ECLI:NL:OGHACMB:2022:211

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
11 oktober 2022
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
CUR2021H00333
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van voornaam in het kader van emotionele en psychologische impact

In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de voornaam van de verzoeker, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De verzoeker heeft zijn verzoek toegelicht met een verklaring van zijn huisarts en heeft aangegeven dat zijn huidige voornaam hem herhaaldelijk confronteert met een beladen verleden, wat een negatieve invloed op zijn functioneren heeft. De verzoeker heeft zijn ervaringen met zijn vader uiteengezet, waarbij hij aangeeft dat de relatie met zijn vader hem emotioneel heeft belast en dat hij zich niet kan identificeren met zijn officiële voornaam. Het Hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep vastgesteld en is van oordeel dat de wijziging van de voornaam zwaar weegt voor de verzoeker. Het Hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de wijziging van de voornaam gelast, waarbij het Hof ook de procedurele stappen heeft uiteengezet die de ambtenaar van de burgerlijke stand moet volgen na de beschikking. De beslissing is genomen op 11 oktober 2022 door de leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN

ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN

BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Beschikking in de zaak:
[appellant],
wonend in [woonplaats],
verder te noemen: verzoeker,
oorspronkelijk verzoeker, thans appellant,
procederend in persoon.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, voor de procesgang aldaar en voor de overwegingen en beslissingen van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht) wordt verwezen naar de beschikking van 23 september 2021. De inhoud van die beschikking geldt als hier ingevoegd.
1.2.
Verzoeker is op 3 november 2021 in hoger beroep gekomen van voornoemde beschikking. In een schrijven van 25 januari 2022, ter griffie ingediend op 28 januari 2022 heeft hij zijn hoger beroep toegelicht, met als conclusie dat het Hof de bestreden beschikking zal vernietigen en zijn verzoek zal inwilligen.
1.3.
Op 13 september 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Verzoeker is in persoon verschenen, vergezeld van zijn vriendin. Ter zitting heeft verzoeker een verklaring van zijn huisarts overgelegd. Hij heeft zijn verzoek aldus gespecificeerd dat hij wenst dat het Hof zijn eerste voornaam ‘[voornaam]’ vervangt door: [naam].
1.4.
Beschikking is bepaald op heden.

2.Ontvankelijkheid

Verzoeker is tijdig en op de juiste wijze in hoger beroep gekomen en kan daarin worden ontvangen.

