ECLI:NL:OGHACMB:2022:250

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 april 2022
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
SXM2019H00014
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake aansprakelijkheid en onderhoudsovereenkomsten tussen vastgoedbedrijven en beveiligingsdiensten

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van Harbour Side Properties N.V. (HSP) en Ballerina B.V. tegen Sint Maarten Ports Development N.V. (SMPD) en Checkmate Security Services N.V. De zaak betreft de vraag of SMPD aansprakelijk is voor de tekortkomingen van Checkmate in de uitvoering van hun beveiligingsdiensten, die onder de onderhoudsovereenkomst vallen. Het Hof verwijst naar eerdere tussenvonnissen en de getuigenverklaringen die zijn afgelegd in de procedure. Het Hof oordeelt dat het bewijs door HSP en Ballerina is geleverd dat beveiliging onder de onderhoudsverplichtingen valt. Het Hof vernietigt het bestreden deelvonnis voor zover de vorderingen tegen SMPD zijn afgewezen en bepaalt dat SMPD, indien Checkmate een fout heeft begaan, mede aansprakelijk is voor de schade van HSP en Ballerina. Het Hof legt de kosten van het hoger beroep op aan SMPD en wijst de zaak terug naar het Gerecht voor verdere afdoening.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Vonnis in de zaak:
de naamloze vennootschap
HARBOUR SIDE PROPERTIES N.V.en
de besloten vennootschap
BALLERINA B.V.,
beide gevestigd in Sint Maarten,
hierna te noemen: HSP en Ballerina,
oorspronkelijk eiseressen, thans appellanten,
gemachtigde: mr J.G. Snow,
tegen
de naamloze vennootschap
SINT MAARTEN PORTS DEVELOPMENT N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
hierna te noemen: SMPD,
oorspronkelijk gedaagde sub 1, thans geïntimeerde sub 1,
gemachtigde: mr. C.R. Rutte,
en
de naamloze vennootschap
CHECKMATE SECURITY SERVICES N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
hierna te noemen: Checkmate,
oorspronkelijk gedaagde sub 2, thans geïntimeerde sub 2,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het Hof verwijst voor het verloop tot dan toe naar zijn tussenvonnissen van 26 juni 2020 en 26 maart 2021.
1.2.
Op 29 april 2021 en 20 mei 2021 zijn door HSP en Ballerina voorgebrachte getuigen gehoord. Hiervan zijn processen-verbaal opgemaakt.
1.3.
Op 20 mei 2021 hebben HSP en Ballerina de producties A-C ingezonden. De enquêterechter heeft, naar aanleiding van protesten van SMPD en Checkmate, niet toegestaan dat deze producties werden gebruikt bij het getuigenverhoor van diezelfde dag.
1.4.
Op de rol van 9 augustus 2021 heeft SMPD afgezien van contra-enquête.
1.5.
Op 1 oktober 2021 hebben enerzijds HSP en Ballerina en anderzijds SMPD een conclusie na enquête genomen.
1.6.
Vonnis is nader bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Het Hof acht het bewijs door HSP en Ballerina geleverd dat onder ‘maintenance’ ook beveiliging (‘security’) valt. Het Hof verwijst naar zijn eerste tussenvonnis van 26 juni 2020, rov. 3.2. Doorslaggevend is thans de verklaring van getuige [naam getuige], afgelegd op 20 mei 2021, en de op die dag door HSP en Ballerina ingezonden producties A-C.
2.2.
Productie B, p. 3 onder 3.5 vermeldt uitdrukkelijk:
‘3.5
Maintenance fees.
In addition to the monthly rent, Lessee will pay a monthly fee to the Lessor as a contribution to marketing, general audio or video installation (if any), landscaping, security, garbage collection, maintenance of the common facilities and common areas, the administration fees, etc…’
2.3.
En productie C, p. 2 onder ‘Shops”, nummer 1:
‘… The maintenance fee … Amounts US$ 450,00 per month.
This maintenance fee includes cleaning costs, security, general lightning, Gardens etc. …’
2.4.
