Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.Grieven
4.De beoordeling
is door Arubus niet aan DTP gezonden, zo heeft Arubus ter zitting verklaard. Zij vond dit niet nodig, omdat een verlenging van de rijvergunning toch zou worden geweigerd. Daarmee is niet in geschil dat ten aanzien van[geïntimeerde]
er geen sprake is van een weigering van de verlenging van de rijvergunning wegens een positieve testuitslag. Haar stelling dat DTP zonder meer weigert om een rijvergunning te verlengen indien een chauffeur positief test op het gebruik van drugs, is door Arubus niet onderbouwd. Dit had in het licht van de betwisting door[geïntimeerde]
wel op haar weg gelegen. Zonder nadere bewijslevering, waarvoor in het kader van dit kort geding geen plaats is, is voorshands niet aannemelijk geworden dat DTP zonder meer de verlenging van een rijvergunning weigert in geval van een positieve drugstest. Daarmee is dus ook de aanwezigheid van deze ontslaggrond voorshands niet aannemelijk geworden.
“Bij het indienen van een aanvraag van een rijvergunning met een positieve uitslag van een drugstest wordt een rijvergunning aan een chauffeur/hulpchauffeur niet toegekend. Voor het toekennen hiervan dient het resultaat van de drugstest negatief te zijn.