center” geparkeerd. Het betreft een grijs gelakte personenauto van het merk Hyundai, model Tucson, bouwjaar 2013 en voorzien van kentekenplaat [kentekennummer 1].
Later, omstreeks 11.30 uur, kwam ik terug bij voornoemd personenauto. Aldaar zag ik dat voormelde personenauto weg was en tevens waren er vernielde ruitjes op de grond. [5]

5.Proces-verbaal huiszoeking [adres 2]:

Op 11 februari 2021 werd de woning aan het adres [adres 2] binnengetreden.
De navolgende goederen in beslaggenomen:
3x paren achterlichten
1x paar voorlichten
1 x motorkap grijskleurig
1x achterbumper. [6]

6.Proces-verbaal huiszoeking [adres 1]:

Op 9 februari 2021 werd de woning te [adres 1] binnengetreden. Op het erf van het perceel [adres 1], achter een pallet onder een boom, werden de navolgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
2 roodgelakte auto portieren
1 grijsgelakte auto voorbumper (Kia)
1 grijsgelakte auto voorbumper (Hyundai)
1 zwarte air filter box
1 auto frontpanel + radiator
2 autobanden
2 koplampen
1 kofferbaktapijt
3 wieldoppen (“Kia”)
1 voorbumper reinforcement. [7]
7.
Proces-verbaal van bevinding aantreffen Kia Rio [kentekennummer 4]:
Op 15 januari 2021 deed [benadeelde 2] aangifte van diefstal van haar roodgelakte personenauto van het merk Kia Rio welke was voorzien van het kenteken [kentekennummer 4]. Op 16 januari 2021 werd nagenoeg het casco van de roodgelakte Kia Rio voorzien van kenteken [kentekennummer 4] te West Groot Sint Joris (Dam Pretu) aangetroffen. Ter plaatse werd geconstateerd dat dit voertuig elders werd gestript en van dit voertuig slechts de klep, de twee achterste portieren het stuurwiel en het windscherm waren achtergebleven. [8]
8.
Proces-verbaal vergelijkingsonderzoek inbeslaggenomen auto-onderdelen [adres 1]:
Op 9 februari 2021 werd een huiszoeking verricht op [adres 1]. Op dit adres werden onder andere aangetroffen:
• Een roodgelakte autoportier behorende aan een Kia model Rio (bestuurdersportier) zonder binnenvoering;
• Een roodgelakte autoportier (rechter voorportier) behorende aan een Kia model Rio;
• Een roodgelakte rechter voorspatscherm behorende aan een Kia model Rio;
• Een binnenvoering van een bestuurdersportier van een Kia model Rio
Bij controle in de registers van het Bureau Voertuig Criminaliteit is gebleken dat over het hele jaar 2020 GEEN roodgelakte Kia model Rio gestolen werd waarvan de voorste portieren verwijderd werden.
De enige roodgelakte Kia model Rio waarvan onder andere de twee voorste portieren en het rechter voorspatscherm gedemonteerd werden betreft die van de roodgelakte personenauto die was voorzien van het kenteken [kentekennummer 4] en op 15 januari 2021 van de Periclesstraat tegenover Plecsis Medical Center werd weggenomen.
Concluderend kan worden gezegd dat de op het adres [adres 1] aangetroffen roodgelakte auto-onderdelen, afkomstig zijn van het gestripte voertuig welke op 16 januari 2021 te Sint Joris (Dam Pretu) aangetroffen werd. [9]
9.
Proces-verbaal vergelijkingsonderzoek inbeslaggenomen auto-onderdelen [adres 2]:
Op 11 februari 2021 werd een huiszoeking verricht op het adres [adres 2]. Op dit adres werden onder anderen:
• Twee (2) koplampen;
• Een stel achterlichten (2 voor de carrosserie en 2 voor het kofferbakdeksel), aangetroffen en in het belang van het verder onderzoek inbeslaggenomen.
Bij onderzoek is vast komen te staan dat de inbeslaggenomen autoverlichting aan een personenauto van het merk Kia model Forte toebehoort.
Op 9 februari 2021 werd een grijs gelakte Kia model Forte geheel gestript in de bosschages te Veeris annex de begraafplaats van Señorial, aangetroffen. Aan deze auto ontbrak de voor- en achter verlichting.
Concluderend kan worden gezegd dat de inbeslaggenomen voor- en achter verlichting welke op het adres [adres 2] aangetroffen werden, van de grijs gelakte Kia model Forte voorzien van het kenteken [kentekennummer 3], afkomstig zijn. [10]
10.
Proces-verbaal vergelijkingsonderzoek inbeslaggenomen auto-onderdelen [adres 1]:
Op 9 februari 2021 werd een huiszoeking verricht op het adres [adres 1]. Op dit adres werd onder andere een grijsgelakte voorbumper toebehorende aan een personenauto van het merk Kia model Forte, aangetroffen en in het belang van het verder onderzoek inbeslaggenomen.
