Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[appellant]”,
[geïntimeerden](in mannelijk enkelvoud)”,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De appellant, vertegenwoordigd door mr. O.E. Kostrzewski, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis waarin hij werd bevolen om een gehuurd huis te ontruimen. De appellant betwist de rechtmatigheid van de ontruiming en verzoekt het Hof om de uitvoerbaarheid van het vonnis te schorsen totdat er een uitspraak in het hoger beroep is gedaan. De geïntimeerden, vertegenwoordigd door mrs. J.A. Saade en J.L. Peterson, hebben verweer gevoerd en stellen dat de vordering van de appellant moet worden afgewezen.
Het Hof overweegt dat de appellant onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn belang bij behoud van de status quo zwaarder weegt dan het belang van de geïntimeerden bij ontruiming. Het Hof verwijst naar de wettelijke bepalingen en eerdere jurisprudentie, waaronder een arrest van de Hoge Raad, en concludeert dat de appellant niet heeft aangetoond dat er geen andere woonruimte beschikbaar is of dat er geen alternatieve oplossingen voor de ontruiming kunnen worden getroffen. Het Hof wijst de vordering van de appellant af en veroordeelt hem in de kosten van het incident.
De beslissing van het Hof is genomen op 29 juni 2022 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de kostenveroordeling onmiddellijk kan worden geïnd, ongeacht de uitkomst van het hoger beroep.