Dit betekent dat het bestreden deelvonnis moet worden vernietigd voor zover daarin de vorderingen tegen SMPD zijn afgewezen en dat de zaak moet worden teruggewezen naar het Gerecht.
2.5.
In het tussenvonnis van het Hof van 26 juni 2020, rov. 3.6-3.11 heeft het Hof voorlopig geoordeeld:
3.6.
Het Hof legt het huurcontract tussen HSP en Ballerina aldus uit dat ten aanzien van ‘maintenance’ op HSP een verbintenis rust jegens Ballerina. Artikel 16 van het contract, inhoudende dat Ballerina moet zorgen voor behoorlijke sloten e.d., staat daaraan niet in de weg. Ballerina heeft zich verplicht de door HSP aan SMPD verschuldigde fee te betalen aan SMHD (artikel 6:30 lid 1 BW).
3.7.
Wat betreft ‘maintenance’ rust ingevolge de Declaration op SMPD een verbintenis jegens HSP. Gelet op hetgeen in de notariële akte de betrokken partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden, heeft HSP niet moeten begrijpen dat SMPD niet in eigen naam – dat wil zeggen als wederpartij van Harbour Arcade N.V. en de overige erfpachters waaronder HSP als ‘Buyer 5’ – de verbintenis op zich nam (HR 11 maart 1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC1877, NJ 1977/521, Kribbenbijter; HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2034, NJ 2020/43).
3.8.
Wat betreft de ‘maintenance’, voor zover deze ziet op beveiliging, maakt kennelijk SMPD gebruik van haar ‘moeder’ SMPA, die ter zake heeft gecontracteerd met Checkmate.
3.9.
Kortom, SMPD is de hulppersoon van schuldenaar HSP, SMPA is de hulppersoon van schuldenaar SMPD en Checkmate is de hulppersoon van schuldenaar SMPA.
3.10.
Artikel 6:76 BW bepaalt: ‘Maakt de schuldenaar bij de uitvoering van een verbintenis gebruik van de hulp van andere personen, dan is hij voor hun gedragingen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk.’
3.11.
Naar het voorlopig oordeel van het Hof is dus, als onder ‘to maintain’ en ‘maintenance’ ook beveiliging valt en als Checkmate een fout begaan heeft, SMPD aansprakelijk jegens HSP en ook jegens Ballerina.
2.6.
Het Hof maakt dit voorlopig oordeel tot eindbeslissing. Het Gerecht zal daarom ervan moeten uitgaan dat, indien een fout is begaan door Checkmate, SMPD mede aansprakelijk is jegens HSP en Ballerina.
2.7.
SMPD dient de kosten van het hoger beroep te dragen.
2.8.
Zoals geoordeeld in het tussenvonnis van het Hof van 26 juni 2020, rov. 2.2, zijn HSP en Ballerina niet-ontvankelijk in hun appel voor zover Checkmate daarin is betrokken.
Beslissing
Het Hof:
- verklaart HSP en Ballerina niet-ontvankelijk in hun appel voor zover Checkmate daarin is betrokken;
- vernietigt het bestreden deelvonnis van 31 mei 2016 voor zover daarin de vorderingen tegen SMPD zijn afgewezen;
- bepaalt dat, indien een fout is begaan door Checkmate, SMPD mede aansprakelijk is jegens HSP en Ballerina;
- veroordeelt SMPD in de kosten van dit hoger beroep aan de zijde van HSP en Ballerina gevallen en tot op heden begroot op NAf 12.000,- aan gemachtigdensalaris, NAf 296,50 aan oproepingskosten en NAf 12.360,- aan griffierecht;
- veroordeelt HSP en Ballerina in de kosten van dit hoger beroep aan de zijde van Checkmate gevallen en tot op heden begroot op nihil;
- wijst de zaak terug naar het Gerecht voor verdere afdoening.
Dit vonnis is gewezen door mrs. M.W. Scholte, F.W.J. Meijer en J. de Boer, leden van het Hof en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 april 2022 in Sint Maarten, in tegenwoordigheid van de griffier.