Bij onderzoek is vast komen te staan dat de grijsgelakte voorbumper afkomstig is van de enige grijs gelakte personenauto van het merk Kia model Forte welke in de laatste 8 maanden gestolen werd.
Op 19 januari 2021 werd een grijsgelakte personenauto van het merk Kia model Forte te Scherpenheuvel, door onbevoegden weggenomen. Op 9 februari 2021 werd bedoelde auto geheel gestript in de bosschages te Veeris annex de begraafplaats van Señorial, aangetroffen.
Concluderend kan worden gezegd dat de bovengenoemde voorbumper welke op het adres [adres 1] aangetroffen werd, van de grijs gelakte Kia model Forte voorzien van het kenteken [kentekennummer 3], afkomstig is. [11]
11.
Proces-verbaal vergelijkingsonderzoek inbeslaggenomen auto-onderdelen [adres 1]:
Op 9 februari 2021 werd een huiszoeking verricht op het adres [adres 1]. Op dit adres werden onder anderen:
• Een grijsgelakte voorbumper toebehorende aan een personenauto van het merk Hyundai model Tucson;
• Een radiatorframe met afgesneden waterhozen;
• Twee koplampen (een linker-, en een rechterkoplamp, aangetroffen en in het belang van het onderzoek inbeslaggenomen.
Bij onderzoek is vast komen te staan dat de radiatorframe, de grijsgelakte voorbumper en de twee koplampen bij elkaar horen en dus afkomstig zijn van een grijs gelakte personenauto van het merk Hyundai model Tucson.
Bij controle in de registers van het Bureau Voertuig Criminaliteit is gebleken dat de enige Hyundai model Tucson welke de laatste tijd dusdanig gestript werd aangetroffen, de Tucson betreft, welke op 21 november 2020 te Promenade weggenomen werd. Dit voertuig voerde het kenteken [kentekennummer 1].
Op 22 november 2020 werd de grijs gelakte Hyundai model Tucson, in de vroege morgenuren, aanzienlijk gestript te Sint Joris (Dam Pretu) aangetroffen. De voorzijde en motor werden door onbevoegden weggenomen.
Concluderend kan worden gezegd dat de bovengenoemde onderdelen welke op het adres [adres 1] aangetroffen werden, van de grijsgelakte Hyundai model Tucson voorzien van het kenteken [kentekennummer 1], afkomstig zijn. [12]

12.Verklaring [getuige]:

Ik vermoed dat [bijnaam verdachte] (
het Hof begrijpt: de verdachte [verdachte]) die auto-onderdelen op mijn erf (
het Hof begrijpt: [adres 1])heeft geplaatst. Dit omdat de buurman genaamd [naam buurman] hem in een witte bus op mijn erf had gezien. Ook omdat hij een gestolen auto naast de muur aan de buitenkant van mijn erf had geplaatst.
Zo te zien is [verdachte] de eigenaar van die auto-onderdelen omdat hij gelogen had dat de auto die naast mijn erf stond gekocht was terwijl het niet waar was. Hij is de enige persoon die die auto-onderdelen op mijn erf zou hebben geplaatst. [13]
Bewijsoverweging
Op grond van de bewijsmiddelen stelt het Hof vast dat de onderdelen die zijn aangetroffen op [adres 1] en [adres 2] afkomstig waren van diefstal en dat deze onderdelen toebehoorden aan de in de tenlastelegging genoemde auto’s.
Van één gestolen auto, te weten van de Kia Forte met kenteken [kentekennummer 3], zijn zowel onderdelen aangetroffen bij de woning/het erf van de schoonmoeder van de verdachte (getuige [getuige]) als bij de woning/het erf van de moeder van de verdachte.
De verdachte heeft een link met beide adressen. Daarbij komt dat voor de gestolen onderdelen op het adres van zijn moeder te [adres 2] een melder op 10 februari 2021 in detail aan een politieagent vertelt dat de verdachte op 9 februari 2021 samen met enkele mannen aldaar verschillende auto-onderdelen heeft verborgen. Het Hof gebruikt deze verklaring van een anonieme getuige voor het bewijs, nu deze verklaring steun vindt in andere bewijsmiddelen. Voor de gestolen onderdelen aangetroffen op het erf van de schoonmoeder van de verdachte, getuige [getuige], te [adres 1] verklaart de schoonmoeder dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de onderdelen op het terrein heeft geplaatst.
