ECLI:NL:OGHACMB:2022:242
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- M.W. Scholte
- S.A. Carmelia
- F.W.J. Meijer
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige benadeling en bewijswaardering in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap ADC Aruba Development Company N.V. tegen een eerdere uitspraak. De zaak betreft de beschuldiging van onrechtmatige benadeling door de geïntimeerde, die zou hebben gehandeld door geld van een vervalste cheque in eigen zak te steken. Het Hof heeft de procedure gevolgd en eerdere tussenvonnissen in acht genomen, waarbij getuigen zijn gehoord en conclusies zijn getrokken uit de beschikbare bewijsstukken.
De beoordeling van het Hof richtte zich op de vraag of er voldoende bewijs was voor de stelling dat de geïntimeerde onrechtmatig had gehandeld. Diverse getuigenverklaringen werden geanalyseerd, waarbij inconsistenties en onduidelijkheden naar voren kwamen. Het Hof concludeerde dat de verklaringen van de getuigen, met name die van de geïntimeerde en zijn getuigen, niet eenduidig waren en dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te staven. De getuigen leken te worstelen met hun verklaringen, wat de geloofwaardigheid van hun getuigenissen ondermijnde.
Uiteindelijk oordeelde het Hof dat er te veel twijfels bestonden over de bewijsvoering en dat het bewijs niet voldeed aan de vereiste mate van zekerheid. Het hoger beroep van ADC werd afgewezen, het eerdere vonnis werd bevestigd, en ADC werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Deze uitspraak benadrukt het belang van consistente en duidelijke getuigenverklaringen in civiele procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op beschuldigingen van onrechtmatig handelen.