ECLI:NL:OGHACMB:2022:222

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
14 april 2022
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
SXM2021H00076
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verkeerde rechtspersoon en rectificatie partijaanduiding in schadeverzekering

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van Pelican 6 Limited tegen Gulf Antillean Insurance N.V. Pelican 6 had een schadeverzekering afgesloten voor een woning in Sint Maarten, maar had de verkeerde rechtspersoon opgeroepen in de procedure. Het Gerecht in eerste aanleg had geoordeeld dat de vordering van Pelican 6 moest worden afgewezen omdat zij niet de juiste partij had aangeklaagd. Pelican 6 ging in hoger beroep en voerde aan dat Gulf Antillean Insurance N.V. verwarring had gecreëerd door het gebruik van een verwarrend KvK-nummer.

Tijdens de zitting in hoger beroep werd duidelijk dat de naam van de verzekeraar op de polis, Gulf Insurance Limited, prevaleert boven het KvK-nummer. Het Hof oordeelde dat Pelican 6 had moeten begrijpen dat zij de verkeerde partij had opgeroepen, vooral omdat Gulf Antillean Insurance N.V. haar hierop had gewezen. Het Hof bevestigde het oordeel van het Gerecht en oordeelde dat Pelican 6 geen recht had op vertrouwensbescherming, omdat zij geen actie had ondernomen om de juiste partij op te roepen. Het Hof bevestigde het bestreden vonnis en veroordeelde Pelican 6 in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2022
Registratienummers: SXM201900701 - SXM2021H00076
Uitspraak: 14 april 2022
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
VONNIS
in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
PELICAN 6 LIMITED,
gevestigd te Anguilla,
oorspronkelijk eiseres in de hoofdzaak en gedaagde in het vrijwaringsincident,
thans appellante in de hoofdzaak,
hierna: Pelican 6,
gemachtigde: mr. L.G.J. Berman,
tegen
de naamloze vennootschap
GULF ANTILLEAN INSURANCE N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het vrijwaringsincident,
thans geïntimeerde in de hoofdzaak,
hierna: Gulf Antillean Insurance N.V.,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor de procesgang in eerste aanleg en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) wordt verwezen naar het vonnis van 20 april 2021.
1.2.
Bij akte van appel van 1 juni 2021 is Pelican 6 in hoger beroep gekomen van voormeld vonnis. Bij op 8 juli 2021 ingekomen memorie van grieven, met producties, heeft zij twee grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en geconcludeerd dat het Hof het bestreden vonnis vernietigt en het geschil terugverwijst naar het Gerecht, althans in goede justitie een beslissing neemt, met veroordeling van Gulf Antillean Insurance N.V. in de volledige kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het in dezen te wijzen vonnis.
1.3.
Bij memorie van antwoord heeft Gulf Antillean Insurance N.V. de grieven bestreden en geconcludeerd tot bevestiging. Tegen de afwijzing van haar vordering tot vrijwaring heeft Gulf Antillean Insurance N.V. niet geappelleerd (artikel 264 lid 4 Rv).
1.4.
Op 10 maart 2022 hebben de gemachtigden mondeling gepleit aan de hand van overgelegde pleitnotities. Ter zitting waren, behalve de gemachtigden, aanwezig [aanwezige 1] voor Pelican 6 en [aanwezige 2] voor Gulf Antillean Insurance N.V.
1.5.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De ontvankelijkheid

Pelican 6 is tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep gekomen en kan daarin worden ontvangen.

3.De grieven

Voor de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven (“MvG”).

