Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
1.Het verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.Beoordeling
Burgerlijk Wetboek(BW) bepaalt:
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de voornaam van de verzoeker, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De verzoeker heeft zijn verzoek toegelicht met een verklaring van zijn huisarts en heeft aangegeven dat zijn huidige voornaam hem herhaaldelijk confronteert met een beladen verleden, wat een negatieve invloed op zijn functioneren heeft. De verzoeker heeft zijn ervaringen met zijn vader uiteengezet, waarbij hij aangeeft dat de relatie met zijn vader hem emotioneel heeft belast en dat hij zich niet kan identificeren met zijn officiële voornaam. Het Hof heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep vastgesteld en is van oordeel dat de wijziging van de voornaam zwaar weegt voor de verzoeker. Het Hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de wijziging van de voornaam gelast, waarbij het Hof ook de procedurele stappen heeft uiteengezet die de ambtenaar van de burgerlijke stand moet volgen na de beschikking. De beslissing is genomen op 11 oktober 2022 door de leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.