Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
Tene kuenta ku e preisnan di benta stipulá den pasadonota na vigor mas”. [appellant] is niet op dit aanbod ingegaan.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de stichting FUNDASHON CAS BONAIRIANO (FCB) betreffende de verkoop van een huurhuis. [Appellant] huurt sinds 1984 een woning van FCB en heeft in het verleden meerdere keren geprobeerd het huis te kopen tegen een gereduceerde prijs. FCB heeft echter meerdere aanbiedingen gedaan, maar [appellant] heeft deze niet aanvaard. In eerste aanleg heeft het Gerecht in Bonaire de vorderingen van [appellant] afgewezen, met de overweging dat er geen verbintenis was ontstaan die FCB verplichtte het huis te verkopen. [Appellant] is in hoger beroep gegaan, waarbij hij zijn eis heeft gewijzigd en een lagere koopprijs heeft voorgesteld. Het Hof heeft geoordeeld dat FCB niet onrechtmatig heeft gehandeld door niet te verkopen, en dat er geen rechtsgrond is voor de vordering van [appellant]. Het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht en wijst de vordering van [appellant] af, met veroordeling in de proceskosten.