ECLI:NL:OGHACMB:2022:183

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
H 153/2019 300.00422/18 (P 2018/05151)
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in hoger beroep tegen vrijspraak

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep. Het hoger beroep was ingesteld door het openbaar ministerie tegen een vonnis van het Gerecht van Aruba, waarin de verdachte integraal was vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Het Gerecht had ook beslissingen genomen over in beslag genomen voorwerpen en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Tijdens de zitting heeft het openbaar ministerie echter aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Gezien deze mededeling heeft het Hof, in overeenstemming met de vordering van de procureur-generaal, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de rechters R. Veldhuisen, M.J. de Kort en R.L.M. van Opstal, met mr. E.L. den Dekker als zittingsgriffier. Mr. R.L.M. van Opstal was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen. De uitspraak vond plaats in het openbaar tijdens een zitting in Aruba.

Uitspraak

Zaaknummer: H 153/2019

Parketnummer : 300.00422/18 (P 2018/05151)
Uitspraak : 28 juni 2022

Vonnis

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht van Aruba van 17 april 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteland],
wonende in [adres].
Hoger beroep
Het Gerecht heeft de verdachte bij zijn vonnis ter zake van het ten laste gelegde integraal vrijgesproken. Voorts heeft het Gerecht beslissingen gegeven over de in beslag genomen voorwerpen en het bevel tot voorlopige hechtenis met onmiddellijke ingang opgeheven.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Gelet erop dat het openbaar ministerie ter terechtzitting te kennen heeft gegeven haar hoger beroep niet te willen handhaven, zal het Hof het openbaar ministerie, overeenkomstig de vordering van de procureur-generaal bij gebrek aan belang daarin niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het Hof:
verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in het ingestelde hoger beroep.
Dit vonnis is gewezen door mrs. R. Veldhuisen, M.J. de Kort en R.L.M. van Opstal,
leden van het Hof, bijgestaan door mr. E.L. den Dekker, zittingsgriffier, en op 28 juni 2022 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba.
Mr. R.L.M. van Opstal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De uitspraakgriffier: