Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
Landsverordening openbare registers. Volgens art. 37 lid 1
Landsverordening openbare registerszal de notaris moeten vermelden dat alle betrokkenen met de inschrijving akkoord gaan, dan wel dat aan hem de bewijsstukken zijn overgelegd die genoegzaam aantonen dat het in te schrijven feit zich heeft voorgedaan. Is de notaris hiertoe niet in staat, dan zal hij dit moeten vermelden. De inschrijving zal dan slechts kunnen plaatsvinden in het register van voorlopige aantekeningen (art. 3:20 BW). De definitieve inschrijving kan in dit geval alleen geschieden op bevel van de rechter (art. 37 lid 2
Landsverordening openbare registers). In de praktijk zal veelal de tussenkomst van de rechter moeten worden gevraagd.