3.Beoordeling

3.1.
Het gaat hier om een verzoek om wijziging van de eerste voornaam van verzoeker ‘[voornaam]’ in: [naam]. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft daartegen geen bezwaar. Het Gerecht heeft het verzoek afgewezen en daartegen richt zich het hoger beroep.
3.2.
Artikel 1:4 van het
Burgerlijk Wetboek(BW) bepaalt:
1. Een ieder heeft de voornamen die hem in zijn geboorteakte zijn gegeven.
2. De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert in de geboorteakte voornamen op te nemen die ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
3. (…)
4. Wijziging van de voornamen kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechter in eerste aanleg.
3.3.
Het hoger beroep slaagt. Het Hof is, gelet op de stukken, waaronder een door verzoeker in hoger beroep overgelegde verklaring van zijn huisarts, en het verhandelde ter zitting, ervan overtuigd dat de beoogde wijziging voor verzoeker zwaar weegt. Hij stelt in zijn beroepschrift onder meer het volgende:
(…)
De herhaaldelijke confrontatie met mijn officiële voornaam, gekregen van mijn vader, blijft me enorm zwaar vallen. Het is onlosmakelijk verbonden aan mijn verleden en vormt de constante herinnering aan emotionele gebeurtenissen, waarvan ik graag zoveel mogelijk afscheid wil nemen. Tevens acht ik het wenselijk dat mijn naam overeenstemt met de naam die ik al jaren in het dagelijkse verkeer gebruik.
leder kind heeft gedurende zijn jonge jaren behoefte aan de aanwezigheid, warmte, liefde en sturing van een vader. Het ene kind meer dan het andere. Ik had hier enorm veel behoefte aan maar heb dit echter nooit gehad of mogen ervaren. Ik heb een vader die zich in mijn jonge jaren minimaal met mijn opvoeding bemoeide. Hij was wel thuis aanwezig, maar hield zich eigenlijk niet met mijn opvoeding bezig. Zijn werk, andere vrouwen en buitenkinderen waren voor hem belangrijker. Als hij zich ooit wel met mijn opvoeding bemoeide dan was het bijna altijd op negatieve wijze. Veelvuldig zijn de keren dat ik uit angst voor mijn vader de bus nam naar mijn grootmoeder om daar enkele dagen te verblijven tot de situatie was afgekoeld. Ik hoor hem nog steeds constant mij naam roepen wanneer hij boos was.
Ook gedurende mijn jeugd kan mijn vader niet aanwezig worden geacht en was de steun die ik nodig had niet aanwezig. Het heeft op mij een enorme negatieve invloed gehad en ik ben lange tijd erg boos geweest wegens het feit dat ik niet de vader heb gehad waar ik recht op had. Het heeft zo veel invloed op mij gehad dat ik zelfs voor me zelf de beslissing heb genomen nooit vader te willen zijn, eerlijk gezegd uit angst niet in staat te zijn die rol te kunnen vervullen en dezelfde fouten te maken als mijn vader. Het op latere leeftijd zien en ervaren hoe andere vaders wel op constructieve wijze aanwezig zijn in het leven van hun kinderen doet pijn.
Ondanks bovenstaande ervaringen is het me toch gelukt om zonder de nodige steun mijn school of te ronden en me in het leven staande te houden en geheel onafhankelijk van mijn ouders en anderen mijn leven op de rails te krijgen. En voor die onafhankelijkheid staat de voornaam [naam] symbool. Ik kan mij dan ook in geen enkele mate identificeren met de voornaam die ik officieel kreeg. U kunt zich afvragen waarom ik nu met deze feiten naar voren kom. Dit heeft te maken omdat ik mij er voor schaamde en ook omdat ik mijn vader niet aan de schandpaal wilde nagelen, het blijft ondanks alles uiteindelijk toch mijn vader. Tevens had ik de hoop dat hetgeen ik in eerste aanleg had aangedragen voldoende zou zijn geweest.
Een officiële voornaam is niet verborgen te houden en de herhaaldelijke confrontatie ermee valt me zwaar evenals het feit dat anderen achter mijn werkelijke voornaam (kunnen) komen en daaromtrent vragen gaan stellen. Deze spanningen beïnvloedden en blokkeren mijn normale functioneren in het dagelijkse leven. Deze blokkade maakt dat ik dit verzoek aan u doe, in een poging mijn belaste verleden achter me te laten (…).
3.4.
Ter zitting van het Hof heeft verzoeker dit nog aangevuld met de mededeling dat zijn vader hem vaak sloeg, dat zijn vader nooit voor hem opkwam en dat zijn vader zijn broers voortrok. Hij wil zich losmaken van zware herinneringen.
3.5.
Uit het voorgaande volgt dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd. Het Hof zal de voornaamswijziging gelasten.
3.6.
Artikel 1:20e BW schrijft voor dat de griffier van het Hof een afschrift van de beschikking stuurt naar de ambtenaar van de burgerlijke stand in Curaçao. De ambtenaar van de burgerlijke stand zal vervolgens een latere vermelding toevoegen aan verzoekers geboorteakte (artikelen 1:20 lid 1 en 20a lid 1 BW).
Beslissing
Het Hof:
- vernietigt de bestreden beschikking, en opnieuw rechtdoende:
- ge1ast de wijziging van de eerste voornaam ‘[voornaam]’ van verzoeker[verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats], cedula 1965.[sedula nummer], in: [naam];
- draagt de griffier op deze beschikking toe te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in Curaçao.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. de Boer, E.A. Saleh en G.C.C. Lewin, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 11 oktober 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.