4.Beoordeling

4.1.
Het Hof gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden:
a. Pelican 6 heeft ten aanzien van een huis een schadeverzekering afgesloten. Op het polisblad van 19 juni 2014 (productie 3 MvG) is met vette letters vermeld: "GULF INSURANCE LIMITED". Vervolgens zijn zogenaamde "renewals" tussen deze partijen tot stand gekomen. Ook is de Catastrophe Claim Form op 27 september 2017 op naam van "Gulf Insurance Limited" ingediend.
b. Op het genoemde polisblad staat tevens: “Chamber of Commerce Reg.No.
5727”.
c. Per 22 april 2021 is het KvK-nummer
5727dat van Gulf Antillean Insurance N.V. (productie 6 MvG).
d. Per die datum is het KvK-nummer van de op het polisblad vermelde verzekeraar Gulf Insurance Limited:
11634(productie 7 MvG).
e. Pelican 6 heeft, met het oog op vergoeding van haar schade als gevolg van de orkaan Irma, in deze procedure Gulf Antillean Insurance N.V. als gedaagde opgeroepen.
4.2.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de verkeerde rechtspersoon is opgeroepen en de vordering van Pelican 6 afgewezen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat Pelican 6 ten aanzien van de woning aan de Canadian Drive # 6B in Sint Maarten in 2014 een schadeverzekering heeft gesloten met Gulf Insurance Ltd. en niet met Gulf Antillean Insurance N.V.
4.3.
Hiertegen richt zich het hoger beroep tevergeefs. De werkelijkheid dient in beginsel te prevaleren. Verzekeraar is volgens de polis Gulf Insurance Limited. Dat een misleidend KvK-nummer tevens op de polis is vermeld doet daaraan niet af. De naam van de verzekeraar op de verzekeringspolis domineert het op de polis vermelde KvK-nummer. Door de gemachtigde van Gulf Antillean Insurance N.V. is ter zitting in hoger beroep verklaard dat de Kamer van Koophandel aan Gulf Insurance Limited en Gulf Antillean Insurance N.V. hetzelfde nummer had gegeven, maar dat dit inmiddels is hersteld.
4.4.
Aangenomen dat er al een reden is om het vertrouwen van Pelican 6, dat gebaseerd was op het op het polisblad vermelde KvK-nummer
5727, te beschermen, dan geldt dat slechts totdat dat vertrouwen is weggevallen althans niet meer gerechtvaardigd is. In de conclusie van antwoord in de hoofdzaak d.d. 23 juni 2020 is Pelican 6 door Gulf Antillean Insurance N.V. erop geattendeerd dat de verkeerde rechtspersoon was opgeroepen.
4.5.
Dit was echter voor Pelican 6 geen aanleiding om iets te ondernemen. Pelican 6 had ten minste zo spoedig mogelijk (voordat een eventuele verjaringstermijn verstreken was) in een nieuwe procedure de juiste rechtspersoon, te weten Gulf Insurance Limited, kunnen en moeten oproepen en de rechter moeten verzoeken in de kostenveroordeling het opnieuw betaalde griffierecht ten laste te brengen van Gulf Insurance Limited. Het Hof laat in het midden of er andere remedies waren, zoals een verzoek aan het Gerecht in de onderhavige procedure om een rectificatie van de partijaanduiding toe te laten. Pelican 6 heeft niets ondernomen en verdient dus geen vertrouwensbescherming. Het argument van Pelican 6 dat Gulf Antillean Insurance N.V. verwarring heeft gecreëerd en dat zij om die reden als contractpartij van Pelican 6 zou moeten worden aangemerkt, gaat – in het bijzonder nu Gulf Antillean Insurance N.V. Pelican 6 juist erop had geattendeerd de verkeerde rechtspersoon te hebben opgeroepen – dan ook niet op.
4.6.
Aan de strenge eisen om vereenzelviging aan te nemen is niet voldaan. Dat Gulf Antillean Insurance N.V. en Gulf Insurance Limited mogelijkerwijs op hetzelfde adres gevestigd zijn, dat beide werkzaam zijn in het verzekeringswezen en dat de aanduiding “N.V.” mogelijkerwijs in het rechtsverkeer en volgens haar statuten mag worden vervangen door “Limited” zijn in casu op zichzelf bezien en in onderling verband van onvoldoende gewicht.
4.7.
Het is in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar dat Gulf Antillean Insurance N.V. zich op het identiteitsverschil beroept.
4.8.
Uit het voorgaande volgt dat de grieven falen en dat het bestreden vonnis moet worden bevestigd. Pelican 6 dient als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van het hoger beroep te dragen.

5.Beslissing

Het Hof bevestigt het bestreden vonnis en veroordeelt Pelican 6 in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van Gulf Antillean Insurance N.V. gevallen en tot op heden begroot op NAf 6.000,- aan gemachtigdensalaris en NAf 240,50 aan verschotten.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, Th.G. Lautenbach en R.L.M. van Opstal, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 14 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.