Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
.
6. Belangenverstrengeling
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nevenactiviteiten van een werknemer van de stichting FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA). FCCA, een woningbouwcorporatie die onder toezicht staat van de Centrale Bank van Aruba, had de werknemer, [geïntimeerde], opgedragen zijn nevenactiviteiten te staken, die bestonden uit het maken van bouwtekeningen voor derden. FCCA vorderde dat het Hof de beschikking van het Gerecht in eerste aanleg zou vernietigen en haar verzoeken zou toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
De procedure begon met een beroepschrift van FCCA op 11 januari 2022, waarin zij aanvoerde dat de nevenactiviteiten van [geïntimeerde] een belangenverstrengeling met zich meebrachten. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. FCCA stelde dat [geïntimeerde] met zijn nevenactiviteiten concurreerde met de werkzaamheden van FCCA, terwijl [geïntimeerde] betoogde dat zijn activiteiten zich richtten op een ander segment van de markt.
Het Hof oordeelde dat FCCA een redelijk belang had om [geïntimeerde] te verbieden zijn nevenactiviteiten voort te zetten, voor zover deze betrekking hadden op bouwtekeningen voor woningen. Het Hof vernietigde de eerdere beschikking en bepaalde dat [geïntimeerde] zijn nevenactiviteiten moest staken, met een dwangsom van Afl. 10.000,- per overtreding. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het Hof concludeerde dat de belangen van FCCA zwaarder wogen dan die van [geïntimeerde], gezien de risico's van belangenverstrengeling en de noodzaak om het beleid van FCCA te handhaven.