Uitspraak
Zaaknummer: H-262/19
Vonnis
[naam],
- de opdrachtgever heeft aan de kapitein en de matroos de [naam boot], geld, een satelliettelefoon en koelboxen ter beschikking gesteld met het oog op het door hen en voor hem in Venezuela ophalen van een lading vis en schelpdieren;
- daartoe heeft de opdrachtgever met een of meer personen in Venezuela contacten onderhouden en afspraken gemaakt;
- de kapitein is met de matroos (in het gezelschap van nog een hierna te noemen derde man) met het oog op het uitvoeren van die opdracht van Curaçao naar Venezuela gevaren;
- in Venezuela is de boot van benzine voorzien en zijn de koelboxen gevuld met vis en schelpdieren;
- bij gelegenheid van die controle door de Kustwacht zijn die 14, verspreid over de boot verborgen pakketten cocaïne aangetroffen.
is die Colombiaan met jou meegegaan?” Kapitein:
ja. Opdrachtgever:
vaar snel) geeft de opdrachtgever over die conversatie geen uitleg, blijft een begrijpelijke uitleg over dat meevaren achterwege en volstaat hij in verhoor bij de politie met het stellen van tegenvragen [9] , en stelt hij later dat hij het meereizen was vergeten, dat hij begrijpt dat het vreemd overkomt dat hij daarover niet direct heeft verklaard, maar dat het voor hem niet zo belangrijk was. [10]
Hey, kapitein, hoe gaat het/ Gaan we samenwerken? Kom je me ophalen?” De kapitein zegt van dit bericht niet te weten, weet ook niet wie de persoon is. Pas na doorvragen: het is niet de meevarende Colombiaan, maar een ander met wie ik wel eens samenwerk in Constructies. [15] Deze stelling is op zichzelf blijven staan.
wat ging mis met die ding, man”, “
verdomme man, maar hoe komt het dan” [16] .
Uiteindelijk je weet hoe iedereen in dit ding heeft gehandeld. Waarom zal je je uiterste best doen, jezelf voor de gek houden, zit vast voor hen en ze steken geen hand voor je uit”, waarmee hij kennelijk aangeeft te weten wie de belanghebbenden bij de partij cocaïne zijn, zij niets voor hem doen, terwijl hij vast zit voor hén. De vriendin van de opdrachtgever reageert min of meer bespiegelend: “
Kijk [bijnaam medeverdachte 2], niks gebeurde voor niets. Dit is een goede les voor ons”, waarop de opdrachtgever reageert met: “
Dit ding verpest ons (..) Dit ding heeft mij verpest”. [17] Desgevraagd in verhoor bij de politie heeft de opdrachtgever ervoor gekozen om te zwijgen. Het Hof acht de vorenweergegeven inhoud voor de waardering van de bewijsmiddelen redengevend.
[man 5] zal komen en zelf zorg zal dragen voor die ding. Volgens de kapitein
zullen zij gaan, zodra [man 5] komt.
Dan is alles klaar, aldus de opdrachtgever. Verder
weet [man 5] al wat hij moet komen zeggen. De kapitein merkt nog op dat
eigenlijk iedereen moet gaan, omdat [man 5] die ding had gezet. [18] En in een afgeluisterd telefoongesprek dat de opdrachtgever heeft gevoerd met (de dubbelrol spelende politieman) [medeverdachte 3] geeft de opdrachtgever te kennen dat het hem veel waard is
dat aan [man 5] zo spoedig mogelijk wordt duidelijk gemaakt dat hij dat ding van de hand niet heeft.
De ding van zijn hand zal hem verwurgen. [19] In verhoor geconfronteerd met deze geluidsopname en de daaraan door de politie gegeven duiding – ‘het ding van de hand’ is een mobiele telefoon waarin belastende informatie is opgeslagen, die niet in handen van de politie moet komen – doen zowel de opdrachtgever als de kapitein in wezen er het zwijgen toe. Ook uit een afgeluisterd telefoongesprek dat door de opdrachtgever met zijn vrouw is gevoerd blijkt, dat de opdrachtgever er veel aan is gelegen dat [man 5] een verklaring gaat afleggen
die dit hele ding kan veranderen. [20]
- op 22 augustus 2019 aan boord van de [naam boot] in totaal een hoeveelheid van nagenoeg 16 kilogram cocaïne was verborgen, terwijl de [naam boot] vanuit Venezuela naar Curaçao is gevaren;
- de opdrachtgever de kapitein en de matroos als bemanning van de [naam boot] heeft gerekruteerd, die vervolgens op zijn aanwijzen naar Venezuela zijn gevaren en nadat de [naam boot] is beladen zijn teruggevaren naar Curaçao;
- zowel de kapitein als de matroos ieder voor zich wisselend hebben verklaard over hun doen en laten na aankomst in Venezuela, terwijl hun verklaringen daarover onderling uiteenlopen;
- het de opdrachtgever is geweest die voorafgaand aan het transport de contacten heeft gelegd en onderhouden met een of meer personen in Venezuela;
- de opdrachtgever de in zijn telefoon opgeslagen Whattsapp-gesprekshistorie met zijn Venezolaanse contactpersoon, bijgenaamd [man 3], nadat de in de boot verborgen cocaïne was ontdekt, welbewust heeft gewist, met gevolg dat hij in zoverre de mogelijkheid tot verificatie/falsificatie van zijn verklaring onmogelijk heeft gemaakt, terwijl de reden van dat wissen in redelijkheid geen andere kan zijn dan dat de inhoud daarvan aan het zicht van politie en justitie verborgen dient te blijven;
- de kapitein eerst nadat hij door de politie daarmee is geconfronteerd heeft verklaard over een door de opdrachtgever tevoren aangekondigde opvarende naar Venezuela, terwijl de opdrachtgever daarover in verhoor bij de politie heeft gelogen;
- die opvarende in verband is gebracht met de handel in cocaïne;
- de inhoud van OVC waaraan de kapitein en de opdrachtgever in detentie hebben deelgenomen uitwijst, dat de opdrachtgever bij de kapitein informeert wat er met die ding – de smokkelwaar – is misgegaan, en wat daarvan de oorzaak is;
- de inhoud van OVC waaraan de kapitein en de opdrachtgever in detentie hebben deelgenomen uitwijst, dat zekere [man 5] degene is geweest die het ding heeft gezet, dat een verklaring van [man 5] hen zal ontlasten, en dat het van groot belang is dat de telefoon van [man 5] niet in handen van politie en justitie belandt;
- de inhoud van een telefoongesprek waaraan de gedetineerde opdrachtgever
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
38 (achtendertig) maanden;
- mobiele telefoon, merk Samsung, type SM-A105, kleur zwart
- mobiele telefoon, merk Samsung, type J260M, kleur zwart
- mobiele telefoon, merk Cat, type B30, kleur zwart
- satelliettelefoon, merk Inmarsat, type Insatphone 2
- het vaartuig [naam boot], registratienummer [nummer];