ECLI:NL:OGHACMB:2022:202
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verzoek om pensioenuitkering als gewezen politieke ambtsdrager
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 16 mei 2022, waarin het beroep van [appellant] tegen de fictieve afwijzing van zijn bezwaar door de minister van Financiën en Cultuur niet-ontvankelijk werd verklaard. [appellant] had op 4 juni 2020 verzocht om in aanmerking te komen voor een pensioenuitkering als gewezen lid van de Staten, maar zijn verzoek werd op 28 augustus 2020 afgewezen omdat hij de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar nog niet had bereikt. Na het indienen van bezwaar op 29 oktober 2020, verklaarde de minister op 10 november 2021 het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het Gerecht verklaarde het beroep tegen de fictieve afwijzing niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Het Hof bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat er geen grond is voor verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. Voor [appellant] betekent dit dat hij zich moet neerleggen bij de afwijzing van zijn verzoek, maar dat hij met ingang van 2 mei 2025 wel in aanmerking komt voor de verzochte uitkering.