ECLI:NL:OGHACMB:2022:90

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
AUA2021H00231
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake echtscheiding en verdeling van huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin haar tegenverzoeken tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap werden afgewezen. De vrouw en de man zijn op 27 juni 2001 in Colombia gehuwd. De vrouw heeft in hoger beroep gesteld dat de eerste huwelijksdomicilie in Colombia was, waardoor het Colombiaanse huwelijksvermogensrecht van toepassing is. Dit recht leidt tot de totstandkoming van een huwelijksgoederengemeenschap voor de goederen die tijdens het huwelijk zijn verkregen, tenzij er huwelijksvoorwaarden zijn. Het Hof heeft vastgesteld dat er geen huwelijksvoorwaarden zijn en dat de tegenverzoeken van de vrouw betrekking hebben op goederen die tijdens het huwelijk zijn verkregen. Het Hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de man bevolen mee te werken aan de verdeling van de goederen. Tevens is mr. R.E. Yarzagaray aangewezen als notaris voor de verdeling, mocht er geen overeenstemming worden bereikt. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2022 Beschikking no.:
Registratienummers: AUA202100587 – AUA2021H00231
Uitspraak: 20 september 2022
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
[DE VROUW],
wonende in Aruba,
in eerste aanleg verzoekster van tegenverzoeken, thans appellante,
gemachtigde: mr. G. de Hoogd,
tegen
[DE MAN],
wonende in Aruba,
in eerste aanleg verweerder tegen tegenverzoeken, thans geïntimeerde,
in hoger beroep niet verschenen.
Partijen worden hierna de vrouw en de man genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 10 december 2021 ingekomen beroepschrift is de vrouw in hoger beroep gekomen van de tussen partijen gegeven en op 8 november 2021 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht). Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof de beschikking zal vernietigen en haar tegenverzoeken alsnog zal toewijzen, kosten rechtens.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft op 22 augustus 2022 plaatsgehad in Aruba. Voor de vrouw is mr. D.L. Emerencia verschenen, kantoorgenoot van mr. De Hoogd. Zij heeft vragen van het Hof beantwoord en twee producties overgelegd. Zijdens de man is niemand verschenen.
1.3
Beschikking is aangezegd tegen vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Op 27 juni 2001 zijn partijen met elkaar gehuwd te Cali, Colombia.
2.2
In dit geding heeft de man bij verzoekschrift van 4 maart 2021 het Gerecht verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken.
2.3
De vrouw heeft bij wijze van tegenverzoeken het Gerecht verzocht:
a. “te bepalen dat partijen hun alsdan opgehouden te bestaan hebbende huwelijksgemeenschap dienen te scheiden en te delen, met aanwijzing van een notaris ten overstaan van wie zulks zal moeten geschieden indien partijen binnen 30 dagen na inschrijving van deze rechterlijke uitspraak geen overeenstemming over een notaris hebben kunnen bereiken;”
b. “de verdeling vast te stellen, meer bijzonder door te bepalen dat de helft van de mobile home aan de Rooi Bosal 30 te Aruba, de AOV-aanspraken t.g.v. de vrouw en de helft van het door de man tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen toekomt aan de vrouw”
2.4
Bij beschikking van 5 juli 2021 heeft het Gerecht de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Bij beschikking van 8 november 2021 heeft het Gerecht de tegenverzoeken afgewezen op grond van de overweging dat onduidelijk is gebleven of partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Het hoger beroep is gericht tegen de afwijzing van de tegenverzoeken.
2.5
De vrouw heeft in hoger beroep onbetwist doen stellen dat de eerste huwelijksdomicilie van partijen in Colombia was. Het Hof gaat daarvan uit. Naar ongeschreven Arubaans internationaal privaatrecht is daarom Colombiaans huwelijksvermogensrecht van toepassing.
2.6
Naar Colombiaans huwelijksvermogensrecht leidt een huwelijk, indien geen huwelijksvoorwaarden tot stand komen, tot de totstandkoming van een huwelijksgoederengemeenschap, in elk geval voor de goederen die partijen tijdens het huwelijk verkrijgen. Naar Arubaans recht geldt dat niet alleen voor de goederen die partijen tijdens het huwelijk verkrijgen, maar ook voor de goederen die bij aanvang van de huwelijksgoederengemeenschap aanwezig zijn.
2.7
Het Hof gaat op basis van de ingediende gedingstukken en producties en het verhandelde ter zitting ervan uit dat tussen partijen geen huwelijksvoorwaarden tot stand zijn gekomen.
2.8
Uit tegenverzoek b leidt het Hof af dat de tegenverzoeken slechts betrekking hebben op goederen die tijdens het huwelijk zijn verkregen. Met betrekking tot die goederen bestaat er een ontbonden en te verdelen huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw heeft recht op verdeling daarvan. Het Hof zal (met vernietiging van de bestreden beschikking) volstaan met (gedeeltelijke) toewijzing van tegenverzoek a als in het dictum te formuleren. Voor een verdergaande toewijzing acht het Hof de stellingen van de vrouw te vaag. Het Hof attendeert erop dat AOV-aanspraken in geen geval voor verdeling in aanmerking komen.
2.8
Aangezien partijen met elkaar getrouwd zijn geweest, zal het Hof de proceskosten compenseren.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
vernietigt de bestreden beschikking van 8 november 2021;
en opnieuw rechtdoende op de tegenverzoeken:
beveelt de man mee te werken aan verdeling van de goederen die partijen tijdens het huwelijk hebben verkregen en in de huwelijksgoederengemeenschap zijn gevallen;
wijst voor het geval dat partijen niet binnen twee maanden na betekening van deze beschikking overeenstemming hebben bereikt over de aanwijzing van een andere notaris, mr. R.E. Yarzagaray aan als de notaris ten overstaan van wie de verdeling zal plaatshebben;
wijst het meer of anders verzochte af;
compenseert de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. G.C.C. Lewin, E.M. van der Bunt en
J. de Boer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 20 september 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.