ECLI:NL:OGHACMB:2022:281

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
CUR2021H00224
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voornaam en toevoeging aan geboorteakte in het interregionaal privaatrecht

In deze zaak heeft verzoekster, die in Curaçao woont, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin haar verzoek om wijziging van haar voornaam werd afgewezen. Verzoekster heeft in haar beroepschrift verzocht om haar eerste voornaam '[naam 1]' te wijzigen in '[naam 2]'. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 februari 2022 heeft verzoekster, vergezeld door haar gemachtigde mr. R.A. Koert, haar standpunt toegelicht en twee Nederlandse rechterlijke uitspraken overgelegd ter ondersteuning van haar verzoek.

Het Hof heeft vastgesteld dat verzoekster tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep is gekomen. In de beoordeling van de zaak heeft het Hof gekeken naar de relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:4, dat de voorwaarden voor wijziging van voornamen regelt. Het Hof heeft geconcludeerd dat de wijziging van de voornaam voor verzoekster van groot belang is, gezien de negatieve associaties die zij heeft met haar huidige voornaam, die is afgeleid van een overleden persoon. Verzoekster heeft aangegeven dat de nieuwe voornaam '[naam 2]' voor haar een belangrijke emotionele identificatie betekent.

Het Hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de wijziging van de voornaam gelast. Tevens is bepaald dat de griffier van het Hof een afschrift van de beschikking moet sturen naar de ambtenaar van de burgerlijke stand in Curaçao, zodat de wijziging kan worden verwerkt in de basisadministratie. Daarnaast moet er een latere vermelding aan de geboorteakte van verzoekster worden toegevoegd, die zich niet in de registers van de burgerlijke stand in Curaçao bevindt. Het Hof heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand in de geboortegemeente van verzoekster in Nederland opgedragen om deze latere vermelding aan de geboorteakte toe te voegen.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN

ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN

BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Beschikking in de zaak:
[VERZOEKSTER],
wonend in Curaçao,
verder te noemen: verzoekster,
oorspronkelijk verzoekster, thans appellante,
gemachtigde: mr. R.A. Koert.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) wordt verwezen naar de beschikking van 24 juni 2021. De inhoud van die beschikking geldt als hier ingevoegd.
1.2.
Verzoekster is op 2 augustus 2021 in een beroepschrift, met producties, in hoger beroep gekomen van voornoemde beschikking, met als conclusie dat het Hof de bestreden beschikking zal vernietigen en haar eerste voornaam ‘[naam 1]’ zal wijzigen in ‘[naam 2]’.
1.3.
Op 22 februari 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Verzoekster is in persoon verschenen, vergezeld van haar gemachtigde. Ter zitting heeft verzoekster twee Nederlandse rechterlijke uitspraken overgelegd.
1.4.
Beschikking is bepaald op heden.

2.Ontvankelijkheid

Verzoekster is tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep gekomen en kan daarin worden ontvangen.

3.Beoordeling

3.1.
Het gaat hier om een verzoek om wijziging van de eerste voornaam van verzoekster ‘[naam 1]’ in: [naam 2]. Het Gerecht heeft het verzoek afgewezen en daartegen richt zich het hoger beroep.
3.2.
Artikel 1:4 van het
Burgerlijk Wetboek(BW) bepaalt:
1. Een ieder heeft de voornamen die hem in zijn geboorteakte zijn gegeven.
2. De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert in de geboorteakte voornamen op te nemen die ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
3. (…)
4. Wijziging van de voornamen kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechter in eerste aanleg.
3.3.
Het hoger beroep slaagt. Het Hof is, gelet op de stukken, waaronder een door verzoekster in hoger beroep overgelegde verklaring van een psycholoog, en het verhandelde ter zitting, ervan overtuigd dat de beoogde wijziging voor verzoekster zwaar weegt. Verzoekster is thans [leeftijd] jaar oud en heeft haar eerste voornaam, die afgeleid is van de voornaam van een vóór haar geboorte overleden [persoon 1], altijd als last gevoeld. Zij is ermee gepest. De naam [naam 1] heeft, aldus verzoekster, voor haar een negatieve associatie met haar verleden, onder andere met haar inmiddels ontbonden huwelijk. Een en ander levert een negatieve emotionele belasting voor haar op.
3.4.
De voornaam ‘[naam 2]’ – de naam van iemand die veel voor verzoekster heeft betekend – heeft verzoekster uitgeprobeerd en zij heeft ondervonden dat zij deze naam echt wil. Zij wil graag officiële erkenning van deze naam, zodat verzoekster ook naar de buitenwereld kan uitdragen dat zij ‘[naam 2]’ heet. Haar voornaam betekent voor verzoekster een persoonlijke en emotionele identificatie.
3.5.
De psycholoog heeft op [datum] 2021 schriftelijk verklaard […] dat een voornaamswijziging een belangrijke rol zal spelen bij haar herstel.
3.6.
Uit het voorgaande volgt dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd. Het Hof zal de voornaamswijziging gelasten.
3.7.
Artikel 1:20e BW schrijft voor dat de griffier van het Hof een afschrift van de beschikking stuurt naar de ambtenaar van de burgerlijke stand in Curaçao. Aldus kan de wijziging worden verwerkt in de Curaçaose basisadministratie persoonsgegevens.
3.8.
Primair moet echter een latere vermelding worden toegevoegd aan de geboorteakte van verzoekster en die bevindt zich niet in de registers van de burgerlijke stand in Curaçao.
3.9.
Verzoekster is op [datum] geboren in [gemeente in Nederland] (geboorteakte [nummer]; productie bij inleidend verzoekschrift). Ingevolge artikel 40 van het
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlandenmoet de ambtenaar van de burgerlijke stand in [gemeente in Nederland] van deze beschikking een latere vermelding toevoegen aan verzoeksters geboorteakte.
3.10.
Het is het Hof ambtshalve bekend dat in de Burgerlijke stand module van de Curaçaose burgerlijke stand een ‘verzoek tot latere vermelding’ wordt opgemaakt. Dit ‘verzoek tot latere vermelding’ wordt met een begeleidende brief gestuurd naar de desbetreffende geboortegemeente in Nederland en deze maakt een latere vermelding op om aan de geboorteakte toe te voegen.
Beslissing
Het Hof:
- vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw rechtdoende:
- ge1ast de wijziging van de eerste voornaam ‘[naam 1]’ van verzoekster, [verzoekster], geboren op [datum] in [plaats in Nederland] (geboorteakte [nummer]), in: [naam 2];
- draagt de griffier op deze beschikking toe te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in Curaçao.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, S.A. Carmelia en Th.G. Lautenbach, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 22 maart 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.