Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De ontvankelijkheid
3.De grieven
4.Beoordeling
Leaseproces/Dexia), rov. 2.6.1.
Maastrichtse woning II), waarin het overigens ging om rechtsdwaling:
Ontvanger/AMRO):
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de verkoopster tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De verkoopster, die gehuwd was, had een woning verkocht aan de koopster. De echtgenoot van de verkoopster heeft de koopovereenkomst vernietigd op grond van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek BES. De verkoopster heeft in hoger beroep de vernietiging van het vonnis aangevochten en verzocht om afwijzing van de vorderingen van de koopster. De koopster heeft de grieven bestreden en verzocht om bevestiging van het vonnis.
Het Hof heeft vastgesteld dat de verkoopster tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep is gekomen. De procedure heeft zich verder ontwikkeld met pleitnotities van beide partijen. De kern van de zaak draait om de vraag of de koopster te goeder trouw was ten aanzien van de huwelijkse staat van de verkoopster en of de echtgenoot van de verkoopster mede in de woning woonde ten tijde van de koop. Het Hof heeft geoordeeld dat de koopster onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de huwelijkse staat van de verkoopster en dat zij niet te goeder trouw was. Het Hof heeft de koopster de gelegenheid gegeven om tegenbewijs te leveren tegen het voorshands door de verkoopster geleverde bewijs dat haar echtgenoot ten tijde van de koop mede in de woning woonde. De beslissing van het Hof is aangehouden voor verdere behandeling.