ECLI:NL:OGHACMB:2022:8
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- F.W.J. Meijer
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de nakoming van een koopovereenkomst voor een villa met waarborgsom en boete bij wanprestatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Appellante tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. Appellante had op 5 september 2019 een villa gekocht van Geïntimeerde voor een koopprijs van US$ 1.150.000,-, met de verplichting om een waarborgsom van 10% van de koopprijs, zijnde US$ 115.000,-, te betalen. Deze waarborgsom was bedoeld als schadevergoeding in geval van wanprestatie door de koper. Appellante heeft de waarborgsom echter niet betaald en het huis niet afgenomen, waarna Geïntimeerde de overeenkomst op 6 december 2019 buitengerechtelijk heeft ontbonden.
Geïntimeerde vorderde betaling van de waarborgsom, en het Gerecht heeft deze vordering toegewezen, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Appellante is in hoger beroep gegaan, waarbij zij de vernietiging van het vonnis en afwijzing of matiging van de vorderingen van Geïntimeerde heeft verzocht. Geïntimeerde heeft verweer gevoerd en verzocht om bevestiging van het bestreden vonnis.
Het Hof heeft het hoger beroep van Appellante verworpen en het vonnis van het Gerecht bevestigd. Het Hof oordeelde dat Appellante de boete had verbeurd en dat haar argumenten voor matiging van de boete niet onderbouwd waren. De correspondentie tussen Appellante en de makelaar van Geïntimeerde toonde aan dat Appellante geen bewijs had geleverd voor haar stelling dat zij pas hoefde te betalen na de verkoop van haar eigen huis. Het Hof concludeerde dat er geen aanleiding was om de boete te matigen, aangezien de omstandigheden niet tot een onaanvaardbaar resultaat leidden. Appellante werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.