Uitspraak
Zaaknummer: H 77 /2020
Vonnis
[VERDACHTE],
:
Parketnummer 555.00224-19FEIT 1: BEDREIGING GEPLEEGD OP 27 JULIhij op of omstreeks 27 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019 te Curaçao, [slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijkeaanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gerichten/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking vanwapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening1931, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk genoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: “Mi a mata dos hende kaba. Abo ta bira e di tres, mi ta matabo” (“Ik heb al twee personen vermoord.” ”Jij zal de derde worden, ik zal je vermoorden”), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;(artikel 2:255 Wetboek van Strafrecht)
FEIT 3: MISHANDELING GEPLEEGD IN DE MAAND FEBRUARI 2018hij op of omstreeks 1 maart 2018, althans in of omstreeks de maand februari 2018 te
opzettelijk heeft mishandelend al dan niet met gebruikmaking van een wapen, als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wapenverordening 1931, en al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer] opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg (met kracht) met zijn vlakke hand(en) meermalen in/op het gezicht, althans het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen ten gevolge waarvan die [slachtoffer] lichamelijk letsel, in elk geval letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
FEIT 4: BEDREIGING GEPLEEGD IN DE MAAND FEBRUARI 2018hij een of meerdere momenten in de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 te Curaçao [slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk genoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: “Mi no tin miendu di kai sera ma sinta dies shete anja sera na Hulanda. Mi no tin miedu di bai sera. Bo lo wak kiko ta pasa. Den mi famia ta konosi ku nan ta mata pareja y mata nan mes” (“Ik ben niet bang om naar de gevangenis te gaan. Ik heb zeventien jaar vastgezeten in Nederland. Je zult zien wat er gaan gebeuren. Mijn familie is bekend om hun partners te vermoorden en daarna zelfmoord te plegen”), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;(artikel 2:225 Wetboek van Strafrecht)
Parketnummer 555.00246/19bedreiginghij op of omstreeks 14 augustus 2019, althans in of omstreeks de periode van 10 augustus 2019 tot en met 18 augustus 2019 te Curaçao, [slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931 en/of met brandstichting, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk genoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: “Je gaf me een mislukte leven en [slachtoffer] je zult zien wie ik daadwerkelijk bent. Je zult me bloederig leren kennen. Voor mij is het beter dat ik je vermoord zodat je naar je moer toe gaat.”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking geuit;”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking geuit;
Parketnummer 555.00224-19FEIT 1: BEDREIGING GEPLEEGD OP 27 JULIhij op of omstreeks 27 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019 te Curaçao, [slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijkeaanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gerichten/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking vanwapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening1931, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk genoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: “Mi a mata dos hende kaba. Abo ta bira e di tres, mi ta matabo” (“Ik heb al twee personen vermoord.” ”Jij zal de derde worden, ik zal je vermoorden”), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;(artikel 2:255 Wetboek van Strafrecht)
FEIT 3: MISHANDELING GEPLEEGD IN DE MAAND FEBRUARI 2018hij op of omstreeks 1 maart 2018, althans in of omstreeks de maand februari 2018 te
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk heeftmishandeldal dan niet met gebruikmaking van een wapen, als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wapenverordening 1931, en al dan niet metvoorbedachterade,[slachtoffer] opzettelijk
en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg (met kracht
)met zijn vlakke hand
(en)meermalen in
/ophet gezicht,
althans het lichaamvan die [slachtoffer] heeft geslagen ten gevolge waarvan die [slachtoffer]
lichamelijk letsel, in elk geval letsel heeft bekomen en/ofpijn heeft ondervonden;
Parketnummer 555.00246/19bedreigingdat hij op of omstreeks 14 augustus 2019, althans in of omstreeks de periode van 10 augustus 2019 tot en met 18 augustus 2019 te Curaçao, [slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931 en/of met brandstichting, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar opzettelijk genoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: “Je gaf me een mislukt leven en [slachtoffer[ je zult zien wie ik daadwerkelijk ben. Je zult me bloederig leren kennen. Voor mij is het beter dat ik je vermoord zodat je naar je moer toe gaat.”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking geuit;
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
[Slachtoffer] deed op 27 juli 2019 aangifte van bedreiging. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard [2] :
Door de woorden voel ik me ernstig in mijn leven en veiligheid bedreigd.
het Hof begrijpt: gezicht) geslagen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige], opgesteld op 30 juli 2019, voor zover inhoudende [5] :
“Had u [slachtoffer] in de maand februari 2018 mishandeld?” Ik had haar een vlakke hand gegeven.”
[Slachtoffer] deed op 19 augustus 2019 aangifte van bedreiging. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard [7] :
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgesteld op 19 augustus 2019, voor zover inhoudende [8] :
Parketnummer 555.00224/19
Parketnummer 555.00246/19
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- de verdachte zich gedurende proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens de U.O. Reclassering Curaçao, ook als deze inhouden dat de verdachte een Agressieregulatietraining (ART) moet volgen of zich moet melden bij en een behandeling moet ondergaan van de Fundashon pa Maneho di Adikshon (FMA), zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
- de verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met R. Benschop, zulks zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd nodig acht;
- de verdachte gedurende de proeftijd niet aanwezig zal zijn op de locatie [adres], zulks zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd nodig acht;