ECLI:NL:OGHACMB:2022:286
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- E.M. van der Bunt
- S. Verheijen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering tot vereenzelviging van rechtspersonen en ontbindingsvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin haar vorderingen tegen Dutch Market c.s. zijn afgewezen. [appellante] was als verkoopster in dienst bij Cheese-Stand (Airport) N.V., waarvan de arbeidsovereenkomst op 7 maart 2019 is ontbonden. Bij deze ontbinding is aan [appellante] een ontbindingsvergoeding van NAf 21.000,- bruto toegekend. Tevens is Cheese-Stand veroordeeld tot betaling van het salaris over de vakantiedagen in 2018. [geïntimeerde], de statutair directeur van Cheese-Stand, heeft na de ontbinding Dutch Market opgericht, wat [appellante] als een poging beschouwt om haar verhaal te bemoeilijken. In eerste aanleg heeft [appellante] gevorderd dat het Hof haar toestemming verleent om kosteloos te procederen en dat Dutch Market c.s. hoofdelijk wordt veroordeeld tot betaling van de ontbindingsvergoeding en het salaris over de vakantiedagen. Het Gerecht heeft deze vorderingen afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat Dutch Market c.s. misbruik heeft gemaakt van het identiteitsverschil tussen de rechtspersonen. Het Hof heeft in hoger beroep de overwegingen van het Gerecht bevestigd en geoordeeld dat er geen bewijs is dat [geïntimeerde] de volledige zeggenschap had over beide rechtspersonen. Het Hof verleent [appellante] toestemming om kosteloos te procederen, bevestigt het bestreden vonnis en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep.