In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Paradise Mall Owners Association (PMOA) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. PMOA, vertegenwoordigd door haar voorzitter R. Baetsen, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen Hannover Estates Ltd, een vennootschap gevestigd in de Verenigde Staten, over achterstallige VVE-bijdragen. Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 18 augustus 2020 alleen de vordering tot betaling van een voorschot op de bijdrage aan de gemeenschappelijke kosten toegewezen, terwijl de vordering tot betaling van achterstallige bijdragen over de jaren 2013 tot 2018 werd afgewezen wegens strijd met de statuten van de vereniging.
PMOA heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen deze afwijzing. Het Hof heeft vastgesteld dat de besluiten van de algemene vergadering, die de basis vormden voor de vorderingen van PMOA, rechtsgeldig zijn genomen, ondanks procedurele gebreken. Het Hof oordeelt dat de vordering tot betaling van de achterstallige bijdragen alsnog toewijsbaar is, omdat Hannover niet voldoende verweer heeft gevoerd tegen de berekeningen van PMOA. Het Hof vernietigt het vonnis van het Gerecht en kent PMOA de gevorderde bedragen toe, inclusief rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 8 juli 2022.