Gelet op het bovenstaande kan met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die op beide adressen de gestolen auto-onderdelen heeft geplaatst. De verklaring van de verdachte dat hij niet op die adressen kwam, is ongeloofwaardig. Wat betreft het adres van de moeder[adres 2], is dit ongeloofwaardig gelet op de verklaring van de anonieme getuige van 10 februari 2021. Ten aanzien van het adres van de schoonmoeder, [adres 1], is dit ongeloofwaardig gelet op de verklaring van de schoonmoeder, de verklaring van de buurman aan die zelfde schoonmoeder en het feit dat de politie de verdachte op 9 februari 2021 heeft gezien op het adres [adres 1], eerst toen hij aan kwam rijden en vervolgens na 10 minuten – nadat de verdachte in eerste instantie boos was weggereden – wederom. Derhalve acht het Hof feit 3 subsidiair wettig en overtuigend bewezen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 3 subsidiair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:397 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Opzetheling, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Straf
Bepaling van straf
Het Hof dient, gezien het bepaalde in artikel 406, zesde lid, Sv een straf te bepalen voor de door de eerste rechter bewezen verklaarde feiten die niet aan het oordeel van het Hof zijn onderworpen (te weten ter zake van het onder parketnummer 555.00034/21 als feit 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde). Het gaat in dit geval om opzetheling en medeplegen van oplichting. Nu het Gerecht uitsluitend deze feiten bewezen heeft verklaard – en voor de aan het Hof onderworpen feiten heeft vrijgesproken - en hiervoor een gevangenisstraf van 14 maanden heeft opgelegd, zal het Hof de gevangenisstraf voor deze feiten bepalen op 14 maanden.
Op te leggen straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft diverse auto-onderdelen voorhanden gehad waarvan hij wist dat deze afkomstig waren van diefstal. Hij heeft deze verborgen op de terreinen van de woningen van zijn moeder en (ex-)schoonmoeder. Door aldus te handelen heeft de verdachte andere misdrijven ondersteund. Helingshandelingen werken immers misdrijven als diefstallen in de hand of dragen bij aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. Bovendien heeft de verdachte met het plegen van deze feiten aangetoond geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen en zich louter laten leiden door winstbejag.
Naar het oordeel van het Hof kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Daarnaast is de verdachte eerder veroordeeld wegens soortgelijke feiten. Deze veroordelingen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan. Ten tijde van het bewezenverklaarde liep de verdachte nog in de proeftijd van een eerdere veroordeling. De verdachte heeft, gelet op zijn proceshouding, ook geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen genomen.
Het Hof is, na dit een en ander te hebben afgewogen en in aanmerking te hebben genomen de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, tot de slotsom gekomen dat voor het door het Hof onder parketnummer 555.00034/21 bewezenverklaarde feit 3 subsidiair een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Voorlopige hechtenis
De verdachte is op 11 februari 2021 aangehouden en in verzekering gesteld. De voorlopige hechtenis van de verdachte is met ingang van 18 november 2021 door het Hof geschorst in verband met het bereiken op die dag van de fictieve VI-datum van de door het Gerecht voor de bewezenverklaarde feiten opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest. Het Hof heeft in dat verband overwogen dat bij een afweging van het strafvorderlijk belang bij het voortzetten van de voorlopige hechtenis en het persoonlijk belang van de verdachte bij het schorsen daarvan, het persoonlijk belang van de verdachte diende te prevaleren.
Het Hof is van oordeel dat, mede gelet op de bij dit vonnis opgelegde straf, het belang van de verdachte bij zijn vrijheid thans dient te wijken voor het belang van strafvordering. De persoonlijke omstandigheden die door de raadsvrouw zijn aangevoerd wegen niet op tegen het strafvorderlijk belang en leiden niet tot een ander oordeel. De schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis zal daarom worden opgeheven.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een Kia Picanto met kenteken [kentekennummer 2] met daarin een motorblok met kenmerk [motorblok] en een Kia Cerato met kenteken [kentekennummer 5].
Deze voorwerpen staan niet in verband met de bewezenverklaarde feiten. De in beslag genomen en nog niet teruggegeven Kia Picanto, het motorblok en de Kia Cerato zullen daarom worden teruggegeven aan de rechthebbende, zijnde degene die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Schadevergoeding
De benadeelde partijen [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] zijn bij vonnis waarvan beroep in de vordering niet-ontvankelijk verklaard wegens de vrijspraak door het Gerecht van de aan deze vorderingen gerelateerde feiten. De benadeelde partijen hebben zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vorderingen:
[benadeelde 2]tot een bedrag van NAf 5.632,91.
De gevorderde (materiële) schade bestaat uit de volgende posten:
  • Marktwaarde gestolen auto minus de restwaarde NAf 3.600,-
  • Volle benzinetank NAf 90,-
  • Eigen risicoschade NAf 450,-
  • Autoverzekering jaarpremie allrisk NAf 1.492,91
[benadeelde 3]tot een bedrag van NAf 15.130,-.
De gevorderde (materiële) schade bestaat uit de volgende posten:
  • Marktwaarde gestolen auto NAf 14.900,-
  • Halfvolle benzinetank NAf 50,-
  • Aanschaf nieuwe rijbewijs NAf 180,-
[benadeelde 4]tot een bedrag van NAf 6.722,84.
De gevorderde (materiële) schade bestaat uit de volgende posten:
- Marktwaarde gestolen auto NAf 5.800,-
minus de verzekeringswaarde
  • Volle benzinetank NAf 75,-
  • Restant casco jaarpremie en sleepkosten NAf 847,84
De verdediging heeft de vorderingen niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Hof genoegzaam gebleken dat de benadeelde partijen [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] als gevolg van verdachtes onder feit 3 subsidiair bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade hebben geleden tot de gevorderde bedragen, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Hof ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
Het Hof beslist over de proceskosten als hierna te melden.
De proceskosten van de benadeelde partij zullen ten laste van de verdachte worden gebracht. Tot op heden zijn die proceskosten begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op artikel 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht;
bepaalt de aan de veroordeelde opgelegde hoofdstraf voor de niet aan het oordeel van het Hof onderworpen bewezen verklaarde en gekwalificeerde feiten, op een
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte als feit 3 primair onder parketnummer 555.00034/21 en het onder parketnummer 500.00102/21 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 555.00034/21 als feit 3 subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte voor de aan het Hof onderworpen feiten tot een
gevangenisstrafvoor de
15 (vijftien) maanden, zodat het totaal van de niet aan het Hof onderworpen feiten en de wel aan het Hof onderworpen feiten een totaal vormt van 29 maanden gevangenisstraf;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis;
gelast de teruggave van de Kia Picanto met kenteken [kentekennummer 2], het motorblok met kenmerk [motorblok] en een Kia Cerato met kenteken [kentekennummer 5] aan de rechthebbende;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde 2] geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 5.632,91 (zegge: vijfduizendzeshonderdtweeëndertig gulden en eenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 februari 2021 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde 3] geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 15.130,- (zegge: vijftienduizendhonderddertig gulden), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 februari 2021 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde 4] geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 6.722,84 (zegge: zesduizendzevenhonderdtweeëntwintig gulden en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 februari 2021 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 2] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 5.632,91 (zegge: vijfduizendzeshonderdtweeëndertig gulden en eenennegentig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 63 (drieënzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2021 tot aan de dag van de voldoening;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 3] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 15.130,- (zegge: vijftienduizendhonderddertig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 110 (honderdtien) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2021 tot aan de dag van de voldoening;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 4] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 6.722,84 (zegge: zesduizendzevenhonderdtweeëntwintig gulden en vierentachtig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 68 (achtenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2021 tot aan de dag van de voldoening;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde [benadeelde 2], [benadeelde 3] en [benadeelde 4] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. S.A. Carmelia, S. Verheijen en R.L.M. van Opstal, leden van het Hof, bijgestaan door mr. I.M. Sinon, zittingsgriffier, en op 10 februari 2022 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisanten in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao Unit Lokaal Ernstige Criminaliteit d.d. 27 mei 2021, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 20210301 en de onderzoeksnaam “CHIP”.
2.Proces-verbaal van bevinding [adres 2] d.d. 10 februari 2021, p. 119 en 120.
3.Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 2], d.d. 15 januari 2021, p. 66-68.
4.Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 3] d.d. 19 januari 2021, p. 85 en 86.
5.Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 4] d.d. 21 november 2020.
6.Proces-verbaal van huiszoeking [adres 2] d.d. 11 februari 2021, p. 15-17.
7.Proces-verbaal huiszoeking [adres 1] d.d. 16 februari 2021, p. 15-17, 1e aanvullend proces-verbaal onderzoek “Chip”.
8.Proces-verbaal van bevinding van aantreffen en inbeslagneming van het gestript roodgelakt motorvoertuig van het merk Kia model Rio (hatchback) voorzien van het kenteken [kentekennummer 4], d.d. 15 februari 2021, p. 72 en 73.
9.Proces-verbaal van vergelijkingsonderzoek van inbeslaggenomen auto-onderdelen op het adres [adres 1], d.d. 15 februari 2021, p. 75-78.
10.Proces-verbaal van vergelijkingsonderzoek van inbeslaggenomen auto-onderdelen op het adres [adres 2], d.d. 26 februari 2021, p. 93-96.
11.Proces-verbaal van vergelijkingsonderzoek en herkenning van inbeslaggenomen auto-onderdeel op het adres [adres 1], d.d. 25 februari 2021, p. 90-92.
12.Proces-verbaal van vergelijkingsonderzoek en herkenning van inbeslaggenomen auto-onderdeel op het adres [adres 1], d.d. 24 februari 2021, p. 104-106.
13.Proces-verbaal verhoor [getuige] d.d. 16 februari 2021, p. 21 persoonsdossier verdachte V02, [getuige].